Lang geleden door Hans Bogers
Het is alweer lang geleden, dat ik ’s ochtends vroeg tot de ontdekking kwam, dat de buitenbrievenbus verdwenen was. Niet met paal en al, maar subtiel verwijderd. Alleen de bus was weg. De paal stond er nog in volle glorie, maar volstrekt nutteloos. De voorlaatste keer vond ik hem nog terug, maar dit keer moet ik helaas erkennen, dat hij voorgoed verdwenen is. Een zoektocht in de omgeving van mijn huis leverde niet veel meer op, dan de constatering dat de Noordwestgroep langs was geweest, om het hoogstaande gras te maaien en de wijk er weer fatsoenlijk uit te laten zien. Maar een brievenbus ho maar. Ach en er zijn zoveel plekken, waar hij kan zijn. Misschien heeft de dief hem wel mee naar huis meegenomen en hem op Marktplaats te koop aangeboden, of gewoon weg geflikkerd. Wie kan het zeggen. Alleen de dader. En ja die zal dat natuurlijk niet doen, waarom zou ie ook. Dat wordt dus een nieuwe aanschaffen en maar hopen, dat die nieuwe buitenbrievenbus eenzelfde lot bespaard blijft. En de dader, die ligt op het kerkhof. Niet echt natuurlijk, want het is maar een uitdrukking, waarmee gezegd wil zijn, dat je de dader nooit zult vinden. En dankzij de zich steeds verder terugtrekkende overheid, waar de Heilige Hermandad nadrukkelijk deel van uitmaakt, is het welhaast zeker, dat dat nooit ook nooit zal zijn. Tenzij een hogere macht de brievenbus weer op mijn pad brengt. Maar het lijkt er tegenwoordig haast wel op, dat je, nog voordat je een digitale aangifte hebt ingediend, van politiezijde al een bericht hebt ontvangen, dat je zaak wegens een te geringe daderindicatie zal worden opgelegd. Je malheur wordt hooguit anoniem in de krant vermeld bij de maandelijkse samenvattingen van het criminaliteitsgebeuren in Steenwijkerland. Wat dat betreft heb ik in de dertig jaar, dat ik hier nu woonachtig mijn bijdrage aan het Olde Wief al wel geleverd. Drie fietsen zijn mij in die altijd ontstolen. Ook een roeibootje ontkwam niet aan de klauwen van het dievengilde en ook een heuse inbraak was ooit mijn deel. Gelukkig heb ik ook wel eens wat terug gevonden: een brievenbus, een fiets en het bootje. Die laatste overigens met een stukgesneden bodem, zodat ik mijn ambities om ooit een ervaren zeeman te worden maar heb laten varen. Maar alle gekheid op een stokje: zo’n buitenbrievenbus is maar een kleinigheid. Dus beste dief zet hem toch gewoon weer terug, of laat mij hem maar weer vinden. Ook de krantenbezorger en de brievenbesteller zullen daar vast heel erg blij mee zijn.