“Wij horen thuis in het theater.”
Het energieke theatertrio Piepschuim werkt al enkele jaren stevig aan zijn weg. In het seizoen 2010 – 2011 start Piepschuim met zijn eerste theatertournee met de voorstelling Opgenomen. Inmiddels heeft de groep al heel wat vlieguren gemaakt en hebben de mannen al verschillende theaterzalen in Nederland en België aan het lachen gemaakt. Momenteel doet het trio verschillende theaters aan met alweer zijn vierde programma Zo doen we dat hier, naar eigen zeggen het beste programma dat Cor, Jacco & Robbert ooit hebben gemaakt. De hoogste tijd dus voor het Nederlandse publiek om kennis te maken met het energieke trio Piepschuim, bestaande uit Cor Burger, Jacco Westeneng & Robbert Koekoek.
Hoe zijn jullie samengekomen?
Cor: “Ik had zeven liedjes toen ik Jacco tegenkwam op een slecht feestje. Ik had grootse plannen om met die zeven liedjes de wereld te veroveren. Vanaf die avond moest Jacco meedoen. Met precies die zeven liedjes hebben we ons ingeschreven voor een singer-songwriter-wedstrijd. Daar kwamen we in de finale Robbert tegen, die ook wel oren had naar onze grootse toekomstplannen met nog steeds diezelfde zevental liedjes.” Jacco: “We kwamen elkaar tegen in de backstage bij de koelkast.” Robbert: “Ik moest natuurlijk zeggen dat ik het fantastisch vond wat ze deden. Maar dat was ook zo, tussen al die klassieke singer-songwriters was het bravoure en de energie van Cor en Jacco een zeer welkome afwisseling.” Jacco: “Ineens stonden we in de finale van de Roos van Nijmegen tussen allemaal metal-bands in met onze akoestische gitaartjes en onze toeters. We wonnen! We waren de enige Nederlandstalige band en bestonden nog niet eens echt, dus hadden nog weinig fans.” Robbert: “We wonnen studiotijd als prijs. Ruim drie weken hebben in de studio gezeten om aan onze eerste demo te werken. We zijn veel gaan spelen als bandje, terwijl we destijds in het bandcircuit al meer gezien werden als theatergroep. Al vrij snel speelden we door het hele land. Uiteindelijk zijn we op verschillende theaterfestivals terecht gekomen waar we in contact kwamen met Jacques Senf. Vanaf 2010 zijn we definitief het theater ingegaan, waar we volgens mij thuishoren.”
Maar hoe kwam Jacques Senf dan bij jullie terecht?
Jacco: “Jacques werd door een bekende getipt over ons. Vervolgens kwam een scout van het impresariaat enthousiast terug van een bezoek aan onze voorstelling. Toen Jacues’ podotherapeut ook nog over ons begon, zocht hij ons op bij Theaterfestival De Boulevard. ” Cor: “Zijn eerste zin was: ‘Ik heb nog één plekje in mijn stal en die plek is voor jullie’.” Robbert: “Hij had toen nog geen noot van onze show gehoord. Toen we ons aansloten bij Jacques, besloten we er volledig voor te gaan. We geloofden in Piepschuim en hebben onze banen opgezegd. Jacques verklaarde ons voor gek. We wilden ons bewijzen in het theaterland en dat lukt nu al ruim 5 jaar!”
Hoe kwamen jullie bij de naam Piepschuim?
Cor:” Tja, dat is nog zo’n raar verhaal. Allereerst vind ik het een gaaf woord. Als schrijver wilde ik altijd een beetje irritant wilde zijn om mensen te prikkelen. Mijn teksten moeten blijven hangen net als piepschuim, dat altijd heel irritant aan je vingers blijft kleven. Op een moment dacht ik: Piepschuim, dat woord moet ik onthouden. Toen ik Jacco tegenkwam wilden we een naam geven aan onze groep en vonden we de naamPiepschuim wel pakkend. Dat is eigenlijk altijd zo gebleven. De mooiste reden hebben we zelf niet bedacht, die is ooit bedacht door een bezoeker. Iemand schreef ooit in ons gastenboek: ‘Pas op: Breekbaar! Laat je inpakken door Piepschuim.’
Even terug in de tijd, naar jullie eerste programma: Opgenomen. Wat is er volgens jullie sinds die tijd veranderd en wat is hetzelfde gebleven? Cor: “Piepschuim is van een band getransformeerd naar een theatergroep, door de hulp van verschillende regisseurs. Opgenomen was een muzikaal programma dat het beste paste binnen een theater. Doordat ons theatrale arsenaal gegroeid is, zijn we in plaats van muzikanten, theatermakers geworden.” Robbert: “Wat hetzelfde is gebleven, is dat we energiek en muzikaal zijn. We hebben natuurlijk onze eigen kwaliteiten maar door hulp van verschillende regisseurs kunnen we interessantere aspecten toevoegen aan de programma’s. Door de jaren heen is de diversiteit in de keuze voor instrumenten die we gebruiken tijdens de shows bijvoorbeeld gegroeid. Ook doen we gekkere uitstapjes. We implementeren nu middelen als dans, mime, slapstick e.d. om de overtuigingskracht in onze shows te vergroten.” Jacco:” Door het groot aantal vlieguren dat we hebben gemaakt in de afgelopen jaren, zijn we beter geworden. We hebben alle drie geen theateropleiding gehad. We zijn de theatrale dingen later gaan leren maar de basis van het spelen en het muziek maken en het publiek van de sokken blazen: dat konden we al. We hebben nu meer dialoog met het publiek en maken meer gebruik van drama in de shows. Onze kracht is om met bakken vol energie het publiek te overtuigen.”
Met welke regisseurs hebben jullie onder andere gewerkt en wat hebben zij jullie bijgebracht?
Cor: “Voor onze tweede voorstelling hadden we een regisseur die zich richtte op muziektheater, mooie mis-en-scenes en strakke changementen maken, elke beweging betekenis laten hebben, etc. Voor Op Recept hebben we een cabaret-regisseur gevraagd, die met ons vooral op zoek ging naar de humor in het materiaal en een grote dramatische lijn. Voor Zo doen we dat hier heeft Karel de Rooij ons regieadvies gegeven. Karel is een regisseur die naast de humor en de mooie mis-en-scenes, ook het fysieke aspect van theater maken benadrukt. Karels waarde is onschatbaar. Hij is iemand die van goed materiaal iets weet te maken wat boven zichzelf uitstijgt. Van fysiek theaterspel tot mime, tot hoe je met muziek omgaat, hoe je met een nummer omgaat, hoe je met stiltes omgaat tot alles. Voor Zo doen we dat hier deden we live voor publiek een eenmalige live-masterclass met contrabassist Egon Kracht. Met Egon hebben we onze arrangementen aangepakt. Het is echt een virtuoos, die Egon. De masterclass werd door publiek warm ontvangen. Daarom gaan we de masterclass volgend seizoen laten zien als kijkje in de keuken.” Robbert: “We maken vanaf jongs af aan al muziek dus wat betreft muziek zit je op een ander niveau dan de andere disciplines die je op het podium nodig hebt. Desondanks was zowel het advies van Karel als van Egon zeer waardevol. De blik van Karel de Rooij heeft ons enorm verbreed. Het gaat van decor naar fysiek spel.”
Waar halen jullie je inspiratie vandaan voor je voorstellingen?
Cor: “Soms zijn er dingen waarover ik graag zou willen schrijven en dan komt er niets op papier. Een andere keer komt er ineens inspiratie uit een dagje Efteling van drie jaar geleden. Het uitwerken is een kwestie van puzzelen en prutsen. Zodra ik het dan goed genoeg vind, laat ik het aan de jongens horen, gaan we samen arrangeren en maken we er theater van. Vervolgens geven we het stuk een passende plek in de voorstelling.” Robbert: “De inspiratie voor onze nummers komt bijna altijd voort uit de problematiek die leeft in de maatschappij.”
Waar gaat Zo doen we dat hier over?
Cor: “De voorstelling gaat over ons. Over jou over mij, over Jan Modaal, over iedereen dus. Het speelt zich af in een straatje: ‘de Gezelligstraat’, daar wonen we. Alles wat er in Nederland gebeurt, gebeurt ook in deze straat.” Robbert: “Aan de hand van de bewoners van de straat, stellen we allerlei maatschappelijke problemen aan de kaak.”
Wat zijn op dit moment de leukste reacties die je hebt gekregen op de voorstelling Zo doen we dat hier?
Jacco: “Vaak hoor ik terug dat het publiek geniet van ons speelplezier. We pakken zware thema’s aan en brengen het op een luchtige manier.” Cor: “Ja, dat is onze grote kracht. Wij bespreken grote maatschappelijke thema’s, duwen en trekken van alle kanten aan deze vraagstukken tijdens de show en toch gaan mensen met een goed gevoel de zaal uit. Ze nemen ook nog wat mee naar huis om over na te denken.” Robbert: “Mensen waarderen vooral de uitvoering van onze soms zwaarbeladen nummers. Het gaat steeds om het contrast wat we brengen. Steeds opnieuw proberen we mensen pootje te haken. Dat lukt telkens weer en mensen moeten daar om lachen. Cor: “Wat ik zelf heel mooi vind aan Zo doen we dat hier is dat we het publiek echt op het verkeerde been kunnen zetten. Ik geef aan wat volgens mij degrootste valkuil is in onze samenleving, Ik graaf vervolgens die valkuil, waarschuw het publiek er niet in te stappen en vervolgens stapt het voltallige publiek gewoon keihard in de valkuil waarvoor ik ze zojuist heb gewaarschuwd. Dat dat elke avond lukt, is echt heel tof! Ik heb het gevoel dat we met Zo doen we dat hier echt iets goeds in handen hebben.” Robbert: “Wat ik heel mooi vind aan ons nieuwe programma is de ontroering en herkenning die de personages uit de show oproepen. Mensen haken in op de verschillende personages en vormen hun eigen verhaal erbij.”
Past de huidige voorstelling in het tijdperk van nu?
Cor: “We hebben nog geen programma gemaakt dat zo op het hier en nu slaat. Ik denk dat we een invalshoek hebben gevonden die mensen nog niet eerder hebben gezien. Het publiek gaat met andere ogen naar zichzelf kijken en gaat ook met andere ogen kijken naar anderen van wie ze denken dat ze er ver vanaf staan.”
Wat zijn jullie plannen voor de toekomst?
Cor: “De Diligentia in Den Haag op 26 januari uitverkopen. We willen het huidige programma aan een groter publiek laten zien. We ambiëren het om terecht te komen in de grote zalen van de schouwburgen. Robbert: “Ja, daar is dit programma erg geschikt voor.” Jacco: ”Het is moeilijk antwoord te geven op deze vraag als je voor je gevoel nu in de zalen staat met het beste programma dat je ooit hebt gemaakt.” Robbert:” We zijn klaar om in grote zalen te spelen!”
‘Zo doen we dat hier’ van Piepschuim is op donderdag 6 april om 20:15 te zien in Theater de Meenthe.