Eindelijk beet door Hans Bogers
Er zijn van die dingen, die ieder mens één keer in z’n leven moet hebben meegemaakt. Op z’n minst één keer. Daarnaast zijn er dingen, die een mens maar beter nooit kan hebben meegemaakt. Of zo weinig mogelijk. En tenslotte zijn er van die dingen, die ieder mens meegemaakt moet hebben en tegelijkertijd ook niet. Ik weet: het klinkt ingewikkeld en dat is het ook. Maar ja het leven is nu eenmaal ingewikkeld en daar komt niemand onderuit. Ik kwam op deze wat ingewikkelde welhaast filosofisch aandoende gedachte, toen ik weer eens geconfronteerd werd met het medische circuit. Ik heb in medisch opzicht al heel wat achter de kiezen ( en bij deze zinskeuze dringt zich natuurlijk ook het tandheelkundig circuit op), maar lang nog niet alles. Gelukkig maar zou je zeggen of misschien wel jammer, als je de mogelijkheid in ogenschouw neemt, dat het mogelijk zou moeten zijn met één gezonde nachtrust van al je mankementen verlost te kunnen zijn. Ook hier blijkt wel, dat dubbelzinnigheid troef is. Maar goed. Het medisch circuit dus. In dit geval de huisarts. Ik kwam met hem in gesprek, omdat ik een rode zwelling aan de binnenkant van mijn linkerelleboog had geconstateerd. Ik ontdekte die plek toen ik aan het hometrainen was en herinnerde me, dat ik op die plek zo’n veertien dagen geleden, vaderdag om precies te zijn, door een teek was aangevallen. Ik wist uit de boekjes hoe je je van zo’n tekenbeet moest ontdoen en dacht daar ook in geslaagd te zijn. Niet dus, want ondanks het feit, dat ik die gemene teek vermorzeld meende te hebben, bleek hij toch in staat geweest een onaangename herinnering achter te laten. Zichtbaar in de al eerder genoemde rode zwelling. Volgens Bartjens zou die zwelling zich in een rode ronde cirkel moeten openbaren, maar in mijn geval was het een langgerekte verdikking, zich evenwijdig uitstrekkend aan de huidplooien van binnenkant van mijn elleboog. A specifiek constateerde de dokter, maar hij zag toch voldoende reden mij een antibioticakuurtje voor te schrijven ten einde erger te voorkomen.
Ik ben daar vol goede moed aan begonnen in de verwachting en het vertrouwen, dat de nalatenschap van de teek over veertien dagen verdwenen zal zijn. En ook als het in plaats van veertien dagen, twee weken wordt, zal ik me geen zorgen maken over de goede afloop. Daarvoor is mijn geloof in de medische stand en de in de loop der eeuwen ontwikkelde medicijnen van een te onwankelbaar gehalte.
En dus behoor ik vanaf vandaag tot de categorie getekende mensen. Niet dat ik daar blij mee ben, maar er zijn nu eenmaal dingen, die een mens mee gemaakt moet hebben.