Een Kliffhanger door Hans Bogers
Het is soms onbegonnen werk om voor het schrijven van een column uit de vele onderwerpen, die zich aandienen er eentje uit te kiezen. Maar waar ik bij het vinden van een geschikt onderwerp en daarmee de oplossing van mijn columnistendilemma te rade ga bij het Olde Wief, daar zat dit keer nou juist het probleem. Een probleem, waar ik wel vaker tegen aanloop, maar dat dit keer toch wel heel nadrukkelijk een rol speelde. Het probleem namelijk van de onbegrijpelijkheid. Wellicht ligt het aan mij, maar soms staan er in het Olde Wief artikelen, waar ik geen touw aan vast kan knopen, die ik gewoonweg niet begrijp, die mijn verstand te boven gaan. Nou kan ik in voorkomende gevallen natuurlijk even naar mijn overbuurvrouw lopen, die als redactrice voor het Olde Wief werkzaam is, maar dat voert dan toch wel een beetje ver. Dat doe ik dan maar niet, met de gedachte, dat ik haar wel tref bij de eerstkomende raadsvergadering. Maar goed die onbegrijpelijk artikelen dus. Zo las ik afgelopen woensdag twee merkwaardige verhalen, die mij wel heel erg aan het denken (en misschien is dat wel de bedoeling) zetten. Het ene ging over het faillissement van Huis ten Wolde, waar twee koks tegelijkertijd met de noorderzon waren vertrokken. Ik heb het stukje een paar keer gelezen, in de hoop er iets van te snappen, maar ik moest het opgeven en mij restte de onbeantwoorde vraag, of ik er nog wel een kopje koffie zou kunnen drinken, of niet.
Nog merkwaardiger was het verhaal over een losgebroken stier in Appelscha. Niet bepaald een gebeurtenis waar Steenwijkerlandigers wakker van hoeven te liggen, want niet bepaald bij de deur, maar kennelijk belangrijk genoeg om op de voorpagina geplaatst te worden. Los van de te maken kritische opmerkingen over de bovenmatige politie inzet ( het mag wat kosten) was het een merkwaardig artikel, dat bij mij meer vragen opriep dan het beantwoordde. Zo las ik, dat de losgebroken stier met een ‘speciaal’ wapen was afgeschoten en dat ‘daarmee het grootste gevaar was geweken.’ Waar ik toch altijd begrepen heb, dat afgeschoten, doodgeschoten is, bleek dat hier niet het geval. Misgeschoten dus, of maar een beetje geraakt. Het beest moest dus nog in leven zijn, want over de afloop wordt de modale lezer nog in het ongewisse gelaten. Een onduidelijkheid, die kennelijk ook bestaat bij de schrijver van dit artikel, die zijn verhaal beëindigt met de zin: “Dit voor het geval de stier wederom de weg over zou steken.” Ik ben benieuwd of we ooit nog te lezen krijgen hoe het verder is afgelopen daar in het Drents-Friese Woud, maar tot die tijd zal het verkeer op de N381 in de buurt van Appelscha het kalm aan moeten doen.
Ik ga overigens nog eens rustig het verhaal doorlezen over mijn avonturen als eenvoudige agent in Gouda met een losgebroken stier in 1975. Wellicht ook leerzame lectuur voor de Stierenvangers van Friesland.