De JAR door Hans Bogers
Het is stil rond de JAR, althans ik verneem de laatste tijd niets van ze. Ze zullen ongetwijfeld nog steeds hun naam van ‘Actie’ eer aandoen, maar ik vind het wel opvallend rustig op het ogenblik. Dat kan natuurlijk aan mij liggen en heb ik de verkeerde ontvanger aanstaan. Dat weet ik niet, maar het is stil en dat in een tijd waarin de jongeren landelijk nogal van zich laten horen. De media lopen over van nieuws over jongeren, die actie voeren voor een beter milieu, die te hoop lopen tegen het lakse beleid van onze regering en die zich ergeren aan de verbrokkelde manier waarop politieke partijen de milieuproblematiek al dan niet te lijf gaan. Ik vroeg me in gemoede af hoe dat nou toch zou komen en ik overwoog zelfs de stoute schoenen aan te trekken en de JAR persoonlijk te benaderen met de vraag: “Waarom, of liever gezegd waarom niet.” Ook al heb ik geleerd, dat je de waaromvraag in het algemeen maar beter niet kunt stellen, omdat het ‘Waarom?. Daarom!’ heden ten dage nog steeds leidend is. Die toenadering is er tot op heden dus nog niet van gekomen, maar het laat me nog steeds niet los. Is de JAR niet geïnteresseerd in de milieuproblematiek, of stelt de JAR andere voor hen belangrijkere prioriteiten? Of ziet de JAR geen heil in actievoeren, omdat het in dit geval zinloos is? Vraagtekens, vraagtekens en nog eens vraagtekens, die onbeantwoord bleven tot ik gisterochtend een interessante column over dit onderwerp las, die mij zeer logisch toescheen en die deels een antwoord leek te geven op mijn vragen. De verklaring van de columnist komt er ongeveer op neer, dat de scholieren ,die zich nu druk maken over het milieu, die nu van zich laten horen en de straat op gaan, tot een selecte groep behoren. De demonstranten op het Malieveld vertegenwoordigden volgens hem hoofdzakelijk, die scholieren, die deel uitmaken van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, dan wel het hoger algemeen onderwijs. Leerlingen, die over afzienbare tijd de collegebanken in het hoger beroepsonderwijs of de universiteiten zullen bezetten. Zeg maar de elite van 2040. En het zou zomaar kunnen, dat de kloof, die er in de maatschappij bestaat tussen verschillende bevolkingsgroepen, ook bestaat tussen de verschillende scholierengroepen. En misschien ook wel tussen randstadscholieren en provinciescholieren.
En als dat laatste waar is, dan zou het dus zomaar kunnen zijn, dat de milieuproblematiek in de provincie, in Steenwijkerland, minder een rol speelt, dan in de randstad.
Misschien laat de JAR zich op dit gebied niet horen, omdat er andere belangrijker zaken aan de orde zijn, die om actie vragen en dat de milieuproblematiek een luxe(elite)problematiek is.