Column door Hans Bogers
Ik ben wat vroeg met het schrijven van mijn alweer dertiende column, want zo af en toe laat mijn agenda, die ik overigens zelf invul, mij weinig ruimte en moet ik marchanderen met mijn afspraken en verplichtingen. Vandaar dit vroegertje. Voor deze column betekent het wel dat ik een soort recensie vooraf zal gaan schrijven. Dat komt omdat het onderwerp van mijn column pas vanavond zal worden opgevoerd in Rabotheater De Meenthe. En dan heb ik het over de toneelbewerking van de door Jan Wolkers geschreven bestseller, Turks Fruit. Het boek zelf heb ik nooit gelezen en ik herinner mij, dat het in 1971 op het Christelijk Lyceum in Alphen aan den Rijn zeker niet hoorde op de verplichte boekenlijst, bestaande uit boeken, die je gelezen moest hebben voor het afleggen van het eindexamen. Het was een ontaard vies boek. Die uitsluiting van de literatuurlijst gold overigens ook voor de boeken van Godfried Bomans, een schrijver van wie ik wel heel veel boeken heb gelezen in die tijd. Godfried Bomans hoorde niet thuis op een literatuurlijst, omdat zijn werk door de kenners niet als literatuur werd beschouwd Mijn interesse voor Jan Wolkers’ Turks Fruit werd zo’n beetje gewekt na een lezing, die hij in Alphen, in Avifauna had gehouden. Ik ben daar zelf niet bij geweest, maar het was het gesprek van de dag in het toen nog zeer burgerlijke Alphen, maar zijn spraakmakende optreden betekende niet dat het oordeel van het Christelijk Lyceum werd herzien. Voor mij was die toegenomen belangstelling wel de aanleiding, om naar de verfilming van dat boek te gaan kijken. Al zal natuurlijk ook wel gespeeld hebben, dat de aangekondigde expliciete seksscènes een extra prikkel waren. De verhaallijn ontging mij en dat het eigenlijk een heel droevige geschiedenis was al helemaal. Alleen een aantal, ook niet erotische scènes, is mij bijgebleven. Pas later ontdekte ik, dat het een mooi en aangrijpend verhaal was. Een onderwerp van alle tijden, van liefde passie en verdriet, maar dan gehuld in een nieuw aanstootgevend jasje.
Maar voor mij is er meer dan alleen de film en de soms wilde scènes. De mooie muziek van Rogier van Otterloo en de mondharmonica van de toen al weergaloze Jean Toets Tielemans. Met dat onvergetelijke thema, dat waar en wanneer je het ook hoort, je altijd terug doet denken aan de film. Aan Olga en Erik. Net zoals, dat harmonica deuntje in Once upon a time in the West. Ik herinner me de ongegeneerde manier waarop in de film reclame werd gemaakt voor onder andere een automerk. De acteur Hans Boskamp, die ik mij herinnerde als voetballer van DWS/A en die als grutte Pier samen met Rutger Hauer in de serie Floris een rol speelde. De witgoedwinkel Wastora in Zaandam van de gebroeders Cees en Klaas Molenaar, de fouding fathers van AZ’67 aan wie onze Kees Kist ongetwijfeld nog goede herinneringen zal hebben. Of Johan te Slaa, die een rol speelde in de toentertijd bekende serie ‘De Glazen Stad’ en die daarin veelal in zijn onderbroek was te zien. Ja zo’n film en het terugdenken daaraan roept meer herinneringen op dan aan de film alleen.
Hoe de toneelbewerking van Sophie Kassie en de verbeelding door Chris Peters, Ali Zijlstra, Debbie Koper en Bart klever er uit zal zien, dat weet ik vanavond pas, maar ik vind het wel een heel spannend avontuur, om van een gedateerd boek en een gedateerde film die ook nog eens bewerkt werd tot een geslaagde musical, om daar een toneelstuk van te maken.
En het pleit voor De Meenthe om dit toneelstuk in het programma op te nemen. Dat tekent de volwassenheid en de kwaliteit van een theater, dat niet alleen op zekerheid speelt.
Ik ben benieuwd. U hoort nog.
Hans Bogers