Een Marktconcert door Hans Bogers
Omdat we de laatste jaren elke woensdag in het mooie Deventer zijn om daar op onze Maarten en Sophie te passen en ondertussen allerlei huishoudelijke en tuingerichte werkjes te verrichten, lukt het mij niet de Midweekfeesten, sorry de Vestingfeesten, van de Olde Veste mee te maken. Als alternatief heb ik een paar keer een Meppeler donderdag geprobeerd en ik moet eerlijk zeggen dat me dat niet slecht bevallen is. Hoewel, afgelopen donderdag moest ik even naar de ANWB, want die hebben we hier niet, om een kaart te halen en ik werd daar voor de deur geconfronteerd met best wel een goed bandje, waarvan de trommelaar helaas, consequent, maar wel enthousiast de maat verkeerd aangaf.Â
Maar zoals gezegd: Heel wat Midweekfeesten dan wel Vestingfeesten heb ik noodgedwongen gemist en al die tijd heb ik me moeten behelpen met de verslagen in het Olde Wief. Daarom sprong ik bijna een gat in de lucht toen ik afgelopen woensdag vrijaf kon nemen en tijd had mij in het Vestingfeest gewoel te storten. Mooi weer, De Markt vol kunst en folklore, niet al te veel volk (wat voor een pensionado, die ruimte gewend is niet echt bezwaarlijk is), een gezellige sfeer en druk bezette terrassen. Omdat ik met het missen van die zomerse woensdagen ook de marktconcerten aan me voorbij heb moeten laten gaan, nam ik me voor zeker naar het voor iedereen toegankelijke orgelconcert in de Grote Kerk te gaan. Daar speelde Ruth Pos, die ook in Steenwijk haar sporen al heeft verdiend, en zij had voor dit ochtendconcert een toepasselijke programma bedacht. Gevarieerd met heel veel eigen arrangementen en improvisaties. Het was zeer de moeite waard en ik heb ruim een uur lang met plezier geluisterd naar het concert op dat prachtige Van Oeckelen orgel, een concert dat besloten werd met een improvisatie over het lied ‘Vreugde, vreugde, louter vreugde’. En dat is het voor mij ook wel een beetje, luisteren naar orgelmuziek. Hoewel die vreugde enigszins getemperd werd door de bezoekers, die niet kwamen voor het inloopconcert, of voor de bezichtiging van de St. Clemenskerk, maar alleen om zich te ontdoen van door het lichaam geproduceerde afvalstoffen, in vaste of vloeibare vorm. Het was werkelijk waar een komen en gaan naar en van de toiletten. Ja soms was het zelfs queuen geblazen. Waar het tegenwoordig normaal is, dat voor toiletgebruik betaald wordt, was ook hier een schaaltje neergezet, waarin een kleine bijdrage van €0,50= ter bestrijding van de kosten kon worden gestort, maar er waren maar weinig kleine of grote boodschappers, die zich tot die betaling geroepen voelden. Gewoon je ding doen en verder overal maling, lak of fecaliën aan hebben. Overigens blijkt zo’n centenbakje wel het risico met zich mee te brengen, dat het, als je even niet oplet, geleegd wordt door bv jongelui, die van het verkregen geld een ijsje kopen.
Een oplossing voor dit misbruik van St. Clemens is niet makkelijk te vinden en misschien ben ik ook wel een azijnzeiker, maar ik blijf me aan dit soort dingen ergeren.