Onderzoeksjournalistiek door Hans Bogers
Emmy Elgersma van D66 is er een groot voorstander van, dat de gemeente Steenwijkerland een substantieel bedrag vrijmaakt, om te bevorderen, dat ook in Steenwijkerland journalisten geld krijgen om onderzoeksjournalistiek te bedrijven. Geld, dat bestemd zou moeten zijn voor reis- en verblijfskosten, onderzoekskosten en, last but not least, voor de mogelijkheid om informanten om te kunnen kopen. In één van de raadsvergaderingen voor het reces noemde ze daarbij mijn naam. Logisch, want als er iemand in aanmerking zou moeten komen voor het vervullen van die taak, dan ben ik dat natuurlijk wel. Mijn 41 jarig dienstverband bij de Heilige Hermandad en mijn status als politiek verslaggever, al weer vele jaren gestationeerd bij de lokale omroep, pleiten voor die keuze. Het voorstel van Emmy om zulks te bewerkstelligen, hoe verstandig ook, werd echter niet door de gemeenteraad geaccordeerd en ook het college van B&W vond het geen goed plan, met als schijnargument, dat de lokale media nu al voldoende in staat moeten worden geacht de gemeente, bestuur en gemeenteraad kritisch te volgen. Een schijnargument inderdaad, omdat de werkelijke reden de vrees is, dat er bij zo’n onderzoek onwelriekende zaken, zoals lijken, uit de kast zouden kunnen komen. En dat is logisch, vanuit dat politiek/ambtelijk en bestuurlijk perspectief bezien, maar toch zou ik op deze plaats een lans willen breken voor het voorstel van Emmy, dat ik baseer op objectieve argumenten.
Allereerst is daar natuurlijk het financiële aspect. Omdat ik binnen afzienbare tijd op mijn pensioenuitkering zal worden gekort en dat datzelfde pensioen, al zolang ik er gebruik van mag maken, nimmer is geïndexeerd, kan ik zo’n extra zakcentje zeer goed gebruiken”.
Maar ook inhoudelijk valt er veel voor het voorstel van de in mijn ogen eminente fractievoorzitter van D66 te zeggen.
Mijn eerste ervaring met onderzoeksjournalistiek deed ik overigens op in een gesprek met mijn schoolgenoot, Feike Salverda, die met zijn programma Gouden Bergen deze vorm van journalistiek bedrijven in Nederland zo’n beetje op de rails heeft gezet.
Hoewel ik mezelf nog niet rijk wil rekenen heb ik toch maar, alvast, op voorhand, een aantal onderwerpen geselecteerd, waarop ik mijn pijlen zou kunnen richten. Ik kan ze hier natuurlijk niet alle noemen omdat ik als onderzoeker uitga van het adagium, “Feind hört mit”, maar zeker zal ik onderzoeken, waar de boom gebleven is, die jaren lang het middenplantsoen op de Kraaiheide sierde, of waarom een voormalig wett’nholder onjuiste informatie gaf over het spuiten van gif in de Dennenallee. Ook de Kei van Jan Spikman is een voor de hand liggend onderzoeksonderwerp, net zoals het van de een op de andere dag beëindigde systeem van buurtonderzoek, ooit ontwikkeld door Wett’n holder Jos van den Nouland.
Misschien niet helemaal onder onderzoeksjournalistiek vallend, maar toch best wel interessant is de vraag naar wat het effect is geweest van het gratis parkeren regiem in Steenwijkerland, de aanleg van de parkeervoorziening aan de Schansweg, of de eliminatie van de hyperventilatie markt.
Genoeg te onderzoeken dus en ik hoop maar, dat deze sollicitatie zowel voor Emmy als voor mij tot een gunstig resultaat zal leiden.