Jan Beuving door Hans Bogers
Één van de zogenaamde zegeningen van deze tijd is de mobiele telefoon. Een niet meer uit ons leven weg te denken apparaat, waarmee je altijd en eeuwig met alles en iedereen op deze aardkloot verbonden kunt zijn. Een apparaat, dat naar zeggen, iedereen ten goede komt. Ik kan me niet herinneren hoe ik ooit zonder dit gadget heb kunnen bestaan. Zonder GSM is er geen leven meer mogelijk zou je haast denken. Onheilsprofeten, die ons waarschuwden voor de onstuitbare en daarmee levensbedreigende ontwikkelingen op het gebied van alles wat met de aanstormende informatietechnologie te maken heeft, werden, zoals dat hoort bij profeten en zeker bij onheilsprofeten, met grote minachting aan- gekeken. Die gasten met hun waarschuwende vingertje ook altijd! En waarschijnlijk was ik die mening ook toegedaan, totdat ik gisterenavond voor het eerst echt ervoer wat zo’n K-telefoon voor negatief effect kan hebben. Dat ik die ervaring in Meppel deed, doet hier even niet ter zake. Ik was bij het optreden van de wiskundige conferencier Jan Beuving. Een bèta boy dus en ik bereidde me als geboren en getogen alfa al voor op een avondje onbegrijpelijkheid. Het zij gezegd: “Dat viel 100% mee.” Ik heb genoten en zelfs enige wiskundige kennis opgedaan. Jan was geestig en zijn liedjes waren humoristisch en soms ook heel gevoelig. De enige wanklank werd veroorzaakt door een of andere plurk, een terrorist bijna, die zich tussen het publiek had begeven en zelfs op één van de voorste rijen had plaats genomen. Al heel vroeg tijdens het optreden weerklonken van zijn GSM een paar toontjes. Jan reageerde niet: “Vergeten af te zetten. Kan gebeuren zoiets”. Maar kort daarna weer een rinkeltje. Gewoon ijzeren heinig z’n gsm aan laten staan. Dit keer reageerde Jan wel en hij dacht er zich wel met een grap af te kunnen maken. Niet dus, want niet veel later kraaide de gsm haan voor de derde keer. Jan was des duivels en sprak de man woedend aan, Hij vertelde hoe zoiets hem uit zijn concentratie kon halen. Gelukkig bleef het daarna stil op het handy front. Ik ga er overigens vanuit, dat het een man was, van vrouwen verwacht je zulk plurkerig gedrag nu eenmaal niet. Gelukkig kon Jan Beuving zijn wiskundige humor gelardeerd met prachtige liedjes en tekstuele vondsten daarna ongestoord vervolgen. Het werd een geslaagde avond. Nou ja, niet helemaal, want naast mij zat een jongeman, die kennelijk last had van oncontroleerbare spasmen, een tremor zo u wil, en die daarnaast zo af en toe wat merkwaardig gesticuleerde. Omdat de stoelen in het Meppeler theater aan elkaar gekoppeld zijn beperkte het getril zich niet tot mij en mijn stoel alleen. Ook mijn vrouw, die naast mij zat deinde ongewild mee op de soms best wel heftige schokken. En hoewel het laatste lied, dat Jan Beuving, begeleid door een fantastische pianist, vast mooi moet zijn geweest, hoopte ik toen toch, dat het gauw afgelopen zou zijn. Genoten dat wel, maar ook achtervolgd door de vraag, in hoeverre je anderen op een avondje uit tot last moet zijn met je handicap.