De eerste maand door Hans Bogers
Een paar weken geleden wijdde ik een hele column, met terugblik, aan mijn voornemen om weer eens een krantenwijkje te beginnen. Nu precies een maand verder kan ik op deze nieuwe uitdaging terugkijken en moet ik vóór alles zeggen, dat ik van de daadwerkelijke stap geen moment spijt van heb gehad en dat de ambitie om het een dik jaar vol te houden er alleen maar sterker op is geworden. Maar het is geen feest van herkenning geworden integendeel. Bijna niets is hetzelfde gebleven, vergeleken met de tijd, dat ik, 50 jaar geleden, de krant bezorgde. Niet alleen het bezorgen , maar ook ikzelf heb een enorme metamorfose ondergaan. Te beginnen bij het rondbrengen. Ongeveer 9 verschillende titels, die rondgebracht moeten worden, maar ook deelabonnementen, tijdelijke abonnementen, bijlagen en insteekfolders hebben het bezorgen er niet makkelijker opgemaakt. De automatische bezorgpiloot kan niet zomaar aangezet worden. Zorgvuldigheid en oplettendheid, voortdurend het koppie erbij houden, afdwalende gedachten zien te voorkomen en het waken voor tijdsoverschrijdingen, het zijn even zo vele zeer belangrijke bezorgerszaken. Nee kranten rondbrengen is zeker geen sinecure.Â
En mijn persoonlijke verandering? Die ligt voornamelijk in het feit, dat ik het veel bewuster doe. Bezorgen om te bezorgen . Er voor zorgen, dat iedereen op tijd z’n krantje krijgt. Daar verantwoordelijk voor zijn. Balen als er een fout wordt gemaakt, omdat ik begrijp hoe vervelend het is je ochtendkrantje niet, of niet op tijd te kunnen lezen.
Dus zoals gezegd, geen feest van herkenning, maar wel een feest om te doen. Of het nou regent dat het giet, aangenaam of waardeloos weer is. Of het nou donker is of licht, lente zomer herfst of winter. Op tijd naar bed. Om kwart voor vier op en om half zeven nog even de koffer in. De stille straten met wel heel veel katten, waarvan de meeste je vriendelijk begroeten, sommige de kat uit de boom kijken en andere gauw wegvluchten, de bosjes in. Het uitvogelen van de snelste route. Het ontdekken van herkenningspunten. Weten welke krant bij welk huisnummer hoort.Â
Het onderweg met jezelf praten en fantaseren. Maar vooral de latente spanning om binnen de tijd de krant te bezorgen en hem vooral ook in leesbare staat in de juiste brievenbus te gooien.
Een verhaal apart is de zaterdag, met zijn weekend edities. Dat is een klus, die niet in één shift te verwerken is. En zelfs als je er twee runs over doet: de bijlagen op vrijdag en de echte krant op zaterdag, dan is het nog een put werk, waarbij een foutje zo is gemaakt. Die bijlagen, extra uitgaven en insteekvellen, kwamen vroeger eigenlijk alleen maar op hoogtijdagen voor, maar dat is tegenwoordig wel anders. Het is nu zo’n beetje schering en inslag.Â
Wat het extra moeilijk maakt is het grote verloop. Bijna geen dag is precies hetzelfde wat de bezorgadressen betreft.Â
Maar één ding is in al die tijd gelijk gebleven: de vieze roetzwarte afgevende inkt. Doe tijdens je rondje kranten vooral geen lichte kleding aan. En o ja ook je fiets moet tegen een stootje kunnen. Een snel sportfietsje zoals ik heb, is niet echt geschikt voor dit werk.
Maar verder. Machtig mooi!