Korkedilletranen door Hans Bogers
In een tijd waarin het geen enkel probleem is, dat een leugenaar van de ergste soort een ons bevriend staatshoofd is. En wij dus kennelijk accepteren, dat liegen, bedriegen, bedreigen en schofferen om maar eens wat simpels te noemen geen belemmering hoeft te zijn om gekozen te worden tot de machtigste man van de wereld, daar hoeft het geen verbazing te wekken, dat ook op onze kleine Nederlandse schaal het er niet toe doet of je liegt, of bedriegt,of een misdrijf pleegt, als je maar hoog genoeg in de boom zit. Dat integriteit bijvoorbeeld geen criterium is om een Koninklijke onderscheiding te bemachtigen, bleek mij ooit toen een Friese regiochef oude stijl een lintje kreeg. Ook het plegen van een misdrijf hoeft geen beletsel te zijn om een straat naar je vernoemd te krijgen. De tijd is allang voorbij, dat ik me daar echt over opwond, althans , dat dacht ik, maar de affaire Grapperhaus maakt toch wel weer het een en ander bij me los. Niet zozeer het feit, dat de heer Grapperhaus menselijke trekjes vertoont, maar wel om wat er zich verder in deze onsmakelijke affaire afspeelt. Zelfs het keiharde liegen door deze Minister en een Staatssecretaris, op zichzelf al zaken om je wenkbrauwen over te fronsen, laat ik maar onbesproken, maar de manier waarop de heer Grapperhaus hiermee wegkomt is te gek voor woorden.Â
Hij heeft een niet gering strafbaar feit gepleegd, dat onder de categorie strafbeschikkingsfeiten valt, feiten waar een boete op staat inclusief een aantekening in het justitieel documentatiesysteem, dat ook nog eens voor 100% bewezen is en daarom niet anders dan tot vervolging door het Openbaar Ministerie zou moeten leiden. Zo nodig na het instellen van vervolging op grond van artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering. Dat de minister president van mening is, dat de heer Grapperhaus geen boete hoeft te betalen is leuk om te weten, maar de broek die hij daarmee aantrekt is veel te groot: daar gaat hij niet over. Dat is ter beoordeling aan het OM, de Officier van Justitie, en niemand anders. Dat de heer Graperhaus spijt betuigt siert hem, maar dat neemt de strafbaarheid niet weg. Niet vervolgen betekent rechtsongelijkheid en klassenjustitie. Juridisch gezien is er geen andere weg de heer Grapperhaus een strafbeschikking inclusief een strafblad op te leggen. Het is helaas niet anders en als dan de politiek besluit de heer Grapperhaus gewoon toch als Minister aan te laten blijven en zich daarmee neerlegt bij rechtsongelijkheid en klassenjustitie, dan zit Nederland staatsrechtelijk in zwaar weer. Als we toelaten, dat de bezitter van een strafblad gewoon Minister kan worden en anderen de wet voor kan schrijven dan zijn we flink op weg om te worden wat in al teveel landen om ons heen gebeurt:dat de democratische rechtsstaat op z’n retour is. Dat gezag wordt vervangen door macht en dat nog maar een kleine groep het voor het zeggen heeft. Dat het oude Romeinse gezegde: Quod licet Jovi, non licet Bovi weer leidend wordt als politiek uitgangspunt.
En wat die ministeriële korkedilletranen betreft, zoals malle Pietje ze noemde, een beetje toneelspeler kan ze probleemloos rijkelijk laten vloeien.