Molukse mensen door Hans Bogers
Om de een of andere reden, ik heb geen idee hoe dat komt, maar om een of andere reden heb ik vanaf jonge leeftijd een zwak gehad voor Molukse mensen. Molukkers zoals ik lang gewend was te zeggen, maar van die benaming moeten we toch af en daarom probeer ik me aan te leren Molukse mensen te schrijven, te zeggen en te denken.
Mijn eerste ervaring met Molukse mensen was in 1958 toen ik logeerde bij Pake en Beppe in Utrecht. Vlakbij woonde een Moluks gezin. Ik had nog nooit donkere mensen gezien en was dus één en al verwondering. Contact had ik natuurlijk niet, maar de eerste kiem moet toen gelegd zijn. Pas tijdens mijn HBS tijd kwam ik voor het eerst echt in contact met Molukse jongeren en de namen van Nootje Maruanya en Frans Sytanala staan me nog bij. Van het Molukse drama wist ik toen nog niet. Daar werd niet over gepraat. Mijn vader deed als dominee in die tijd veel samen met de Molukse gemeenschap in Alphen a/d Rijn en ik herinner me een krantenfoto, waarop hij samen met een Molukse ouderling een doopvont inwijdde. In die tijd ook kwam ik te spelen in een bandje, de onvergetelijke rythm &blues band Just A Little Bit… Frits Serriere du Bizournet was onze bassist en hij had verkering met een Moluks meisje. Hij vertelde wel eens over het heerlijke Molukse eten en de grote Molukse feesten en in later jaren heb ik me dat eten (veel te weinig) goed laten smaken. Maar over het grote onrecht, dat de Moluks mensen ooit was aangedaan en waaraan ze dag in dag uit geconfronteerd werden, daarover hadden we het nooit. Dat kwam pas toen ik in Gouda agent werd. In buurgemeente Moordrecht was een grote Molukse gemeenschap gevestigd en door mijn mentor werd ik gewaarschuwd daar nooit alleen heen te gaan. Molukkers waren niet op de politie gesteld en contacten vonden alleen plaatst met vertegenwoordigers van die gemeenschap. Het was er zelf een beetje gevaarlijk. Die gedachte stond haaks op mijn gevoelens met Molukse jongens en meisjes al had ik wel het idee, dat ze me inde maling namen als ik in uniform door de binnenstad surveilleerde. Ik kon nou eenmaal geen Moluks verstaan. Maar over het onrecht aan Molukse mensen aangedaan daarvan had ik geen weet. Pas tijdens mijn tijd op de Nederlandse Politie Academie werden mijn ogen wreed geopend. Molukse jongeren waren het onrecht zat. Zij vonden De Molukse president dominee Manusama veel te zachtaardig . Het leidde tot treinkapingen, gijzelingen, bezettingen en gevechten rond het Vredespaleis. Op februari 2021 werd herdacht dat Molukse KNIL militairen en hun gezinnen gedwongen, onder het mom van tijdelijkheid, naar Nederland werden gestuurd en daar weggestopt in barrakken. Die grote leugen heeft het leven van heel veel Molukse mensen kapot gemaakt en dat is ook nooit meer goed te maken. Je als Nederlander bewust zijn van dat grote onrecht en dat leed, dat Molukse mensen is aangedaan erkennen en daarvoor excuses te maken, dat is het minste wat je kunt doen.
Goed dat Rob Bats samen met andere burgemeesters dat leed erkend heeft.