als het hart niet meer wil, valt alles stil. hoe hard je het ook anders wil. vanochtend om ongeveer 07.00 uur liep ik voor de laatste keer mijn krantenwijkjes: het kornputkwartier, de gagels en een gedeelte van de kallenkoterallee. en de aller, allerlaatste krant was een telegraaf in combinatie met het algemeen dagblad voor sophie en bram, mijn grootste fans, die mij elke vrijdagmiddag trouw stonden op te wachten om de wekelijkse bijlage persoonlijk in ontvangst te nemen. hoe anders had ik me het eind mei nog voorgesteld: nog een jaartje kranten bezorgen. dat was de bedoeling. door weer en wind, in het donkere naijlen van de nacht of in het licht van de aanstormende dag. zo’n beetje alle weersomstandigheden heb ik het afgelopen jaar doorstaan en heel wat bijzondere dingen meegemaakt. en ik wilde graag, die heerlijke belevenis nog één jaartje ondergaan. maar helaas, tussen droom en daad staan onder andere praktische bezwaren in de weg. praktische bezwaren, waar je geen invloed op uit kunt oefenen, omdat ze komen zoals ze komen en omdat ze gaan zoals ze gaan. ja plannen is mooi, je toekomst zo’n beetje uitstippelen is leuk en misschien wel verstandig, maar een maakbare samenleving bestaat nu eenmaal niet. merkwaardig dus eigenlijk, de gedachte, dat ikzelf het moment zou kunnen bepalen, waarop ik mijn krantentas aan de wilgen zou hangen. ja alles leek geregeld voor nog een jaartje kranten bezorgen. een prachtig regenpak, een echte krantenbezorgersfiets, een goede conditie en een uitstekende moraal. fysieke ongemakken als artrose, val- en glibberpartijen of coördinatie problemen waren geen beletsel. in principe deed alles het nog naar behoren. maar ik bleek buiten de waard van mijn lijf te hebben gerekend, want op een zekere morgen, begin juni op het stukje meppelerweg vanaf de rotonde tot aan de heuvel, kreeg ik een beetje pijn in mijn borst. een pijn die ik herkende van alweer zo’n vijftien jaar geleden, die ik toen kreeg op precies hetzelfde stukje weg, dat met recht ‘vals plat’ genoemd kan worden en die uiteindelijk leidde tot een stent in één van de kransslagaderen, die mijn hart van bloed en daarmee van de onontbeerlijke zuurstof voorzien. zuurstof, die je zeker ook nodig hebt om kranten bezorgen. en wat men ook van mij vindt of zegt: een ezel ben ik niet en ik stoot mij dus niet voor de tweede keer aan dezelfde steen. in dit geval de steen van een naderend hartinfarct. en hoewel na twee ziekenhuisopnames en navenante onderzoeken geen acute problematiek kon worden vastgesteld bleef de pijn en moest ik mij for the time being op de been houden (kranten bezorgen) met een pufje onder tong. maar ook dit lapmiddel heeft z’n grens. en die grens heb ik tot mijn spijt nu bereikt en het is maar te hopen, dat het offer om afstand te doen van mijn krantenwijk niet zinloos zal zijn. ria van hien
Open contextspeler
Sluit de contextspeler
als het hart niet meer wil, valt alles stil. hoe hard je het ook anders wil. vanochtend om ongeveer 07.00 uur liep ik voor de laatste keer mijn krantenwijkjes: het kornputkwartier, de gagels en een gedeelte van de kallenkoterallee. en de aller, allerlaatste krant was een telegraaf in combinatie met het algemeen dagblad voor sophie en bram, mijn grootste fans, die mij elke vrijdagmiddag trouw stonden op te wachten om de wekelijkse bijlage persoonlijk in ontvangst te nemen. hoe anders had ik me het eind mei nog voorgesteld: nog een jaartje kranten bezorgen. dat was de bedoeling. door weer en wind, in het donkere naijlen van de nacht of in het licht van de aanstormende dag. zo’n beetje alle weersomstandigheden heb ik het afgelopen jaar doorstaan en heel wat bijzondere dingen meegemaakt. en ik wilde graag, die heerlijke belevenis nog één jaartje ondergaan. maar helaas, tussen droom en daad staan onder andere praktische bezwaren in de weg. praktische bezwaren, waar je geen invloed op uit kunt oefenen, omdat ze komen zoals ze komen en omdat ze gaan zoals ze gaan. ja plannen is mooi, je toekomst zo’n beetje uitstippelen is leuk en misschien wel verstandig, maar een maakbare samenleving bestaat nu eenmaal niet. merkwaardig dus eigenlijk, de gedachte, dat ikzelf het moment zou kunnen bepalen, waarop ik mijn krantentas aan de wilgen zou hangen. ja alles leek geregeld voor nog een jaartje kranten bezorgen. een prachtig regenpak, een echte krantenbezorgersfiets, een goede conditie en een uitstekende moraal. fysieke ongemakken als artrose, val- en glibberpartijen of coördinatie problemen waren geen beletsel. in principe deed alles het nog naar behoren. maar ik bleek buiten de waard van mijn lijf te hebben gerekend, want op een zekere morgen, begin juni op het stukje meppelerweg vanaf de rotonde tot aan de heuvel, kreeg ik een beetje pijn in mijn borst. een pijn die ik herkende van alweer zo’n vijftien jaar geleden, die ik toen kreeg op precies hetzelfde stukje weg, dat met recht ‘vals plat’ genoemd kan worden en die uiteindelijk leidde tot een stent in één van de kransslagaderen, die mijn hart van bloed en daarmee van de onontbeerlijke zuurstof voorzien. zuurstof, die je zeker ook nodig hebt om kranten bezorgen. en wat men ook van mij vindt of zegt: een ezel ben ik niet en ik stoot mij dus niet voor de tweede keer aan dezelfde steen. in dit geval de steen van een naderend hartinfarct. en hoewel na twee ziekenhuisopnames en navenante onderzoeken geen acute problematiek kon worden vastgesteld bleef de pijn en moest ik mij for the time being op de been houden (kranten bezorgen) met een pufje onder tong. maar ook dit lapmiddel heeft z’n grens. en die grens heb ik tot mijn spijt nu bereikt en het is maar te hopen, dat het offer om afstand te doen van mijn krantenwijk niet zinloos zal zijn. ria van hien
Als het hart niet meer wil, valt alles stil. Hoe hard je het ook anders wil. Vanochtend om ongeveer 07.00 uur liep ik voor de laatste keer mijn krantenwijkjes: Het Kornputkwartier, De Gagels en een gedeelte van de Kallenkoterallee. En de aller, allerlaatste krant was een Telegraaf in combinatie met het Algemeen Dagblad voor Sophie en Bram, mijn grootste fans, die mij elke vrijdagmiddag trouw stonden op te wachten om de wekelijkse bijlage persoonlijk in ontvangst te nemen.
Hoe anders had ik me het eind mei nog voorgesteld: Nog een jaartje kranten bezorgen. Dat was de bedoeling. Door weer en wind, in het donkere naijlen van de nacht of in het licht van de aanstormende dag. Zo’n beetje alle weersomstandigheden heb ik het afgelopen jaar doorstaan en heel wat bijzondere dingen meegemaakt. En ik wilde graag, die heerlijke belevenis nog één jaartje ondergaan. Maar helaas, tussen droom en daad staan onder andere praktische bezwaren in de weg. Praktische bezwaren, waar je geen invloed op uit kunt oefenen, omdat ze komen zoals ze komen en omdat ze gaan zoals ze gaan. Ja plannen is mooi, je toekomst zo’n beetje uitstippelen is leuk en misschien wel verstandig, maar een maakbare samenleving bestaat nu eenmaal niet. Merkwaardig dus eigenlijk, de gedachte, dat ikzelf het moment zou kunnen bepalen, waarop ik mijn krantentas aan de wilgen zou hangen.
Ja alles leek geregeld voor nog een jaartje kranten bezorgen. Een prachtig regenpak, een echte krantenbezorgersfiets, een goede conditie en een uitstekende moraal. Fysieke ongemakken als artrose, val- en glibberpartijen of coördinatie problemen waren geen beletsel. In principe deed alles het nog naar behoren. Maar ik bleek buiten de waard van mijn lijf te hebben gerekend, want op een zekere morgen, begin juni op het stukje Meppelerweg vanaf de rotonde tot aan De Heuvel, kreeg ik een beetje pijn in mijn borst. Een pijn die ik herkende van alweer zo’n vijftien jaar geleden, die ik toen kreeg op precies hetzelfde stukje weg, dat met recht ‘vals plat’ genoemd kan worden en die uiteindelijk leidde tot een stent in één van de kransslagaderen, die mijn hart van bloed en daarmee van de onontbeerlijke zuurstof voorzien. Zuurstof, die je zeker ook nodig hebt om kranten bezorgen. En wat men ook van mij vindt of zegt: een ezel ben ik niet en ik stoot mij dus niet voor de tweede keer aan dezelfde steen. In dit geval de steen van een naderend hartinfarct. En hoewel na twee ziekenhuisopnames en navenante onderzoeken geen acute problematiek kon worden vastgesteld bleef de pijn en moest ik mij for the time being op de been houden (kranten bezorgen) met een pufje onder tong. Maar ook dit lapmiddel heeft z’n grens. En die grens heb ik tot mijn spijt nu bereikt en het is maar te hopen, dat het offer om afstand te doen van mijn krantenwijk niet zinloos zal zijn.
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als je geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
FunctioneelAltijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door je Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.
als het hart niet meer wil, valt alles stil. hoe hard je het ook anders wil. vanochtend om ongeveer 07.00 uur liep ik voor de laatste keer mijn krantenwijkjes: het kornputkwartier, de gagels en een gedeelte van de kallenkoterallee. en de aller, allerlaatste krant was een telegraaf in combinatie met het algemeen dagblad voor sophie en bram, mijn grootste fans, die mij elke vrijdagmiddag trouw stonden op te wachten om de wekelijkse bijlage persoonlijk in ontvangst te nemen. hoe anders had ik me het eind mei nog voorgesteld: nog een jaartje kranten bezorgen. dat was de bedoeling. door weer en wind, in het donkere naijlen van de nacht of in het licht van de aanstormende dag. zo’n beetje alle weersomstandigheden heb ik het afgelopen jaar doorstaan en heel wat bijzondere dingen meegemaakt. en ik wilde graag, die heerlijke belevenis nog één jaartje ondergaan. maar helaas, tussen droom en daad staan onder andere praktische bezwaren in de weg. praktische bezwaren, waar je geen invloed op uit kunt oefenen, omdat ze komen zoals ze komen en omdat ze gaan zoals ze gaan. ja plannen is mooi, je toekomst zo’n beetje uitstippelen is leuk en misschien wel verstandig, maar een maakbare samenleving bestaat nu eenmaal niet. merkwaardig dus eigenlijk, de gedachte, dat ikzelf het moment zou kunnen bepalen, waarop ik mijn krantentas aan de wilgen zou hangen. ja alles leek geregeld voor nog een jaartje kranten bezorgen. een prachtig regenpak, een echte krantenbezorgersfiets, een goede conditie en een uitstekende moraal. fysieke ongemakken als artrose, val- en glibberpartijen of coördinatie problemen waren geen beletsel. in principe deed alles het nog naar behoren. maar ik bleek buiten de waard van mijn lijf te hebben gerekend, want op een zekere morgen, begin juni op het stukje meppelerweg vanaf de rotonde tot aan de heuvel, kreeg ik een beetje pijn in mijn borst. een pijn die ik herkende van alweer zo’n vijftien jaar geleden, die ik toen kreeg op precies hetzelfde stukje weg, dat met recht ‘vals plat’ genoemd kan worden en die uiteindelijk leidde tot een stent in één van de kransslagaderen, die mijn hart van bloed en daarmee van de onontbeerlijke zuurstof voorzien. zuurstof, die je zeker ook nodig hebt om kranten bezorgen. en wat men ook van mij vindt of zegt: een ezel ben ik niet en ik stoot mij dus niet voor de tweede keer aan dezelfde steen. in dit geval de steen van een naderend hartinfarct. en hoewel na twee ziekenhuisopnames en navenante onderzoeken geen acute problematiek kon worden vastgesteld bleef de pijn en moest ik mij for the time being op de been houden (kranten bezorgen) met een pufje onder tong. maar ook dit lapmiddel heeft z’n grens. en die grens heb ik tot mijn spijt nu bereikt en het is maar te hopen, dat het offer om afstand te doen van mijn krantenwijk niet zinloos zal zijn. ria van hien
als het hart niet meer wil, valt alles stil. hoe hard je het ook anders wil. vanochtend om ongeveer 07.00 uur liep ik voor de laatste keer mijn krantenwijkjes: het kornputkwartier, de gagels en een gedeelte van de kallenkoterallee. en de aller, allerlaatste krant was een telegraaf in combinatie met het algemeen dagblad voor sophie en bram, mijn grootste fans, die mij elke vrijdagmiddag trouw stonden op te wachten om de wekelijkse bijlage persoonlijk in ontvangst te nemen. hoe anders had ik me het eind mei nog voorgesteld: nog een jaartje kranten bezorgen. dat was de bedoeling. door weer en wind, in het donkere naijlen van de nacht of in het licht van de aanstormende dag. zo’n beetje alle weersomstandigheden heb ik het afgelopen jaar doorstaan en heel wat bijzondere dingen meegemaakt. en ik wilde graag, die heerlijke belevenis nog één jaartje ondergaan. maar helaas, tussen droom en daad staan onder andere praktische bezwaren in de weg. praktische bezwaren, waar je geen invloed op uit kunt oefenen, omdat ze komen zoals ze komen en omdat ze gaan zoals ze gaan. ja plannen is mooi, je toekomst zo’n beetje uitstippelen is leuk en misschien wel verstandig, maar een maakbare samenleving bestaat nu eenmaal niet. merkwaardig dus eigenlijk, de gedachte, dat ikzelf het moment zou kunnen bepalen, waarop ik mijn krantentas aan de wilgen zou hangen. ja alles leek geregeld voor nog een jaartje kranten bezorgen. een prachtig regenpak, een echte krantenbezorgersfiets, een goede conditie en een uitstekende moraal. fysieke ongemakken als artrose, val- en glibberpartijen of coördinatie problemen waren geen beletsel. in principe deed alles het nog naar behoren. maar ik bleek buiten de waard van mijn lijf te hebben gerekend, want op een zekere morgen, begin juni op het stukje meppelerweg vanaf de rotonde tot aan de heuvel, kreeg ik een beetje pijn in mijn borst. een pijn die ik herkende van alweer zo’n vijftien jaar geleden, die ik toen kreeg op precies hetzelfde stukje weg, dat met recht ‘vals plat’ genoemd kan worden en die uiteindelijk leidde tot een stent in één van de kransslagaderen, die mijn hart van bloed en daarmee van de onontbeerlijke zuurstof voorzien. zuurstof, die je zeker ook nodig hebt om kranten bezorgen. en wat men ook van mij vindt of zegt: een ezel ben ik niet en ik stoot mij dus niet voor de tweede keer aan dezelfde steen. in dit geval de steen van een naderend hartinfarct. en hoewel na twee ziekenhuisopnames en navenante onderzoeken geen acute problematiek kon worden vastgesteld bleef de pijn en moest ik mij for the time being op de been houden (kranten bezorgen) met een pufje onder tong. maar ook dit lapmiddel heeft z’n grens. en die grens heb ik tot mijn spijt nu bereikt en het is maar te hopen, dat het offer om afstand te doen van mijn krantenwijk niet zinloos zal zijn. ria van hien