Fysiotherapie door Hans Bogers
Het leuke van ouder worden is het toenemend aantal herinneringen. Positieve herinneringen, negatieve herinneringen, herinneringen waaraan je liever niet herinnerd wil worden. Herinneringen, die je, meestal volgens anderen, verdrongen hebt, of die je je niet herinnert. En dat worden er dus met de dag steeds meer, zeker als je zoals ik nogal herinneringsgevoelig bent. Â
Daarom ben ik begonnen om mijn herinneringen te categoriseren, al was het alleen maar om enige stabiliserende ordening aan te brengen. Ik ben op dat– voor mij wezensvreemde idee, want ik ben van nature een ongeordend mens– gekomen toen ik mij zette aan het schrijven van deze column, waarvan het idee voor het onderwerp mij al enige tijd voor ogen stond: ‘mijn bezoek aan fysiotherapeute Henny Vogel e.v. afgelopen dinsdag’Â
Met voorbereidende vragen als: wanneer kwam ik voor het eerst in aanraking met fysiotherapie; hoeveel fysiotherapeuten hebben mij ooit onder handen genomen en heb ik er baat bij gehad? Ja, als je zo begint, dan open je heel wat herinneringslaadjes en ligt het gevaar van uitweiding nadrukkelijk op de loer. Gelukkig heb ik me wat dat betreft weten in te houden en ben ik gewoon begonnen bij het begin om uiteindelijk uit te komen bij dinsdag 12 oktober.Â
Mijn eerste kennismaking met fysiotherapie was in het midden van de zestiger jaren, al heette dat toen nog heilgymnastiek. Ik kwam toen vaak bij de familie van Kooten over de vloer en zoon Peter studeerde voor dat vak. Ik werd voor het eerst behandeld door een fysiotherapeut toen ik op de Politie Academie zat. Aan een peesschede ontsteking. Zelf laken en handdoek meenemen was daarbij de boodschap. Het heeft geholpen, want ik loop nog steeds. En de elektrische stroompjes voelden heerlijk aan. Aan later toegepaste geluidsgolfjes heb ik geen voelbare herinnering. Lange tijd daarna heb ik het zonder fysiotherapie kunnen stellen, wrijven was vaak voldoende, maar in Steenwijk was het herhaaldelijk raak. In Heerenveen leerde ik mede dankzij fysiotherapie weer hoe ik moest lopen.Â
Binnenkort ga ik aan een hartrevalidatietraject beginnen, waar ik zal worden bijgestaan door een fysiotherapeut, maar voor het zover is eerst een terugblik op afgelopen dinsdag.
Terwijl mijn vastzittende schouder op vakkundige wijze werd losgemaakt en mij het vooruitzicht werd geboden op nog een kwartiertje stroom, praatten we even bij over Nederland Gibraltar, waar we allebei van hadden genoten. Over Noa Lang met die schitterende balaanname, over de flitsende Arnaut Danjuma, over de uitstraling van Memphis, èn over het fenomeen Van Gaal, dat naar ons beider (Henny’s professionele en mijn leken) oordeel voor wat betreft z’n rug zeker eens onder handen zou moeten worden genomen door een kundige fysiotherapeut, zoals Henny bijvoorbeeld.