De gemeenteraadsverkiezingen door Hans Bogers
Nog even en dan is het weer zo ver. Dan gaan de inwoners van bijna alle gemeenten in en behorend bij Nederland stemmen. De laatste keer, dat ze dat deden is alweer 4 jaar geleden. Waar blijft de tijd, zou je zeggen en het is dus de hoogste tijd om maar weer eens vast te stellen hoe de gemeentepolitieke vlag erbij hangt. Misschien gaat het na 16 maart, want dat is de dag van de verkiezingen, er wel heel anders uitzien in de meer dan 330 gemeenten, die Nederland rijk is. Maar daar zal ik niet op vooruitlopen. Eerst maar eens kijken hoe de vlag er nu bij hangt. En daar zeg je al zowat HANGT. Echt wapperen doet onze democratische driekleur niet en dat komt niet alleen door het ontbreken van wind.Â
Net zoals de veelkleurige LHBTIQA+ vlag, die aan de Steenwieker Toor’n hangt. Die wappert ook niet en soms lijkt het erop, dat De Toor’n toren pisa neigingen krijgt als vermanende vingerwijzing, dat de seksuele tolerantie of beter gezegd het respect voor (seksueel)anders geaarden nou niet bepaald door een substantieel deel van de Steenwijkerlandse bevolking wordt gedeeld. Een discussie over hoe we het begrip ‘anders’ horen te duiden moeten we op een ander moment nog maar eens met elkaar voeren.
Maar terug naar de verkiezingen en die treurige vlag, want geef nou toe, die hangt er echt slecht bij. En dan denk ik aan de minister van Binnenlandse zaken, die alles in het werk zegt te stellen om de politiek en daarmee de stembusgang aantrekkelijker te maken. Alles? Dat betwijfel ik, maar zelfs dan zal de belangstelling voor politiek en wat daarmee te maken heeft afnemen.Â
En ik heb eerlijk gezegd geen idee hoe die teloorgang tot staan te brengen. Neem nou bijvoorbeeld de toeslagenaffaire, die niet alleen veroorzaakt wordt door het rijk, maar ook door aanvragers, die geen kinderen hebben, of nooit kinderopvangtoeslag hebben ontvangen, of aanvragen die te maken hebben met particuliere of publieke schulden, die niets te maken hebben met de toeslagenaffaire. Dat het zo vreselijk misloopt is kennelijk niet alleen aan het rijk te wijten.
Waarmee ik maar wil zeggen, dat die afnemende belangstelling voor (ook) de lokale politiek niet alleen te wijten is aan het college van B&W, de gemeenteraad, de gemeenteraadscommissie, de politieke partijen of de ambtenarij, maar ook aan burgerij zelf. Politieke partijen hebben de grootste moeite, zowel kwalitatief als kwantitatief kandidaten te vinden om hun partijlijsten te vullen. Nee, het democratisch perspectief wordt er niet rooskleuriger op.