Relativeren, nuanceren door Hans Bogers
Een beetje columnist kan maar beter zijn onderwerpen niet nuanceren of relativeren, want dan blijft er van zijn schrijfsels alleen nog maar een flauw aftreksel over en is alle scherpte, die een goede column tekent, verdwenen. Overigens politieke partijen, zeker die nog niet in het centrum van de macht zitten, houden zich ook maar beter verre van ‘water bij de wijn’, ‘begrip voor andermans standpunt’, ’ nuance’ , ‘relativering’, of dat soort dingen’. Dat vervagende gedoe haalt de scherpte van het eigen standpunt onderuit en levert geen kiezers op. Je moet er toch niet aan denken, dat de PVV, het Forum voor Democratie, de SP en Denk er een genuanceerd standpunt op na zouden houden. Dat zou de dood in de pot zijn. Merkwaardig genoeg is diezelfde nuancering overigens de enige kans zijn om politieke macht te krijgen. In één van zijn gedichten van JC Bloem staat een zinnetje, waarin alle vormen van relativering zich hebben samengebald: ”En dan: Het had nog zoveel erger kunnen zijn.”
Ja als je je dat realiseert, dat het altijd veel erger had kunnen zijn, dan zou je eigen ellende nog wel eens mee kunnen vallen. Hoewel, als ik m’n been breek, wordt de pijn niet minder als ik denk aan het gebroken been van m’n buurman.
Maar dat het nog veel ingewikkelder kan werd ik me bewust, toen ik weer eens een afspraak maakte met een specialist, dit keer, een plastisch chirurg. Ik bedacht me namelijk dat mijn eigen ellende genuanceerd werd door….mijn eigen ellende.
Ik leg uit. Ik ben de laatste tijd nogal bezig met mijn medische malheur en er verscheen voor mijn geestesoog een lange lijst van medische ditjes en datjes, variërend van huis tuin en keuken mankementen tot ernstiger ongemak. Ja van alles heb ik meegemaakt. Niet altijd even leuk, soms behoorlijk pijnlijk en een enkele keer levensbedreigend, maar meestal, ondanks alles, en merkwaardige genoeg, wél interessant en ik denk zelfs, dat ik er ooit nog eens een boek over ga schrijven.
Maar over die medische geschiedenis as such gaat het nu even niet. Het gaat in deze column om mijn ervaring met het nuancerende effect van lichamelijke problemen. Zo worstel ik al enige tijd met beschadigde kransslagaders en ik maak mij daar best wel zorgen over. Maar die zorgen vergat ik toen ik ook last kreeg van artrose vingers, waarbij de vingergewrichtjes kraakbeen verliezen en daarmee hun soepel scharnierende functie. Bot op bot dus. Kraakbeen verwordt tot krakbeen. Heel pijnlijk soms, maar het vooruitzicht van een bezoek aan een specialist en mogelijk de plaatsing van kunstgewrichtjes is zo spannend, dat die hartzorgen er even niet meer toe doen.