Een groene draad door Hans Bogers
We waren tijdig gewaarschuwd door het projectteam Glasvezelaanleg over de aanleg van het glasvezelnetwerk van Delta Fiber. En vorige week was het zover. Een tsunami overspoelde de Kraaiheide. In alle vroegte kwamen een wit personenbusje en een busje met aanhanger de straat inrijden. Ongeveer tien gehelmde oranje hesjes stapten uit en binnen de kortste keren was het een en al bedrijvigheid en stond de straat vol met een grote kabelhaspel, voorzien van honderden meters groene kabel, een mini graafmachine, compressoren, een trilstamper, een soort grondboor, kruiwagens, spaden, bezems, stampers, verkeersbebording en houten loopplaten. Een heuse invasie was het en in materiële zin leek aan alles gedacht. Nou ja alles! Normaal zie je bij dit soort projecten een bouwkeet en een mobiele wc. Maar die ontbraken. Poepen plassen doe je maar in je eigen tijd, leek de al dan niet grote boodschap. Er werd hard gewerkt door de oranje hesjes. Trottoirs werden opengebroken, putten en sleuven gegraven, kabels getrokken of met behulp van de compressoren onder de grond van put naar put geschoten tot aan de put vlakbij de huisdeuren. Toen de groene kabels waren aangelegd, werden alle putten en sleuven weer dichtgegooid en de trottoirs en opritten keurig in hun oude staat teruggebracht. Waar nodig werd zelfs gras ingezaaid. Ja, zoals gezegd, er werd hard doorgewerkt door de oranje hesjes en een praatje maken zat er niet in. Enerzijds omdat daar eigenlijk geen tijd voor was en anderzijds omdat geen van die harde werkers, de Nederlandse, noch de Engelse, noch de Duitse taal machtig was. Alleen een geel hesje was enigszins aanspreekbaar, maar die had het veel te druk. Door een medebuurtbewoner liet ik me vertellen, dat de hesjes uit Bulgarije en/of Griekenland kwamen en dat hun verblijfplaats Den Haag was. Het zette me wel aan het denken: ’s ochtends in alle vroegte vertrekken uit Den Haag om op tijd in Steewijk te zijn, meteen aan de slag, een paar korte pauzes in het gras daargelaten, lang en hard doorwerken en daarna weer naar Den Haag. Werk doen waar autochtone Nederlanders te goed voor zijn, in een tempo, waaraan autochtone Nederlanders niet moeten denken en dat voor een salaris, waar die autochtone Nederlanders hun neus ophalen. En ik dacht aan de landelijke discussies over arbeidsmigratie, over het grote tekort aan personeel en over de zinnige, maar vooral onzinnige argumenten die daarmee gepaard gaan. Over automatisering, computerisering, robotisering. Over de kloof tussen arm en rijk. De voors en tegens van de wereldeconomie. Over de hele mikmak. Ik ben geen econoom, veel te ingewikkeld, en de enige economische theorie, die ik ooit meende te snappen, was de grensnut theorie, al lijkt die inmiddels alweer achterhaald te zijn. Nee ik snap er geen jota van, maar één ding weet ik zeker: Er klopt iets niets! Sterker nog: Er klopt heel veel niet.