Jacques Brel door Hans Bogers
Het is niet goed om als columnist te lang in een onderwerp te blijven hangen. Te vaak over hetzelfde te schrijven. En dat was ook één van mijn voornemens, toen ik besloot mijn wekelijkse schrijfseltjes voor de SLOS nog een tijdje te blijven maken. Maar net als met alle andere goede voornemens, bleek ook dit niet lang houdbaar. Het overlijden en het definitieve afscheid van mijn mooie lieve kleindochter Sophie heeft daarvoor te diep op mij ingehakt. En vandaag, donderdag 9 juni, de dag na haar definitieve afscheid, ik me achter mijn computer bedenk hoe mijn column te schrijven en waarover, nog niet in staat blijkend te schrijven over de Steenwijkerlander mensen en gebeurtenissen van alledag, kijk ik terug op wel de meest bijzondere periode in mijn leven, die begon met mijn afscheid van de SLOS en de erepenning van Steenwijkerland, die mij door burgemeester Rob Bats namens de gemeente Steenwijkerland werd uitgereikt. Een heel aangrijpend moment. Daarna het pensioensfeest van Marijke, verlucht met een draaiorgelconcert door De Parel. En de weken daarna, de weken rond Pinksteren, waarin Sophietje is gestorven en gecremeerd. En ik merk, dat het hele emotionele, het niet te stoppen verdriet, het op elk moment van de dag in huilen uit te kunnen barsten, plaats heeft gemaakt voor een zekere rust. Een rust in het hoofd, die weer ruimte geeft aan het zien en waarderen van mensen en van wat er gebeurt. Ook weer open staan voor andere dingen dan voor alleen je eigen verdriet. Verdriet is in dat opzicht, hoe onontkoombaar ook en hoe begrijpelijk, een bijzondere vorm, wellicht noodzakelijke vorm, van egoïsme.Â
Ik was gevraagd om in de afscheidsdienst van Sophietje iets te zeggen: en om dat goed te doen, heb ik de eenmaal geschreven tekst tig keer gelezen en voorgedragen om te voorkomen door tranen te worden overmand tijdens de dienst. En dat heeft mij geholpen om los te komen van alleen het verdriet. Ik heb de talloze bloemen gezien, de enorme hoeveelheid lieve kaartjes, de mondelinge en telefonische reacties, de reacties van mijn lezers en luisteraars. Ik heb gelezen en geluisterd en de mensen achter die woorden gezien en gewaardeerd. Hoe troostend was dat. En ik heb het prachtige chanson van Jacques Brel – Voir un ami pleurer- wat wij beter kennen als -Een vriend zien huilen – gezongen door Herman van Veen, beter begrepen. De essentie, dat zich in deze wereld, waarin de ene na de andere ramp zich voltrekt, dat wat dichtbij gebeurt altijd veel erger is. En hoe merkwaardig: ik heb na een leven lang bezig te zijn geweest met muziek het verschil gehoord tussen een B als onderdeel van een B mineur akkoord en een B als onderdeel van een G akkoord. En daar de les uit getrokken, dat een toon niet op zichzelf kan staan, maar alleen door de tonen erom heen. Dat een GIS toch echt iets anders is dan een AS.Â
Sophietjes dood en haar afscheid, de woorden de beelden, de muziek: Er is een merkwaardige rust in mij gekomen. Een rust, die veel meer is dan acceptatie alleen, er vrede mee hebben. Een rust die vertrouwen geeft voor de toekomst. Een toekomst voor ons.