Jokken door Hans Bogers
Er is een tijd geweest, dat ik heilig geloofde in de eerlijkheid en integriteit van onze volksvertegenwoordigers in het Haagse. Dat ik erin geloofde, dat er (ik beperk mij tot de Tweede Kamer en de regering) alleen maar mensen zaten met in ieder geval een gezond verstand en een hoogstaand karakter . Dat het ministerschap het hoogst haalbare in het werkzame leven was. Dat ministers niet voor niks excellenties werden genoemd. Excellent in de meest letterlijke zin van het woord: uitmuntend. Beter, oprechter, of professioneler was er niet. En het leek in die tijd, dat die excellente vaardigheden van nature niet voor vrouwen waren weggelegd. Dat laatste, al vooruitlopend op het vervolg van deze column, kan, ervaringsgewijs met alle zekerheid worden weerlegd: politieke vrouwen zijn in alles gelijkwaardig aan politieke mannen. Dames kunnen bijvoorbeeld net zo hard jokken, woorden verdraaien of uit hun context halen als heren. En dat geldt zowel voor liberale, christelijke, sociaal democratische, of dames van andere gezindten. Wat betreft het uitvoeren van het Haagse politieke bedrijf is de emancipatie bijna voltooid. ‘Bijna’ zeg ik met nadruk want het niveau van het alleen maar ordinaire gescheld en geschreeuw hebben de dames (nog) niet bereikt.
Maar terug naar de tijd van mijn heilige geloof in de Haagse politiek: In de loop der jaren nam mijn goedgelovige, welhaast kinderlijk vertrouwen af. Al kan ik geen eenduidig moment aanwijzen waarop mij de schellen van de ogen vielen. Het was een sluipend proces, een proces dat parallel liep met de vele veranderingen in de maatschappij. Boer Koekoek en Hans Janmaat waren wat onschuldige rimpelingen in de hofvijver. Onschuldig? Toen ja, maar de koekoeken en de Janmaten zijn over ons gekomen. En hoe: de Koekoekianen en de Janmatelingen ontdekten, dat het combineren van schreeuwen en jokken hun positie nog sterker maakte. Zoveel sterker, dat ze het bijna voor het zeggen hebben in het parlement. Excellentie en integriteit leken voorheen de hoogste politieke waarden, maar die zijn verworden, tot verbaal geweld, tot jokkebrokken en tot het verdraaien van feiten. Het landsbelang speelt allang geen rol meer en de burger komt zeker niet meer op de eerste plaats . En omdat de partijen, die het in principe wel een beetje fair willen spelen, uitgaan van het adagium, dat je vuur met vuur moet bestrijden, is het ook vanuit die hoek een jokkernij en een gedraai, dat het een aard heeft.Â
Hans Gruyters een prominent D66’er adviseerde zijn partijgenoten ooit eens na het geven van een hand aan een CDA-er, nog even te kijken of ze al hun vingers nog hadden. Dat zou hij nu iedereen, die een Haagse politicus de hand wil drukken, kunnen adviseren.Â
Tenzij er in ‘s- Gravenhage, dankzij corona geen handen meer worden gegeven, natuurlijk.