ik ben geen ziener, geen profeet, geen voorspeller, geen waarzegger of iemand, die in de toekomst kan kijken en de door hem aanschouwde vergezichten weet om te zetten in een voor de gewone mens begrijpelijke taal. nee dat ben ik geenszins en mocht ik die ambitie gehad hebben, soms opgedrongen in de zogenaamde beoordelingsgesprekken, die ik ooit, in mijn werkzame leven, moest ondergaan met de vraag: “waar denk je over 10 jaar te staan?”, dan heeft dat nergens toe geleid. toch durf ik wel te voorspellen, dat er zich nooit een zogenaamde anderhalve meter economie zal ontwikkelen. dat is ten ene male onmogelijk. o, zeker we zullen het gaan proberen, maar het zal er nooit echt van komen. andere oplossingen zullen er in de toekomst gevonden gaan worden. welke? dat ligt in de schoot van de toekomst verborgen. maar, er is nog iets, waar ik ook een korte termijn profetie aan durf te wagen: mijn toekomstige haardracht. dat wordt een wilde haardos. ik heb nooit zo stil gestaan bij mijn haartooi, maar nu ik niet meer in de spiegel van de kapper mag kijken, nu is ook mijn haar onderwerp van contemplatie geworden. een mens weet pas wat hij mist als de kapper er niet meer is. een gemis wat mij dus aan het denken heeft gezet. want wat betekende ‘haar’ bijvoorbeeld in mijn diverse levensfasen? heeft ‘haar’ ooit betekenis gehad? als kleuter had ik, naar ik mij heb laten vertellen, een mooie krullenkop. het maakte mij een schattig mannetje en die krullen mochten gedurende het begin van die kleutertijd best mijn hoofd sieren. maar daar kwam verandering toen ik naar de kleuterschool toe ging. mijn haar werd kapsel en moest daartoe gefatsoeneerd worden. kort gehouden dus. weg krullen. en kort bleef het, tot aan mijn turbulente puberteit. de tijd van the kinks, spencer davis, the animals en the beatles. de tijd van verzet. de tijd van mijn eerste bandje just a little bit… toen moest het haar groeien als teken van verzet. mijn favoriet coupe was die à la ray davis van de kinks, zo’n gordijntje met een korte scheiding aan de voorkant. ik was trots op die coupe en niet alleen als symbool van opstandigheid. dat mijn haardracht daarna, tijdens mijn werkzame tijd bij de politie tot minimale proporties werd teruggebracht was bijna van vanzelfsprekend. lang haar paste een politieman nu eenmaal niet. en toen het kon, hoefde het voor mij niet meer. na mijn werkzame periode liet ik mijn haar weer enigszins de vrije loop. en nu, nu ik dus niet meer in de spiegel van de kapper mag kijken gaan alle remmen los, en op wat voor stijl dat uit zal gaan lopen, dat weet ik niet precies. een coupe à la catweazle? een coupe à la einstein. ik houd het maar op een coupe corona en ik zal wel zien waar dat toe leidt. column terugluisteren? klik hier. ria van hien
Open contextspeler
Sluit de contextspeler
ik ben geen ziener, geen profeet, geen voorspeller, geen waarzegger of iemand, die in de toekomst kan kijken en de door hem aanschouwde vergezichten weet om te zetten in een voor de gewone mens begrijpelijke taal. nee dat ben ik geenszins en mocht ik die ambitie gehad hebben, soms opgedrongen in de zogenaamde beoordelingsgesprekken, die ik ooit, in mijn werkzame leven, moest ondergaan met de vraag: “waar denk je over 10 jaar te staan?”, dan heeft dat nergens toe geleid. toch durf ik wel te voorspellen, dat er zich nooit een zogenaamde anderhalve meter economie zal ontwikkelen. dat is ten ene male onmogelijk. o, zeker we zullen het gaan proberen, maar het zal er nooit echt van komen. andere oplossingen zullen er in de toekomst gevonden gaan worden. welke? dat ligt in de schoot van de toekomst verborgen. maar, er is nog iets, waar ik ook een korte termijn profetie aan durf te wagen: mijn toekomstige haardracht. dat wordt een wilde haardos. ik heb nooit zo stil gestaan bij mijn haartooi, maar nu ik niet meer in de spiegel van de kapper mag kijken, nu is ook mijn haar onderwerp van contemplatie geworden. een mens weet pas wat hij mist als de kapper er niet meer is. een gemis wat mij dus aan het denken heeft gezet. want wat betekende ‘haar’ bijvoorbeeld in mijn diverse levensfasen? heeft ‘haar’ ooit betekenis gehad? als kleuter had ik, naar ik mij heb laten vertellen, een mooie krullenkop. het maakte mij een schattig mannetje en die krullen mochten gedurende het begin van die kleutertijd best mijn hoofd sieren. maar daar kwam verandering toen ik naar de kleuterschool toe ging. mijn haar werd kapsel en moest daartoe gefatsoeneerd worden. kort gehouden dus. weg krullen. en kort bleef het, tot aan mijn turbulente puberteit. de tijd van the kinks, spencer davis, the animals en the beatles. de tijd van verzet. de tijd van mijn eerste bandje just a little bit… toen moest het haar groeien als teken van verzet. mijn favoriet coupe was die à la ray davis van de kinks, zo’n gordijntje met een korte scheiding aan de voorkant. ik was trots op die coupe en niet alleen als symbool van opstandigheid. dat mijn haardracht daarna, tijdens mijn werkzame tijd bij de politie tot minimale proporties werd teruggebracht was bijna van vanzelfsprekend. lang haar paste een politieman nu eenmaal niet. en toen het kon, hoefde het voor mij niet meer. na mijn werkzame periode liet ik mijn haar weer enigszins de vrije loop. en nu, nu ik dus niet meer in de spiegel van de kapper mag kijken gaan alle remmen los, en op wat voor stijl dat uit zal gaan lopen, dat weet ik niet precies. een coupe à la catweazle? een coupe à la einstein. ik houd het maar op een coupe corona en ik zal wel zien waar dat toe leidt. column terugluisteren? klik hier. ria van hien
Ik ben geen ziener, geen profeet, geen voorspeller, geen waarzegger of iemand, die in de toekomst kan kijken en de door hem aanschouwde vergezichten weet om te zetten in een voor de gewone mens begrijpelijke taal. Nee dat ben ik geenszins en mocht ik die ambitie gehad hebben, soms opgedrongen in de zogenaamde beoordelingsgesprekken, die ik ooit, in mijn werkzame leven, moest ondergaan met de vraag: “Waar denk je over 10 jaar te staan?”, dan heeft dat nergens toe geleid. Toch durf ik wel te voorspellen, dat er zich nooit een zogenaamde anderhalve meter economie zal ontwikkelen. Dat is ten ene male onmogelijk. O, zeker we zullen het gaan proberen, maar het zal er nooit echt van komen. Andere oplossingen zullen er in de toekomst gevonden gaan worden. Welke? Dat ligt in de schoot van de toekomst verborgen.
Maar, er is nog iets, waar ik ook een korte termijn profetie aan durf te wagen: mijn toekomstige haardracht. Dat wordt een wilde haardos. Ik heb nooit zo stil gestaan bij mijn haartooi, maar nu ik niet meer in de spiegel van de kapper mag kijken, nu is ook mijn haar onderwerp van contemplatie geworden. Een mens weet pas wat hij mist als de kapper er niet meer is. Een gemis wat mij dus aan het denken heeft gezet. Want wat betekende ‘haar’ bijvoorbeeld in mijn diverse levensfasen? Heeft ‘haar’ ooit betekenis gehad? Als kleuter had ik, naar ik mij heb laten vertellen, een mooie krullenkop. Het maakte mij een schattig mannetje en die krullen mochten gedurende het begin van die kleutertijd best mijn hoofd sieren. Maar daar kwam verandering toen ik naar de kleuterschool toe ging. Mijn haar werd kapsel en moest daartoe gefatsoeneerd worden. Kort gehouden dus. Weg krullen. En kort bleef het, tot aan mijn turbulente puberteit. De tijd van the Kinks, Spencer Davis, the Animals en the Beatles. De tijd van verzet. De tijd van mijn eerste bandje Just A Little Bit… Toen moest het haar groeien als teken van verzet. Mijn favoriet coupe was die à la Ray Davis van de Kinks, zo’n gordijntje met een korte scheiding aan de voorkant. Ik was trots op die coupe en niet alleen als symbool van opstandigheid. Dat mijn haardracht daarna, tijdens mijn werkzame tijd bij de politie tot minimale proporties werd teruggebracht was bijna van vanzelfsprekend. Lang haar paste een politieman nu eenmaal niet. En toen het kon, hoefde het voor mij niet meer. Na mijn werkzame periode liet ik mijn haar weer enigszins de vrije loop. En nu, nu ik dus niet meer in de spiegel van de kapper mag kijken gaan alle remmen los, en op wat voor stijl dat uit zal gaan lopen, dat weet ik niet precies. Een coupe à la Catweazle? Een coupe à la Einstein. Ik houd het maar op een coupe Corona en ik zal wel zien waar dat toe leidt.
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als je geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door je Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.
ik ben geen ziener, geen profeet, geen voorspeller, geen waarzegger of iemand, die in de toekomst kan kijken en de door hem aanschouwde vergezichten weet om te zetten in een voor de gewone mens begrijpelijke taal. nee dat ben ik geenszins en mocht ik die ambitie gehad hebben, soms opgedrongen in de zogenaamde beoordelingsgesprekken, die ik ooit, in mijn werkzame leven, moest ondergaan met de vraag: “waar denk je over 10 jaar te staan?”, dan heeft dat nergens toe geleid. toch durf ik wel te voorspellen, dat er zich nooit een zogenaamde anderhalve meter economie zal ontwikkelen. dat is ten ene male onmogelijk. o, zeker we zullen het gaan proberen, maar het zal er nooit echt van komen. andere oplossingen zullen er in de toekomst gevonden gaan worden. welke? dat ligt in de schoot van de toekomst verborgen. maar, er is nog iets, waar ik ook een korte termijn profetie aan durf te wagen: mijn toekomstige haardracht. dat wordt een wilde haardos. ik heb nooit zo stil gestaan bij mijn haartooi, maar nu ik niet meer in de spiegel van de kapper mag kijken, nu is ook mijn haar onderwerp van contemplatie geworden. een mens weet pas wat hij mist als de kapper er niet meer is. een gemis wat mij dus aan het denken heeft gezet. want wat betekende ‘haar’ bijvoorbeeld in mijn diverse levensfasen? heeft ‘haar’ ooit betekenis gehad? als kleuter had ik, naar ik mij heb laten vertellen, een mooie krullenkop. het maakte mij een schattig mannetje en die krullen mochten gedurende het begin van die kleutertijd best mijn hoofd sieren. maar daar kwam verandering toen ik naar de kleuterschool toe ging. mijn haar werd kapsel en moest daartoe gefatsoeneerd worden. kort gehouden dus. weg krullen. en kort bleef het, tot aan mijn turbulente puberteit. de tijd van the kinks, spencer davis, the animals en the beatles. de tijd van verzet. de tijd van mijn eerste bandje just a little bit… toen moest het haar groeien als teken van verzet. mijn favoriet coupe was die à la ray davis van de kinks, zo’n gordijntje met een korte scheiding aan de voorkant. ik was trots op die coupe en niet alleen als symbool van opstandigheid. dat mijn haardracht daarna, tijdens mijn werkzame tijd bij de politie tot minimale proporties werd teruggebracht was bijna van vanzelfsprekend. lang haar paste een politieman nu eenmaal niet. en toen het kon, hoefde het voor mij niet meer. na mijn werkzame periode liet ik mijn haar weer enigszins de vrije loop. en nu, nu ik dus niet meer in de spiegel van de kapper mag kijken gaan alle remmen los, en op wat voor stijl dat uit zal gaan lopen, dat weet ik niet precies. een coupe à la catweazle? een coupe à la einstein. ik houd het maar op een coupe corona en ik zal wel zien waar dat toe leidt. column terugluisteren? klik hier. ria van hien
ik ben geen ziener, geen profeet, geen voorspeller, geen waarzegger of iemand, die in de toekomst kan kijken en de door hem aanschouwde vergezichten weet om te zetten in een voor de gewone mens begrijpelijke taal. nee dat ben ik geenszins en mocht ik die ambitie gehad hebben, soms opgedrongen in de zogenaamde beoordelingsgesprekken, die ik ooit, in mijn werkzame leven, moest ondergaan met de vraag: “waar denk je over 10 jaar te staan?”, dan heeft dat nergens toe geleid. toch durf ik wel te voorspellen, dat er zich nooit een zogenaamde anderhalve meter economie zal ontwikkelen. dat is ten ene male onmogelijk. o, zeker we zullen het gaan proberen, maar het zal er nooit echt van komen. andere oplossingen zullen er in de toekomst gevonden gaan worden. welke? dat ligt in de schoot van de toekomst verborgen. maar, er is nog iets, waar ik ook een korte termijn profetie aan durf te wagen: mijn toekomstige haardracht. dat wordt een wilde haardos. ik heb nooit zo stil gestaan bij mijn haartooi, maar nu ik niet meer in de spiegel van de kapper mag kijken, nu is ook mijn haar onderwerp van contemplatie geworden. een mens weet pas wat hij mist als de kapper er niet meer is. een gemis wat mij dus aan het denken heeft gezet. want wat betekende ‘haar’ bijvoorbeeld in mijn diverse levensfasen? heeft ‘haar’ ooit betekenis gehad? als kleuter had ik, naar ik mij heb laten vertellen, een mooie krullenkop. het maakte mij een schattig mannetje en die krullen mochten gedurende het begin van die kleutertijd best mijn hoofd sieren. maar daar kwam verandering toen ik naar de kleuterschool toe ging. mijn haar werd kapsel en moest daartoe gefatsoeneerd worden. kort gehouden dus. weg krullen. en kort bleef het, tot aan mijn turbulente puberteit. de tijd van the kinks, spencer davis, the animals en the beatles. de tijd van verzet. de tijd van mijn eerste bandje just a little bit… toen moest het haar groeien als teken van verzet. mijn favoriet coupe was die à la ray davis van de kinks, zo’n gordijntje met een korte scheiding aan de voorkant. ik was trots op die coupe en niet alleen als symbool van opstandigheid. dat mijn haardracht daarna, tijdens mijn werkzame tijd bij de politie tot minimale proporties werd teruggebracht was bijna van vanzelfsprekend. lang haar paste een politieman nu eenmaal niet. en toen het kon, hoefde het voor mij niet meer. na mijn werkzame periode liet ik mijn haar weer enigszins de vrije loop. en nu, nu ik dus niet meer in de spiegel van de kapper mag kijken gaan alle remmen los, en op wat voor stijl dat uit zal gaan lopen, dat weet ik niet precies. een coupe à la catweazle? een coupe à la einstein. ik houd het maar op een coupe corona en ik zal wel zien waar dat toe leidt. column terugluisteren? klik hier. ria van hien