de schrijfwijze van de titel van deze column alleen al heeft me de nodige hoofdbrekens gekost. is het nou zonnebril of zonnenbril? voor beide is wel wat te zeggen, vind ik. zonnebril, zonder derde n, schrijf je volgens het boekje, want er is maar één zon, die de aarde op gang houdt, maar zonnenbril, mét een derde n, is ook goed als je ervan uitgaat, dat je die bril gebruikt om te kunnen zonnen. maar goed, dit semantisch getheoretiseer is voor deze column niet echt van belang en ik wil dat daarom verder maar laten voor wat het is. de zonnebril dus. sinds ik een paar maanden geleden twee nieuwe ooglenzen aangemeten heb gekregen, vakkundig geïmplanteerd door een deskundige oogarts, lijkt het zonlicht veel helderder, scherper, te zijn geworden. zozeer zelfs, dat ik er niet onder uitkom zo af en toe een zonnebril te gebruiken. ik heb zelfs overwogen een nieuw modern exemplaar aan te schaffen, toen me te binnen schoot, dat ik er ergens nog eentje had liggen. en na enig zoeken, jawel hoor: daar vond ik hem een prachtige zonnebril. stoffig, maar met een verhaal. een verhaal, dat ik nu met u ga delen, al wil ik dat woord delen, liever niet te vaak gebruiken, want ik vind het een rotwoord wanneer gebruikt in de zin van het delen van gedachten of ideeën. het was op een warme dag in de zomer van 1975, in de tijd, dat ik als agent van de geüniformeerde dienst, werkzaam was bij de gemeentepolitie van gouda. belast met vs: dat is voetgangerssurveillance in de binnenstad van gouda. zo’n beetje kuieren over de kleiweg en de markt. zoals gezegd: het was warm en de zon scheen uitbundig. zo uitbundig zelfs, dat ik me genoodzaakt zag een zonnebril aan te schaffen. winkels zat, dus dat was geen probleem. tegen de regels in, dat wel, want in uniform gekleed, ging ik een drogisterij binnen en kocht daar een spectaculaire zonnebril, waarmee ik mijn voetsurveillance met enig trots voortzette. complimenten kreeg ik niet van het winkelend publiek, maar toch voelde ik, dat er met bewondering naar mij en mijn schitterende zonwerende gezichtsverfraaiing werd gekeken. teruggekomen op het bureau aan de houtmansgracht, na mijn twee uur durende voetsurveillance, verborg ik het pas gekochte kleinood zo snel mogelijk in mijn kastje, om te voorkomen, dat ik vragen zou krijgen over het doen van persoonlijke boodschappen in diensttijd. of erger nog, want een rapportje over een dergelijke wandaad had je in die tijd zomaar aan je broek. en dat is tegenwoordig wel anders trouwens, want met grote regelmaat zie je in vol ornaat uitgedoste dienders boodschappen doen bij de plaatselijke grutter aan de paardenmarkt (of is het paardemarkt). tegenwoordig geen probleem kennelijk en als bijkomend effect geeft dat het winkelend publiek vast een veilig gevoel tussen de schappen. ik heb die zonnebril na die ene keer in de goudse binnenstad niet zo vaak meer gebruikt, een keertje tijdens een weekend in catzand met het pc hijsteam, maar dat was het dan ook, tot ik hem noodgedwongen vorige week van stal haalde dus. en wat schetste mijn verbazing toen ik het ene na het andere complimentje kreeg over deze prachtige vijfenveertig jaar oude retro zonnebril. mooi man! ria van hien
Open contextspeler
Sluit de contextspeler
de schrijfwijze van de titel van deze column alleen al heeft me de nodige hoofdbrekens gekost. is het nou zonnebril of zonnenbril? voor beide is wel wat te zeggen, vind ik. zonnebril, zonder derde n, schrijf je volgens het boekje, want er is maar één zon, die de aarde op gang houdt, maar zonnenbril, mét een derde n, is ook goed als je ervan uitgaat, dat je die bril gebruikt om te kunnen zonnen. maar goed, dit semantisch getheoretiseer is voor deze column niet echt van belang en ik wil dat daarom verder maar laten voor wat het is. de zonnebril dus. sinds ik een paar maanden geleden twee nieuwe ooglenzen aangemeten heb gekregen, vakkundig geïmplanteerd door een deskundige oogarts, lijkt het zonlicht veel helderder, scherper, te zijn geworden. zozeer zelfs, dat ik er niet onder uitkom zo af en toe een zonnebril te gebruiken. ik heb zelfs overwogen een nieuw modern exemplaar aan te schaffen, toen me te binnen schoot, dat ik er ergens nog eentje had liggen. en na enig zoeken, jawel hoor: daar vond ik hem een prachtige zonnebril. stoffig, maar met een verhaal. een verhaal, dat ik nu met u ga delen, al wil ik dat woord delen, liever niet te vaak gebruiken, want ik vind het een rotwoord wanneer gebruikt in de zin van het delen van gedachten of ideeën. het was op een warme dag in de zomer van 1975, in de tijd, dat ik als agent van de geüniformeerde dienst, werkzaam was bij de gemeentepolitie van gouda. belast met vs: dat is voetgangerssurveillance in de binnenstad van gouda. zo’n beetje kuieren over de kleiweg en de markt. zoals gezegd: het was warm en de zon scheen uitbundig. zo uitbundig zelfs, dat ik me genoodzaakt zag een zonnebril aan te schaffen. winkels zat, dus dat was geen probleem. tegen de regels in, dat wel, want in uniform gekleed, ging ik een drogisterij binnen en kocht daar een spectaculaire zonnebril, waarmee ik mijn voetsurveillance met enig trots voortzette. complimenten kreeg ik niet van het winkelend publiek, maar toch voelde ik, dat er met bewondering naar mij en mijn schitterende zonwerende gezichtsverfraaiing werd gekeken. teruggekomen op het bureau aan de houtmansgracht, na mijn twee uur durende voetsurveillance, verborg ik het pas gekochte kleinood zo snel mogelijk in mijn kastje, om te voorkomen, dat ik vragen zou krijgen over het doen van persoonlijke boodschappen in diensttijd. of erger nog, want een rapportje over een dergelijke wandaad had je in die tijd zomaar aan je broek. en dat is tegenwoordig wel anders trouwens, want met grote regelmaat zie je in vol ornaat uitgedoste dienders boodschappen doen bij de plaatselijke grutter aan de paardenmarkt (of is het paardemarkt). tegenwoordig geen probleem kennelijk en als bijkomend effect geeft dat het winkelend publiek vast een veilig gevoel tussen de schappen. ik heb die zonnebril na die ene keer in de goudse binnenstad niet zo vaak meer gebruikt, een keertje tijdens een weekend in catzand met het pc hijsteam, maar dat was het dan ook, tot ik hem noodgedwongen vorige week van stal haalde dus. en wat schetste mijn verbazing toen ik het ene na het andere complimentje kreeg over deze prachtige vijfenveertig jaar oude retro zonnebril. mooi man! ria van hien
De schrijfwijze van de titel van deze column alleen al heeft me de nodige hoofdbrekens gekost. Is het nou zonnebril of zonnenbril? Voor beide is wel wat te zeggen, vind ik. Zonnebril, zonder derde N, schrijf je volgens het boekje, want er is maar één zon, die de aarde op gang houdt, maar zonnenbril, mét een derde N, is ook goed als je ervan uitgaat, dat je die bril gebruikt om te kunnen zonnen. Maar goed, dit semantisch getheoretiseer is voor deze column niet echt van belang en ik wil dat daarom verder maar laten voor wat het is.
De zonnebril dus.
Sinds ik een paar maanden geleden twee nieuwe ooglenzen aangemeten heb gekregen, vakkundig geïmplanteerd door een deskundige oogarts, lijkt het zonlicht veel helderder, scherper, te zijn geworden. Zozeer zelfs, dat ik er niet onder uitkom zo af en toe een zonnebril te gebruiken. Ik heb zelfs overwogen een nieuw modern exemplaar aan te schaffen, toen me te binnen schoot, dat ik er ergens nog eentje had liggen. En na enig zoeken, jawel hoor: daar vond ik hem een prachtige zonnebril. Stoffig, maar met een verhaal. Een verhaal, dat ik nu met u ga delen, al wil ik dat woord delen, liever niet te vaak gebruiken, want ik vind het een rotwoord wanneer gebruikt in de zin van het delen van gedachten of ideeën.
Het was op een warme dag in de zomer van 1975, in de tijd, dat ik als agent van de geüniformeerde dienst, werkzaam was bij de gemeentepolitie van Gouda. Belast met VS: dat is voetgangerssurveillance in de binnenstad van Gouda. Zo’n beetje kuieren over de Kleiweg en De Markt. Zoals gezegd: het was warm en de zon scheen uitbundig. Zo uitbundig zelfs, dat ik me genoodzaakt zag een zonnebril aan te schaffen. Winkels zat, dus dat was geen probleem. Tegen de regels in, dat wel, want in uniform gekleed, ging ik een drogisterij binnen en kocht daar een spectaculaire zonnebril, waarmee ik mijn voetsurveillance met enig trots voortzette. Complimenten kreeg ik niet van het winkelend publiek, maar toch voelde ik, dat er met bewondering naar mij en mijn schitterende zonwerende gezichtsverfraaiing werd gekeken. Teruggekomen op het bureau aan de Houtmansgracht, na mijn twee uur durende voetsurveillance, verborg ik het pas gekochte kleinood zo snel mogelijk in mijn kastje, om te voorkomen, dat ik vragen zou krijgen over het doen van persoonlijke boodschappen in diensttijd. Of erger nog, want een rapportje over een dergelijke wandaad had je in die tijd zomaar aan je broek. En dat is tegenwoordig wel anders trouwens, want met grote regelmaat zie je in vol ornaat uitgedoste dienders boodschappen doen bij de plaatselijke grutter aan de Paardenmarkt (of is het Paardemarkt). Tegenwoordig geen probleem kennelijk en als bijkomend effect geeft dat het winkelend publiek vast een veilig gevoel tussen de schappen.
Ik heb die zonnebril na die ene keer in de Goudse binnenstad niet zo vaak meer gebruikt, een keertje tijdens een weekend in Catzand met het PC Hijsteam, maar dat was het dan ook, tot ik hem noodgedwongen vorige week van stal haalde dus.
En wat schetste mijn verbazing toen ik het ene na het andere complimentje kreeg over deze prachtige vijfenveertig jaar oude RETRO zonnebril.
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als je geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door je Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.
de schrijfwijze van de titel van deze column alleen al heeft me de nodige hoofdbrekens gekost. is het nou zonnebril of zonnenbril? voor beide is wel wat te zeggen, vind ik. zonnebril, zonder derde n, schrijf je volgens het boekje, want er is maar één zon, die de aarde op gang houdt, maar zonnenbril, mét een derde n, is ook goed als je ervan uitgaat, dat je die bril gebruikt om te kunnen zonnen. maar goed, dit semantisch getheoretiseer is voor deze column niet echt van belang en ik wil dat daarom verder maar laten voor wat het is. de zonnebril dus. sinds ik een paar maanden geleden twee nieuwe ooglenzen aangemeten heb gekregen, vakkundig geïmplanteerd door een deskundige oogarts, lijkt het zonlicht veel helderder, scherper, te zijn geworden. zozeer zelfs, dat ik er niet onder uitkom zo af en toe een zonnebril te gebruiken. ik heb zelfs overwogen een nieuw modern exemplaar aan te schaffen, toen me te binnen schoot, dat ik er ergens nog eentje had liggen. en na enig zoeken, jawel hoor: daar vond ik hem een prachtige zonnebril. stoffig, maar met een verhaal. een verhaal, dat ik nu met u ga delen, al wil ik dat woord delen, liever niet te vaak gebruiken, want ik vind het een rotwoord wanneer gebruikt in de zin van het delen van gedachten of ideeën. het was op een warme dag in de zomer van 1975, in de tijd, dat ik als agent van de geüniformeerde dienst, werkzaam was bij de gemeentepolitie van gouda. belast met vs: dat is voetgangerssurveillance in de binnenstad van gouda. zo’n beetje kuieren over de kleiweg en de markt. zoals gezegd: het was warm en de zon scheen uitbundig. zo uitbundig zelfs, dat ik me genoodzaakt zag een zonnebril aan te schaffen. winkels zat, dus dat was geen probleem. tegen de regels in, dat wel, want in uniform gekleed, ging ik een drogisterij binnen en kocht daar een spectaculaire zonnebril, waarmee ik mijn voetsurveillance met enig trots voortzette. complimenten kreeg ik niet van het winkelend publiek, maar toch voelde ik, dat er met bewondering naar mij en mijn schitterende zonwerende gezichtsverfraaiing werd gekeken. teruggekomen op het bureau aan de houtmansgracht, na mijn twee uur durende voetsurveillance, verborg ik het pas gekochte kleinood zo snel mogelijk in mijn kastje, om te voorkomen, dat ik vragen zou krijgen over het doen van persoonlijke boodschappen in diensttijd. of erger nog, want een rapportje over een dergelijke wandaad had je in die tijd zomaar aan je broek. en dat is tegenwoordig wel anders trouwens, want met grote regelmaat zie je in vol ornaat uitgedoste dienders boodschappen doen bij de plaatselijke grutter aan de paardenmarkt (of is het paardemarkt). tegenwoordig geen probleem kennelijk en als bijkomend effect geeft dat het winkelend publiek vast een veilig gevoel tussen de schappen. ik heb die zonnebril na die ene keer in de goudse binnenstad niet zo vaak meer gebruikt, een keertje tijdens een weekend in catzand met het pc hijsteam, maar dat was het dan ook, tot ik hem noodgedwongen vorige week van stal haalde dus. en wat schetste mijn verbazing toen ik het ene na het andere complimentje kreeg over deze prachtige vijfenveertig jaar oude retro zonnebril. mooi man! ria van hien
de schrijfwijze van de titel van deze column alleen al heeft me de nodige hoofdbrekens gekost. is het nou zonnebril of zonnenbril? voor beide is wel wat te zeggen, vind ik. zonnebril, zonder derde n, schrijf je volgens het boekje, want er is maar één zon, die de aarde op gang houdt, maar zonnenbril, mét een derde n, is ook goed als je ervan uitgaat, dat je die bril gebruikt om te kunnen zonnen. maar goed, dit semantisch getheoretiseer is voor deze column niet echt van belang en ik wil dat daarom verder maar laten voor wat het is. de zonnebril dus. sinds ik een paar maanden geleden twee nieuwe ooglenzen aangemeten heb gekregen, vakkundig geïmplanteerd door een deskundige oogarts, lijkt het zonlicht veel helderder, scherper, te zijn geworden. zozeer zelfs, dat ik er niet onder uitkom zo af en toe een zonnebril te gebruiken. ik heb zelfs overwogen een nieuw modern exemplaar aan te schaffen, toen me te binnen schoot, dat ik er ergens nog eentje had liggen. en na enig zoeken, jawel hoor: daar vond ik hem een prachtige zonnebril. stoffig, maar met een verhaal. een verhaal, dat ik nu met u ga delen, al wil ik dat woord delen, liever niet te vaak gebruiken, want ik vind het een rotwoord wanneer gebruikt in de zin van het delen van gedachten of ideeën. het was op een warme dag in de zomer van 1975, in de tijd, dat ik als agent van de geüniformeerde dienst, werkzaam was bij de gemeentepolitie van gouda. belast met vs: dat is voetgangerssurveillance in de binnenstad van gouda. zo’n beetje kuieren over de kleiweg en de markt. zoals gezegd: het was warm en de zon scheen uitbundig. zo uitbundig zelfs, dat ik me genoodzaakt zag een zonnebril aan te schaffen. winkels zat, dus dat was geen probleem. tegen de regels in, dat wel, want in uniform gekleed, ging ik een drogisterij binnen en kocht daar een spectaculaire zonnebril, waarmee ik mijn voetsurveillance met enig trots voortzette. complimenten kreeg ik niet van het winkelend publiek, maar toch voelde ik, dat er met bewondering naar mij en mijn schitterende zonwerende gezichtsverfraaiing werd gekeken. teruggekomen op het bureau aan de houtmansgracht, na mijn twee uur durende voetsurveillance, verborg ik het pas gekochte kleinood zo snel mogelijk in mijn kastje, om te voorkomen, dat ik vragen zou krijgen over het doen van persoonlijke boodschappen in diensttijd. of erger nog, want een rapportje over een dergelijke wandaad had je in die tijd zomaar aan je broek. en dat is tegenwoordig wel anders trouwens, want met grote regelmaat zie je in vol ornaat uitgedoste dienders boodschappen doen bij de plaatselijke grutter aan de paardenmarkt (of is het paardemarkt). tegenwoordig geen probleem kennelijk en als bijkomend effect geeft dat het winkelend publiek vast een veilig gevoel tussen de schappen. ik heb die zonnebril na die ene keer in de goudse binnenstad niet zo vaak meer gebruikt, een keertje tijdens een weekend in catzand met het pc hijsteam, maar dat was het dan ook, tot ik hem noodgedwongen vorige week van stal haalde dus. en wat schetste mijn verbazing toen ik het ene na het andere complimentje kreeg over deze prachtige vijfenveertig jaar oude retro zonnebril. mooi man! ria van hien