Verantwoord anders 2 door Hans Bogers
Een nieuwe lente. Een nieuw geluid. Nieuwe heersers. Nieuwe wetten. Zomaar van die gevleugelde gezegdes, die aangeven, dat het oude niet bij het oud blijft als er nieuwe stuurlui aan de wal staan. Ik bedoel natuurlijk als er nieuwe roergangers het roer hanteren. De nieuwe coalitie heeft dit in zijn eigen woorden vorm gegeven: “ Verantwoord anders!” Als trouw volger van het raadsgebeuren kan ik nu al zeggen, dat het inderdaad anders is geworden, al zal de verantwoording pas later volgen. Om wat voorbeelden te noemen. Niet alle raadsleden zijn voldoende ingeleid in de gang van zaken over procedures van raadsvergaderingen en politieke markten. Zij gaan , in het gunstigste geval achter hun naambordje zitten en kijken dan wat rond. In een nog gunstiger geval voeren zij zelfs het woord, zonder zich te bekommeren om de politieke relevantie. Lijsttrekkers zijn geen fractievoorzitters meer. Sommigen zijn tot fractieleiders gebombardeerd zonder bewust te zijn gemaakt van de inhoud van die functie. Nieuwe vergaderprocedures zijn nog niet vastgesteld en slechts bij een enkeling bekend. Er is onbekendheid met vergadertijdstippen en quorums. Technische vragen worden vrijelijk gesteld. Personen worden met naam en toenaam genoemd. Het doel van de rondvraag is nog niet bij een ieder geland en ook het handje schudden voorafgaand aan de vergaderingen is een verwaarloosd ritueel te worden. Een nieuwigheid, waarvan ik eerst dacht, dat het een goede zaak zou zijn, is, dat de meeste wett’nholders zich laten vergezellen door een ambtenaar, die soms ook uitgebreid aan het woord komt. OK, dacht ik in eerste instantie. Dan kunnen de volgers op de tribune en de leden van de raad, uit eerste hand de juiste informatie krijgen. Maar daar ben ik bij de laatst gehouden politieke markt op terug gekomen. Hoe praktisch ook, het is geen goede zaak. Om meerdere redenen. Zo dreigt het gevaar, dat een en ander uitloopt op een technisch vragenrondje; dat de ambtenaar als volwaardig lid in de politieke discussie wordt getrokken en dat de voorzitter zich richt tot de ambtenaar en niet tot de betrokken wett’nholder. Maar het schadelijkst is, dat hiermee de bestuurlijk/politieke functie van de wett’nholder wordt uitgehold, dat van hem of haar geen dossierkennis meer hoeft te worden verwacht; dat de wett’nholder het zich wel heel gemakkelijk kan maken en zich achter de verantwoordelijke ambtenaar verschuilt; dat politieke kritiek zich gaat richten tegen de ambtenaar; dat de wett’nholder lui wordt en dat je hem of haar, om met de woorden van onze Gerard Buisman te spreken soms laankuut op de baank kunt ziet liggen. Dus mijn geheel vrijblijvende advies: Niet meer doen. Zelf je dossierkennis opbouwen en raad vanuit politiek/bestuurlijke kennis tegemoet treden. ‘Anders’ moet politiek verantwoord zijn. Om te besluiten met nog een zeer oud Hollands gezegde: Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.