Bij het vertrek van een burgemeester door Hans Bogers
Het idee voor het onderwerp van deze column ontstond toen ik gisteren het commentaar las van Ton Henzen in het Olde Wief. Los van de feiten, dat ik het niet eens ben met de gedachte, dat je respect en waardering moet verdienen en dat burgemeesters dienaren zijn van het volk, viel het mij op, dat met het opschrift en de foto van Marja van der Tas een misplaatste verwachting over de inhoud werd gewekt. Dat ga ik nu ook eens doen: Een valse verwachting wekken. Lijkt me leuk. Ik leerde hem kennen in Alphen aan den Rijn. Hij was het vriendje van de dochter van Dirk van den Broek, bij wie ik tegen een riante betaling in mijn vele vrije tijd- immers studerend voor het colloquium doctum in Utrecht- als taxi- chauffeur, chauffeur bij begrafenissen en chauffeur bij trouwerijen dienst deed. Een leuk baantje. Vooral het besturen van die verlengde Opels met stuurschakeling was een feest, waarbij het wel oppassen was, dat je niet te kort door de bocht ging, want dat kon wel eens aantikken. Als chauffeur bij begrafenissen en trouwerijen was ik verplicht een van Dirkswege verstrekte, te kleine, pet te dragen. En ik herinner me een keer, dat er bij een trouwerij vergeten was een paar rouwgordijntjes, die voor de ramen gehangen konden worden, weg te halen. Of die keer, dat een doodskist met veel moeite door een raam naar buiten werd getild en één van de dragers, met zijn broek gladgezeten en tot scheurens toe gespannen, een enorme wind liet. Het waren verhalenswaardige tijden. Maar ja, daar gaat het hier niet over. Ik moet mij niet verliezen in een zalig gemijmer over het verleden. Het gaat over de scharrel van de dochter van Dirk van den Broek. Zijn achternaam kwam heel veel voor in Alphen en dat kan ook gezegd worden van zijn voornaam natuurlijk. Jaren later, ik had Alphen alweer lang achter me gelaten, hoorde ik, dat hij in het kader van een soort zaakwaarneming iets kapot had gemaakt aan de handmatig te bedienen automatische Volvo van mijn vader. Over de verantwoordelijkheidsvraag was nog wel wat gedoe begreep ik, maar ook toen al ging hij juridische gevechten niet uit de weg. Hij studeerde rechten en werd zoals waarschijnlijk zoveel van zijn naamgenoten aanhanger van het CDA gedachtegoed. Daarna verdween hij helemaal van mijn radar, tot hij zo’n elf jaar geleden in Meppel kwam werken. Weliswaar in een andere rol dan die van advocaat, maar zijn juridische achtergrond bleef hem achtervolgen. Ik heb vaak het voornemen gehad hem in vol ornaat te zien optreden daar in Meppel en hem de hand te schudden, maar het is er nooit van gekomen. Net als Marja van der Tas houdt hij het er op 1 september voor gezien. En net als Marja om hem moverende redenen.