Bidboek in Parijs door Hans Bogers
Bij mijn zoektocht naar een serieus onderwerp voor mijn eerste echte column van dit jaar, een zoektocht die nogal moeizaam verliep, maakte ik, om op een redelijk idee te komen, gebruik van de informatie, die mijn lokale lijfperiodiek, het Olde Wief, mij te bieden had. Nou doe ik dat wel vaker, met wisselend succes overigens, maar dit keer liep het allemaal nogal erg stroef. Het lijkt er haast op, dat mijn gedachtebron, en de daaruit voortvloeiend associaties, helemaal is opgedroogd. En nou hoop ik maar, dat die droogte van tijdelijke aard is, want anders ben ik wel in de aap gelogeerd. Maar goed: al bladerend in de Olde Wieven van afgelopen week, stuitte ik op een artikel over Parijs. Dat trok vooral mijn aandacht omdat een stukje over een vreemde verre stad in een lokaal dagblad nou niet bepaald dagelijkse kost is. En warempel bij het lezen schoot mij op eens weer van alles te binnen. Een liedje van Wim Sonneveld over de Kat van ome Willem, die naar Parijs is geweest en een bidboek uit 1995, dat bij mij in kast ligt te verstoffen, maar dat ik nooit meer weg zal doen, omdat het me doet herinneren aan mijn verleden als directeur van een politie opleidingsschool en een bijzonder college van B&W.
Die kat van ome Willem is in dit geval onze eigen wett’nholder Wim Brus, die ondersteund door een groot aantal andere hotemetoten en een enkele ambtenaar, een bidboek gaat aanbieden aan de van de Unesco, een commissie van de verenigde Naties. Dat bidboek, dat betrekking heeft op de Koloniën van Weldadigheid, zou evengoed per post kunnen worden opgestuurd, ware het niet, dat het een zo belangrijk document is, dat het persoonlijk gebracht en aangeboden moet worden.
En stel je dat nou toch eens voor: onze rijzige wett’nholder, die in vol ornaat een gewichtig en zwaarlijvig bidboek, over een rode loper de trappen van het Unescokantoor opsjouwt, terwijl aan weerszijden van die loper, schitterend uitgedoste soldaten in nog voller ornaat hun militaire groet brengen. En dan, boven aangekomen, het vele kilo’s wegende bidboek zal aanbieden aan de baas van de Unesco, de Bulgaarse Irina Bokova, zelf.Ja stel je dat eens voor.
Allemaal onzin natuurlijk, want het kantoor van de Unesco in Parijs heeft helemaal geen trappen, maar ja de gedachte alleen al, dat een wett’nholder uit Steenwijkerland het zover heeft geschopt.
Nee, het zal allemaal wel wat eenvoudiger verlopen al heeft het voor mij, achterblijvend in Steenwijk, voldoende stof opgeleverd voor een column en heerlijke nostalgische momenten, toen ik het bidboek van 1995 over de Van de Kornputkazerne als politieschool in Steenwijk nog eens doorbladerde.