Spelen alsof je broek in de fik staat
Hoe meer hij op zijn intuïtie vertrouwt, hoe gelukkiger hij wordt. Vooral sinds hij zijn eigen muziek schrijft. Remy van Kesteren over zijn instrument – de harp – en zijn allereerste theatertournee, Tomorrow Eyes.
Remy van Kesteren (27) speelt net zo makkelijk in het Concertgebouw als op het zomerse festival Best Kept Secret. Nu staat hij aan de vooravond van zijn eerste theatertournee, die genoemd is naar zijn eerste plaat met eigen muziek: Tomorrow Eyes. Hij moet lachen als de eerste vraag luidt: beschrijf je handen eens. “Wat moet ik erover zeggen? Het zijn vrij grote handen, ik heb best een groot bereik. Op de vingertoppen zit een klein beetje eelt. Niet te veel, want veel eelt geeft een harde toon. Maar een beetje eelt heb je wel nodig, anders krijg je blaren. Ik ben altijd op zoek naar een soort ronde, mooie, warme toon en die krijg je het beste als je vingers een beetje zacht zijn. Dus vijl ik mijn vingertoppen af en toe. Typische harphanden zou ik ze niet willen noemen, ik heb helaas geen slanke, ranke vingers, eigenlijk zijn ze vrij dik en een beetje bonkig, haha.”
Op weg naar eigen muziek
Van Kesteren was als kind altijd al met muziek en geluiden bezig, zijn moeder speelde fluit en was gek op Ierse muziek. Toen hij haar vriendin op een dag harp hoorde spelen, had hij zijn instrument gevonden. Hij was toen vijf. Eenmaal op les ging het hard, hij werd op zijn tiende al toegelaten tot het conservatorium en speelde bijvoorbeeld op zijn vijftiende al in Carnegie Hall in New York. Hij speelde louter klassiek repertoire. “Ik speel nu meer dan 22 jaar harp en ik heb altijd muziek van anderen gespeeld. Als je het lelijk zou willen zeggen, was ik een soort coverartiest. Er is veel klassieke harpmuziek, genoeg om een leven mee te vullen. Alleen de kwalitatief goede stukken voor harp zijn schaarser, de echte topstukken zijn op een paar handen te tellen. En die heb ik ook allemaal al lang en breed gespeeld. Toen kwam bij mij de vraag op: ga ik mezelf herhalen? Eerst gaf ik opdrachten aan componisten om stukken voor mij te schrijven, maar daarbij kreeg ik toch niet altijd wat ik wilde. Dat is zelf ben gaan componeren, is een heel geleidelijk proces geweest.” Twee dingen kwamen bij elkaar: hij moest zijn vrienden overhalen om een concert van hem te bezoeken en kwam erachter dat hij zelf ook niet gauw naar een van zijn eigen concerten zou gaan. En hij kreeg het verzoek van Deutsche Grammophon om een plaat op te nemen. Een wake up call noemt hij het. Ze gaven hem carte blanche en hij wist: nu moet ik zelf aan de slag. Van Kesteren kwam er toen achter dat hij zijn nieuwe muziek niet met een strijkkwartet maar met een band wilde opnemen.
Van festival naar theaterzaal
“Ik ben niet bezig met muzikale genres, zeker niet als ik schrijf. Dan vertrouw ik meer en meer op mijn intuïtie. Ik schrijf op de eerste plaats natuurlijk muziek die ik zelf mooi vind.” En dus leidde Van Kesterens ontdekkingstocht naar de popmuziek, minimal music en improvisatie. Lekker buiten de gebaande paden. Hij werkte samen met andere muzikanten en zijn muziek ontstond tijdens jamsessies of in een vliegtuig onderweg naar de Dominicaanse Republiek voor de opnames van Wie is de Mol? “Gelukkig bleek, toen we de muziek van de zomer eerst op festivals en daarna in clubs speelden, dat heel veel mensen het te gek vonden. Superleuk om erachter te komen dat mensen van mijn eigen leeftijd bleven luisteren. Naar instrumentale muziek! Daarna hebben we dus een clubtour gedaan, maar ik merkte dat de poëtische laag van de muziek daar minder goed tot zijn recht kwam. Logisch, dan moet je gewoon de beuk erin gooien. Het theater leent zich wél voor die andere kant. Niet dat het per se rustig is wat we gaan spelen, zeker niet, maar er is wel meer aandacht voor de andere kant én voor de verhalen achter de muziek. Voor mij gaan muziek en verhalen had in hand en bij een aantal nummers vertel ik de ontstaansgeschiedenis of een bijzondere ontmoeting die geleid heeft tot het stuk.”
Met al je energie op het podium
Van Kesteren neemt voor Tomorrow Eyes in het theater een band mee. Zijn goede vriend Ties Mellema speelt saxofoon, Martin Fondse speelt toetsen, de drums worden bespeeld door Mark Schilders en Sean Fasciani is de bassist. Voor wie is zo’n avondje Remy van Kesteren precies geschikt? “Het flauwe antwoord is natuurlijk: voor iedereen. Maar het is wel waar. Ik merkte dat mijn muziek veel veertigers en vijftigers doet denken aan de symfonische rock uit de jaren tachtig. Wat ik grappig vind, want ik ben in 1989 geboren. Ik dacht: mijn klassieke achterban zal het wel niks vinden en me de rug toekeren, maar dat is niet gebeurd.” Dan lachend: “Ik denk dat ze het wel zagen aankomen. Ik vind dat je altijd moet spelen alsof je broek in de fik staat. Dat is ook een van de belangrijkste redenen geweest waarom ik mijn carrière heb omgegooid. Ik voelde dat ik zelf niet meer zo op het podium zat. Dat vind ik niet eerlijk naar het publiek toe, je moet er met al je energie staan.”
Muziek van de hoop
Remy van Kesteren heeft op dit moment zeven harpen. Grote en kleine en zelfs een paar elektrische zodat hij over het podium kan lopen. “De harp is mijn middel om te communiceren, om naar die mysterieuze muziekwereld te gaan die toch een beetje ongrijpbaar is. Je maakt van iets ontastbaars klanken. Dat kan ik met een harp. Dus in die zin is het instrument me zeer, zeer dierbaar. Maar ik sta niet op het podium om iedereen te laten horen hoe geweldig de harp is. Het gaat mij om de muziek.” Tot slot wil Van Kesteren nog graag kwijt waar zijn plaat Tomorrow Eyes over gaat. “Over hoop. Soms kun je het gevoel hebben, met alles wat er gebeurt in de wereld, dat de moed je in de schoenen zakt. Maar als je ’s ochtends wakker wordt, doe je dat met schone ogen en vertrouwen in de toekomst. Dat je denkt: misschien lukt het vandaag wel. Voor mijn gevoel gaat de muziek daarover, zelfs al is mijn muziek best melancholisch. Er staat veel in mineur. Maar gek genoeg word ik zelf heel hoopvol als ik ernaar luister.”
Remy van Kesteren speelt, samen met zijn vierkoppige band, het concert Tomorrow Eyes. Hij is woensdag 22 maart te zien in Rabo Theater De Meenthe. Voor meer informatie en tickets ga naar www.demeenthe.nl