En het orkest speelde door. Door Hans Bogers
Het stijgen der jaren, of zo u wilt het ouder worden, het vergrijzen, of vul verder zelf maar in, met een al dan niet positieve connotatie, heeft naast heel wat nadelen ook zo z’n voordelen. Zo wordt de eeuwigheid allengs korter en neemt het aantal herinneringen toe. Nou is één van mijn kwaliteiten, heb ik na enige zelfreflectie vastgesteld, een goed geheugen. De vakjes in mijn hoofd, waarin talloze herinneringen zijn opgeslagen springen met enige regelmaat en vaak vanzelf open, maar soms is daar ook wel een trigger voor nodig, die mij daarbij helpt. En die trigger kan zich in vele vormen voordoen: een muziekstuk, een gebeurtenis, een wandeling en ga zo maar door. Een hele belangrijke wake up call is toch wel de krant. En dan heb ik het niet over oud nieuws, maar nieuw nieuws, waardoor bijvoorbeeld laatje 1 sub 2c, onder d opeens openspringt en een al dan niet heldere herinnering zich aan mij opdringt. Zo las ik laatst in het Olde Wief, dat er een rondvaartboot was vastgelopen op het Bovenwijde. Een nieuwsfeit, dat me deed terugdenken aan die keer, dat ik meevoer op de rondvaartboot van Ludo Osse, weet u nog wel van de Gouden Engel, alweer lang geleden. Ik zat niet voor de gezelligheid op dat prachtige schip, de Drie Provinciën, maar op verzoek van Jânsje en Reg om zijn vijftigste verjaardagsfeest op te luisteren met wat achtergrondmuziek. Ik speelde alsof mijn leven er vanaf hing en ontmoette en passant ook nog een overbuurman, die hetzelfde christelijk lyceum in Alphen aan den Rijn, met even goed gevolg als ik, had doorlopen. Een bijzonder toeval, hoewel die niet schijnen te bestaan. Niet iedereen kan het zich dat waarschijnlijk voorstellen, maar mijn muzikale bijdrage aan het feest werd zeer wel gewaardeerd. Het was een aangename vaartocht, die rimpelloos zou zijn verlopen, als niet ons schip op een zeker moment was vastgelopen op de bodem van het Gieterse Meer en niet meer voor- of achterruit te branden was. Om deze ongewenste stagnatie op te lossen werd de hulp ingeroepen van een boot uit Blokzijl, waar de feestgangers op konden overstappen om zodoende de Drie Provinciën te verlichten en vervolgens naar wat dieper water te kunnen varen. Nou had ik ooit eens gelezen, dat bij de ondergang van de Titanic het orkest tot het bittere eind door bleef spelen en besloot ik, geoefend B-diploma bezitter, dat ook te doen. Op het, op de kapitein en waarschijnlijk Ludo na, geheel verlaten schip speelde ik gewoon door alsof er niets aan de hand was, in het vertrouwen, dat het allemaal wel goed zou komen en anders alleen wat natte voeten mijn deel zouden kunnen zijn. Het plan slaagde en na een paar uur kon de Drie Provinciën haar vaarweg weer vervolgen. Een onvergetelijke verhaal, dat ik na het schrijven van deze column, weer veilig heb opgeborgen in één van de hoofdlaatjes van mijn geheugen.