De Pest door Hans Bogers
Met meer aandacht en plezier dan doorgaans heb ik in het nieuwste kwartaalblad van de Historische vereniging van Steenwijk en omstreken, Old Steenwiek, de bijdrage van John Hoogma gelezen. Daar zijn een paar redenen voor. De eerste is de herinnering aan ‘ Holle Voetstappen’, een liedje van Fragment van de hand van Aart Keizer, waarin hij zich afvraagt waar de Pest is gebleven. De tweede is mijn vriendschap met de bijzondere Bernard Brinkman, prominent lid van de onvergetelijke bourgondische volleyclub het PC Hijsteam. Als volleyballer beheerste Bernard als geen ander de snoekduik. Het was steeds weer een spectaculair gezicht hem door de lucht te zien zweven om de meest onmogelijke reddingen te verrichten. Of zijn neef Piet, die mij ooit eens voor het Humanistisch Verbond op de radio interviewde over een scriptie, die ik ooit maakte. Of de verbondenheid in meerdere opzichten met Remco Heite. Maar bovenal was er het gevoel van herkenning, dat ik kreeg, alsof ik zelf die tijd van De Pest heb meegemaakt. Steenwijk en Alphen aan den Rijn verschilden in dat opzicht niet zoveel van elkaar: ‘Het generatieconflict. De opstand tegen het gezag. De scheiding van kerk en jeugdcultuur.’ Alle ingrediënten voor de verheffing van een anders denkende en anders levende generatie waren zowel in Steenwijk als Alphen aan den Rijn volop aanwezig.
In 1967 begon voor mij de periode, waarin de bakens werden verzet met Just a Little Bit… een bandje, dat voornamelijk Soul en Rythm and Blues op het nog beperkte repertoire had staan, zo’n acht nummers, waarmee op miraculeuze wijze avonden werden volgespeeld. Onze oefenruimte was een machtig mooi ingerichte zolder van een oude boerderij. Ruim voorzien van visnetten. We traden op in speeltuin Vreugdeoord, op bedrijfsfeesten van bijvoorbeeld Hollandia textiel, in de beroemde Boskoopse jeugdsoos ’t Vetertje, waar Lex Harding furore maakte en Judith Bos ons aankondigde. Zelfs bij de viering van het vijftigjarig bestaan van Alphen aan den Rijn in de grote feesttent waren we present. Ja het was een wilde tijd met vooral harde muziek. Tussendoor maakte ik nog deel uit van een dichterscollectief met een eenmalig optreden in Paradiso in Amsterdam en waar ik iets ondersteunends met een orgel moest doen en een gedicht voordragen. Dat werd een spannend last minute gedicht, herinner ik me nog, met masturbatie als onderwerp. Een actueel onderwerp vandaag de dag, maar toentertijd voornamelijk provocerend bedoeld. Helaas niet op die waarde geschat, want de gemaakte actiefoto had namelijk als onderschrift: ‘Jantje zag eens pruimen hangen’. Een onschuldig grapje, al kun je daar tegenwoordig anders over denken.