Wandelen door een eeuwenoud bos
Wie de voorbijrijdende auto’s wegdenkt, waant zich op Landgoed de Oldenhof en het omliggende Hoge Land van Vollenhove eeuwen terug in de geschiedenis. Ook de bomen op het ‘Land Veno’ herinneren aan vroegere periodes. Volgens ecoloog Piet Bremer van de Provincie Overijssel is ruim 60 procent van de bossen hier ‘eeuwenoud’. Elders in de provincie geldt dat voor slechts 2 procent.
Arco Lassche van Natuurmonumenten struint tussen de hakhoutstoven, stobben en recent geplante eiken van het Knoppersbos, even buiten het gehucht Kadoelen. De markante kerk en school kijken een paar honderd meter verderop mee. Natuurmonumenten beheert dit eeuwenoude hakhoutbos dat op een lichte helling ligt. “Tegenwoordig zetten we een advertentie in de krant: belangstellenden kunnen dan hout uit een deel van het bos halen. Vroeger deden de boeren uit de streek dat. De takken gingen bovendien naar de bakkers”, vertelt Lassche. Meestal is een deel van het bos na acht tot tien jaar rijp voor het ‘hakken’.
Hij hoorde vorig jaar van Bremer dat het Knoppersbos vroeger als ‘Westerholtbos’ bekend stond. Vernoemd naar een adellijke familie die grond bezat op het Hoge Land van Vollenhove, net zoals een aantal andere voorname families. Het is misschien wel een van de oudste bossen van Overijssel, ontdekte Bremer. Niet voor niets woonde de familie Westerholt al voor 1600 op het Land Veno. Hij ziet aanwijzingen dat het Bos van Fulnaho, dat in schriftelijke bronnen uit de 10e eeuw al wordt genoemd, zich tot hier uitstrekte. Net als in dat bos komt in het huidige Knoppersbos veel Adelaarsvaren voor.
Lassche worstelt zich inderdaad op sommige plekken door die woekerende plantensoort heen. Dat is ook weer een teken van grote ouderdom. Tussen alle varens staan bizar gevormde stobben en stoven. “Je ziet de littekens in de bomen: na het rooien groeiden de bomen weer verder”, wijst Lassche aan. Bij sommige uitlopers lijkt het alsof meerdere bomen naast elkaar groeien.
Door het enkele hectares grote bos loopt een wandelpad. Halverwege staat een bankje, die vrijwilligers van Natuurmonumenten daar enkele jaren terug neerzetten. Het uitzicht over de landerijen is er fraai. Wie interesse heeft in het ‘eeuwenoude’ hout moet overigens geduld hebben. Natuurmonumenten plaatste dit voorjaar de advertentie waarover Lassche sprak. Tegelijkertijd werden driehonderd nieuwe eikjes geplant. Dikke kans dat wandelaars over het Hoge Land van Vollenhove die over een paar eeuwen tegenkomen.