Modern kannibalisme door Hans Bogers
Deze column schrijf ik met enige tegenzin, omdat hij grotendeels over een landelijke politieke strijd gaat: Het donorschap. Een onderwerp, dat veel mensen bezighoudt, maar waarover alleen in Den Haag beslist gaat worden. Een probleem voor de landelijke politiek dus. Heel anders zit het, en dat is de reden, dat ik vandaag even verder kijk dan de gemeentelijke grenzen, heel anders is het met de koopzondag. Het beslissen daarover is een zaak van de gemeente. Nou vindt de heer Paternotte Tweede Kamerlid van D66 dat niet. Hij vindt, dat dat een landelijke zaak is en verzint allerlei flauwekul anekdotes om zulks te beargumenteren. Van een mijnheer bijvoorbeeld uit Morra-Lioessens, die op zondagavond de onweerstaanbare behoefte heeft een mars te nuttigen en daarvoor helemaal met openbaar vervoer naar Amsterdam moet, omdat de winkels in Dokkum en wijde omgeving dicht zijn. Afblijven Jan. Dat gaat je niks an, zou ik zeggen. Maar met dit advies aan een Tweede Kamerlid ben ik bijna vanzelf de landelijke politiek ingezogen. De wet over het donorschap in dit geval. Ooit schreef ik een liedje met de titel ‘Modern Kannibalisme’ een beetje gechargeerd liedje, maar ik vond het wel leuk. Het ging over de gelijkenis van menseneters, die dachten door het eten van mensenvlees en organen sterker te worden en van vele kwalen te zullen genezen. Een misvatting, die door de geciviliseerde mensen te vuur en te zwaard werd bestreden. Dat doen we nu dus anders. Niet meer in de mensgrote kookpot, maar via democratische wetgeving. Onzin natuurlijk, maar toch. Eer gisteren hoorde ik een prachtig metafoor van het ‘thans voorliggende D66 voorstel’: “Iedereen is genderneutraal,tenzij hij, zij, of het in een schriftelijke brief aangeeft, dat hij, zij, of het anders geaard is”.
Zo luidt die wet van D66 eigenlijk ook.
Dus Jan : Bemoei je met je eigen zaken en maak je maar druk over de dingen, die je echt aangaan. Daar heb je handen vol genoeg aan.
En Pia laat mij nou zelf beslissen over de vraag, wat ik met mijn lijf en leden doe, of laat doen – ik ben daar mans genoeg voor- en probeer niet via allerlei trucjes mij en anderen in de val te laten lopen, dat laksheid, twijfel of vergeetachtigheid zal worden afgestraft met een maatregel, die we misschien wel niet willen.
Overigens: Door de hele discussie over het donorschap ben ik toch anders over mijn persoonlijke deelname gaan denken, al blijf ik het een onprettige gedachte vinden, dat mijn hoornvlies wel eens bij een zware crimineel, een moordenaar, of een lid een mij ongewenste politieke partij geïmplanteerd zal worden. Maar ja, je kunt nu eenmaal niet alles voor zijn.