De Burgemeester de Ruiterschool Kuinre scoort voldoende
Waterfestijn voor de kinderen, champagne voor het personeel
De opluchting en ontlading waren groot, toen de Inspectie van het Onderwijs de Burgemeester de Ruiterschool in Kuinre onlangs een ‘voldoende’ gaf. Twee jaar geleden was het oordeel van de Inspectie nog een keihard ‘zeer zwak’. Directeur Monique Frankema had er al een beetje op gehoopt en twee flesjes koud gelegd in de koelkast. ‘Toen kon er worden getoast, met champagne voor het team. Voor de kinderen was er later die week een waterfestijn, opblaaskussen en suikerspin’.
De Burgemeester de Ruiterschool kwam van ver. In juni 2016 werd de school als zeer zwak beoordeeld, met name gericht op de eindresultaten van de Cito-toets van groep 8, die drie jaar op rij onvoldoende waren. Monique Frankema: ‘Er werd uiteraard ook een aantal redenen opgegeven hoe het zo ver heeft kunnen komen. Een van de belangrijkste was dat in die periode veel wisseling van personeel was geweest. Door ziekte, doordat de school kleiner werd, van vijf naar vier groepen, en doordat leerkrachten na een aantal jaren Kuinre ergens anders naar toe wilden. Daardoor ontbrak stabiliteit. Ook moest de betrokkenheid van de kinderen vergroot worden en was er minder sprake van een professionele cultuur’.
‘In augustus 2016 startten we het nieuwe schooljaar met negen mensen, waarvan drie nieuw waren, waaronder ikzelf’, zegt Monique Frankema. ‘Toen zijn we met elkaar gaan kijken: dit is wat de Inspectie zegt, daar moeten we nu naar toe werken. Ik kon me destijds wel vinden in de term ‘zwak’ voor deze school, maar ‘zeer zwak’, daar had ikzelf wel mijn twijfels over. De inspecteur gaf toen aan dat we door dat ‘zeer zwak’ twee jaar de tijd hadden om te verbeteren. Had er een etiketje met ‘zwak’ op onze school gestaan, had alles binnen een jaar eigenlijk weer op orde moeten zijn. Nee, het is niet leuk om als zeer zwak te worden beoordeeld, beslist niet, maar het gaf ons ook wat meer tijd om de kwaliteit te verbeteren. Daar zijn we dus augustus 2016 goed mee begonnen. We zijn daarin begeleid door een externe onderwijsadviseur, het is ook wel heel fijn dat er van buitenaf iemand mee kwam kijken’.
IJkpunt
Vorig jaar juni was het eerste ijkpunt of er verbeteringen zichtbaar waren. De Inspectie, twee personen sterk, toonde zich heel tevreden. ‘Ze zagen dat er grote stappen gezet waren. Met name in het handelen in de klas, de didactische vaardigheden van de leerkrachten waren echt heel duidelijk veranderd. De inspecteurs gaven echter aan dat de leerkrachten het toen nog niet voldoende eigen gemaakt hadden. Zie het als leren autorijden. In het begin moet je heel erg nadenken over koppeling intrappen en schakelen, maar na een paar jaar doe je dat als vanzelf. Dat was met onze veranderingen in lesgeven net zo. De Inspectie noemde dat toen: ‘Het is nog niet verinnerlijkt’. Dat hebben we dus het afgelopen schooljaar gedaan, om de vaardigheden die we vorig jaar hebben opgedaan, een automatisme te laten worden. Dat is goed gelukt’.
Vorige week kwam de Inspectie andermaal getweeën op de Burgemeester De Ruiterschool. Ze zijn in alle groepen geweest, hebben geobserveerd, gesproken met leerlingen en de leden van het team. Daarvoor hadden ze al met het bestuur gesproken. Eén van de speerpunten van de Inspectie is ook de veiligheid op school. ‘De kinderen gaven aan dat ze zich hier veilig voelen, dat er een goed klimaat heerst. Wat de Inspectie vervolgens doet is kijken of iedereen dezelfde taal spreekt, van bestuur en directie tot leerkrachten en leerlingen. Dat was zo, dat gaf ze vertrouwen dat het goed zit, ook naar de toekomst toe. Toen ook de documentatie was doorgespit, kwamen ze met het oordeel: zeer positief. De centrale eindtoets, wij doen nog steeds de Cito-toets, was ook nu ruim boven de ondergrens en zelfs rond het landelijk gemiddelde. Dat was voor het tweede jaar op rij nu. Alle standaarden waren voldoende, en de kwaliteitscultuur zelfs goed, dat was voor ons super belangrijk, er waren geen verbeterpunten meer, al werden wel een paar ontwikkelpunten meegegeven. Maar het ‘voldoende’ was binnen, de champagne kon ontkurkt worden!’ aldus besluit directeur Monique Frankema.