Naamsverandering door Hans Bogers
Het komt regelmatig voor, dat allerlei vertrouwde namen, woorden, titels en begrippen in een nieuw jasje worden gestoken. De reden daarvan is, naar men zegt, te proberen dat de vlag op een goede wijze de lading dekt. Maar eerlijk gezegd is dat maar één van de redenen en zeker niet de belangrijkste. Er zijn er veel meer, zoals bijvoorbeeld de statusverhoging, of gewoon duurdoenerij. Het komt zelfs voor, dat zo’n nieuwe naam de lading helemaal niet meer dekt en feitelijk nergens op slaat. Daarnaast blijkt soms, dat de lading van een woord zelf veranderd is en dat de bijbehorende vlag daar helemaal niet meer bij past.
Dat je er bijvoorbeeld opeens achter komt, dat een woord, dat je je levenlang hebt gebruikt, een zodanig andere betekenis heeft gekregen, dat je het niet meer kunt gebruiken. Dat komt nogal vaak voor met woorden, die een seksuele lading hebben gekregen en omgekeerd. Woorden zoals strijken, naaien, kopiëren, copuleren, wippen en ga zo maar door. Een eindeloze lijst als het mij vraagt. Verder zijn er de woorden, die in het licht van nieuwe inzichten een andere, meest negatieve betekenis hebben gekregen en daarom maar liever niet meer gebruikt schijnen te mogen worden. Zoals zwartwerken.
Helaas ontbreekt het mij aan tijd, ruimte en diepgang om het fenomeen naamsveranderingen te doorgronden en daarom beperk ik me hier tot een oppervlakkige beschouwing van de statusverhogende naamswijzigingen. Overigens betekent het feit, dat een naam wordt veranderd om statusverhoging te bewerkstelligen, automatisch dat de bestaande status als te gering wordt ervaren. Je komt deze statusverhogende naams-, woord-, begrips- en titel veranderingen in alle beroepen tegen en iedereen doet er van harte aan mee. Personeelslid werd medewerker. Chef werd leidinggevende. Boer werd agrariër. Zuster werd verpleegkundige. En ga zo maar door. Ook in de onderwijswereld is de naamsverandering niet meer weg te denken en ik vraag me af waar het eindigt. De groei van het aantal statusverhogende nieuwe benamingen is evenredig aan de afname van de kennis van bijvoorbeeld de Nederlandse taal en het behoorlijke gebruik daarvan. Meesters en juffen zijn verworden tot leraren en leraressen. Leraren en leraressen zijn doorgegroeid naar status van docent en het zal niet lang meer duren, dat die laatsten weer doorstomen naar de titel van professor.
Hoe professoren en hoogleraren vervolgens betiteld moeten worden, wordt nog onderzocht en er schijnt een hooggeleerde commissie te zijn ingericht, die zich over die vraagstelling gaat buigen.
Inmiddels hebben leerlingen van de voorheen als kleuterschool bekendstaande onderwijsinstelling het tot student geschopt. Met alle gevolgen voor de opvolgende onderwijsinstellingen van dien.
Maar dat ik me daar druk over ga maken, dat is wel het laatste.