Zevenenzestig door Hans Bogers
Afgelopen donderdag herdacht ik het feit, dat ik 67 jaar geleden ter wereld kwam, in het onvergetelijke Sint Anna Parochie. Ik ben dus begonnen aan mijn 68ste levensjaar. Vandaag, bij het voordragen van deze column ben ik alweer ruim twee dagen onderweg en er is tot nog toe nog niet zoveel misgegaan. Ik kan zelfs tevreden terugkijken op die eerste twee dagen. Mijn verjaardag zelf heb ik grotendeels doorgebracht in Utrecht, de stad van mijn voorvaderen van moeders zijde en me daar onder andere op de hoogte gesteld van de nieuwbouw ontwikkelingen van het winkelcentrum Hoog Catharijne; wat rondgedwaald langs de grachten; wat boekwinkels ingedoken en heerlijk geluncht bij Olivier een Belgisch biercafé, dat is gevestigd in een oude schuilkerk aan Achter Clarenburg. Het leek daar even mis te gaan, omdat mijn bestelling verkeerd was opgenomen, maar de omissie werd tot mijn grote verrassing op kosten van de zaak hersteld. Een verrassing die nog groter toen bleek, dat de ober, of hoe noem je zo iemand tegenwoordig, vertelde, net als ik jarig te zijn. 17 jaar jonger weliswaar, maar een bijzonder toeval was het.
En Hoog Catharijne dus. De aanbouw bij het Centraal Station, dat ik me nog zo goed herinner uit mijn kinderjaren toen het nog gewoon een station was en geen mulifuctioneel centrum. In de tijd, dat ik logeerde bij pake en beppe, die woonden tegenover de gasfabriek in de Pieter Nieuwlandstraat. Na afloop van de logeerpartij via buslijn 10 naar het station en met de trein terug naar huis. Met de nodige weemoed natuurlijk. De route van lijn 10 is nog terug te vinden en ook de halteplaatsen kan ik me nog wel voor de geest halen, met namen als Ferdinand Bol en Willem van Noord maar verder is er toch wel erg veel veranderd. Met het Centraal Station en Hoog Catharijne als klapstuk natuurlijk, die ik heb zien veranderen tot megalomane bouwsels.
Een leuk dagje was het, maar ik was toch ook weer blij, dat ik terugreis naar de Olde Veste kon aanvaarden. Onvergelijkbare grootheden die twee. Steenwijk en Utrecht. Maar waar het hart de doorslag geeft dan blijkt Utrecht een façade met een weliswaar mooi verleden terwijl Steenwijk het heden van het real time leven is, met een eenvoudig station, waar je s’ochtendsvroeg op het perron allerlei bekende Nederlanders kunt tegen komen zoals André Bus, of Folkert Jellesma en waar je s’avonds de Nacht van Steenwijk mee kunt maken.
Nu zit het echte nachtwerk er niet meer in, zeker niet op je verjaardag, maar een paar uurtjes rondlopen in de binnenstad van Steenwijk, om daar nog meer bekende Nederlanders tegen te komen, daar kom je als Steenwijker niet onderuit.