Column door Hans Bogers
Het is lang geleden dat ik mij zo, in alle vroegte aan het toetsenbord zette om mijn wekelijkse column te produceren. Mijn hoofd is leeg, althans wat de uitkomst van mijn schrijverij betreft en ik weet dan ook nog niet waar dit verhaal zal eindigen, al ben ik er zeker van, dat ik straks in de studio van de Slos met de koptelefoon op mijn hoofd en de microfoon voor me weer een al dan niet mooie column ten gehore zal brengen. Nee, het zal wel goed komen. Ik ben niet bang dat mijn beeldscherm leeg zal blijven, want tot op heden is het altijd nog gelukt en in dit geval telt wel zeker, dat de in het verleden behaalde resultaten een garantie zijn voor de toekomst.
Hoewel ik gisteren alle tijd had om een column te schrijven ben ik er niet toe gekomen en met de gedachte: “ morgenochtend is vroeg genoeg” ben ik onder de wol gekropen en al peinzend over de inhoud van een nieuw verhaal in slaap gevallen. Van die laatste gedachten herinner ik me niet zoveel, alleen dan, dat ze wat filosofisch van aard waren en enigszins waarschuwend. Waarschuwend, dat ik me in een periode, waarin ik in een discussie ben beland op de grens van waarheid en verzinsels, van eerlijkheid en roddels, ik me niet mee moest laten slepen door alle bladen te gaan lezen, die die discussie aanwakkerden. Me niet mee moest laten slepen in de, misschien wel ware, maar niet echt hard te maken verhalen over black widows; over histrionische persoonlijkheidsstoornissen; over de vraag welk karakter nu eigenlijk welk karakter vermoordt; over de vraag of er sprake is van kwaadaardigheid, gefrustreerdheid, of ontoerekeningsvatbaarheid; over vernietigde, of bijna op de klippen gelopen relaties. Een periode , waarin ratio en emotie met elkaar strijden en waarin het er op lijkt, dat de waarheid kennelijk alleen waar is als die bewezen wordt. Met harde gegevens. Gedocumenteerd of met onweerlegbare verklaringen, die feitelijk en objectief bewezen zijn.
Om dan toch tot de beangstigende conclusie te komen, dat het in dit ondermaanse eigenlijk allang niet meer gaat over wat waar is, maar alleen maar over wat mensen geloven. Willen geloven. Gevolgd door de nog wrangere conclusie, dat als de waarheid, ontdaan van alle verzinsels en aannames, haaks blijkt te staan op wat we geloven, we het er dan gewoon maar niet meer hebben.
Op weg naar een nieuwe waarheid, waar we toch niet in geloven.