Biafra door Hans Bogers
Het is alweer heel erg lang geleden, een mensenleven kun je haast wel zeggen, dat ik de middelbare school heb doorgewandeld. Onder het motto, dat een slak onderweg meer ziet dan een haas, heb ik de vijfjarige HBS-A omgebouwd tot een achtjarig leertraject. Naast af en toe leren, maakten allerlei plezierige zaken zoals zwembadbezoeken, in een bandje spelen, een optreden zelfs met een dichtersgroep in Paradiso, het voorzitterschap van de schoolvereniging VEVO en spijbelen deel uit van deze bijzondere levensfase. Er waren maar weinig medeleerlingen, die er een zo gevarieerd en turbulent schoolleven op nahielden als ik. Ik mag daar niet trots op zijn, maar toch. De meeste leerlingen deden wat er van leerlingen werd verwacht: leren, repetities en proefwerken maken, zich immer voorbereidend op de dag van morgen, de toekomst. Onder hen waren er – gelukkig niet al te veel- de nerts, de begaafden, die ( om een voorbeeld te geven van het soort) bijvoorbeeld altijd liepen te jammeren, dat ze een proefwerk slecht hadden gemaakt, om dan vervolgens met een 9 of een 10 aan te komen zetten. Van die types, die na de les, de leraar nog even apart namen, om een hoogstaand gesprek te voeren, waarvan andere scholieren toch niets snapten. Storende figuren, die ook nuffig schouders en ellebogen gebruikten om te voorkomen, dat je zou spieken. Nare droogkloten en droogklotinnen eigenlijk, meestal verworden tot erudiete wetenschappers, die nooit en te nimmer ook maar één les gespijbeld hebben. Het is dan ook op z’n minst verdacht, dat dit soort anti-spijbelaars, een uitzondering daargelaten, spijbelende scholieren nu aanmoedigen toch maar door te zetten. De lafheid ten top. Zelf in verband met hun toekomst nooit de ondeugd van het spijbelen beoefend hebben maar anderen daar nu mee opzadelen. Als ze toch een paar keer zouden hebben gespijbeld, dan zouden ze zeker en vast betere wetenschappers zijn geworden.
Overigens – en dat is een heel ander onderwerp- dat protestspijbelen, dat is helemaal niets nieuws , al zou de je dat soms denken. In het jaar, dat ik voorzitter was van VEVO voerden wij actie voor Biafra een landje in Afrika, dat aan genocide ten onder dreigde te gaan. Onze actie bestond er uit, om in plaats van een dagje school, een dagje te gaan werken en het verdiende geld te doneren aan dat zieltogende land. De rector noemde het, zijn minachting nauwelijks verbergend, een storm in een glas water, maar de deelnemende leerlingen (het waren er niet veel) werden niet gestraft. Helaas heeft Biafra het niet gered, zijn er tienduizenden burgers vermoord, omdat ze niet tot de goede stam behoorden en heeft ons geld het land nooit bereikt.