Monumenten door Hans Bogers
Vandaag heb ik speciaal ter gelegenheid van het schrijven van mijn column een voor mij bijzondere cd opgezet. Het is een opname uit 2001 van Klaas Jan Mulder, die het Van Oeckelen orgel in de Grote, of Sint Clemenskerk bespeelt. Een unieke cd, want er is er maar één, waarop alleen het Van Oeckelenorgel te beluisteren is én omdat het bespeeld wordt door één van de grote Nederlandse organisten. Wel lastig overigens, want het luisteren naar de wondere klanken en het prachtige spel leidt mij eerder af van het schrijven van deze column dan dat het mij ertoe stimuleert .
Ik heb in mijn leven al heel wat orgel cd’s aangeschaft. Zo’n beetje overal waar ik kwam op vakantie heb ik na het rondlopen in een kerk wel zo’n kleinood aangeschaft. Met uitvoeringen van de allergrootste organisten tot die van bijna dilettanten, maar het verschil in kwaliteit was mij om het even. Zelf heb ook wel eens achter het klavier van een kerkorgel gezeten, waaronder dat van dat prachtige orgel, dat gebouwd is tegen de Steenwieker toorn aan.
Mijn liefde voor kerkorgels en kerkorgelmuziek heb ik vooral van mijn vader en door het feit, dat het orgel mijn verplichte aanwezigheid als domineeszoon in kerkdiensten verzachtte, ja zelfs veraangenaamde. Dus toen ik in 1986 in de Olde Veste ging wonen en werken, was een van de eerste dingen, die ik deed naar een orgelconcert gaan in de Grote Kerk. De naam Van Oeckelen zei mij niets, maar de naam van de organist des te meer: Charles de Wolff. Ook geen kleine orgel jongen en ik herinner mij, dat hij één van mijn vaders favorieten was van wie natuurlijk thuis de nodige lp’s werden afgespeeld. Mijn vader leeft niet meer en Charles de Wolff en Klaas Jan Mulder ook niet, maar dat wondere orgel van Van Oeckel nog wel. Sterker nog het is één van de meest waardevolle monumenten, die Steenwijk rijk is. Een monument, dat gekoesterd zou moeten worden en op zijn echte waarde worden geschat. Maar helaas dit monument, dit juweel van een muziekinstrument, krijgt nauwelijks de belangstelling, die het verdient. Zoals het de profeet vergaat, die in zijn eigen stad niet wordt geëerd, zo lijkt het ook dit orgel te vergaan. En het is aan een klein groepje mensen te danken, dat dit onvoorstelbaar monumentale monument nog steeds onder de aandacht wordt gebracht van een overigens ook steeds kleiner wordende groep van luisterende bewonderaars. Niet als begeleidingsinstrument bij kerkdiensten, maar als een machtige en o zo veelzijdige geluidsbron, die in zijn volle glorie het hele kerkgebouw, dat vernoemd is naar Sint Clemens van de diepste spelonken tot aan het puntje van de toren, met de mooiste klanken weet te vullen: Recht doet aan de eretitel:’Moeder van alle instrumenten’. Ontroering, bewondering, verbazing en stille nederigheid zou zich van ons meester moeten maken wanneer dit wonder instrument tot in de haarvezels van ons wezen doordringt.
‘Trots’ roept onze burgemeester bij voortduring. Ja trots, dat zouden we moeten zijn als we zouden beseffen wat we met het Van Oeckelen orgel in onze geliefde Olde Veste, met zijn geliefde Toren en zijn geliefde Grote Kerk in huis hebben:
De moeder aller monumenten.