Radicaliseren door Hans Bogers
Al die willen te kaap’ren varen moeten mannen met baarden zijn. Jan Piet, Joris en Kornee, die hebben baarden, die hebben baarden. Jan Piet Joris en Kornee, die hebben baarden, die varen mee.
Hoe lang is het alweer geleden, dat ik dat liedje voor het eerst zong. Een eeuwigheid. Één couplet is me nog maar bij gebleven en waar het over ging, daar had ik toen eigenlijk geen enkel idee van. Maar dit historische chanson kwam opeens bij mij bovendrijven toen ik iets las over het probleem van het moslimterrorisme. Merkwaardig is dat toch, dat een mens zulke associaties kan hebben. Een verband leggen tussen Jan Piet Joris en Kornee, die te kaap’ren mogen varen en mensen, die ongelovigen naar het leven staan. Ja merkwaardig. Of toch niet, want nadere beschouwing (een ander woord voor googelen) leerde mij, dat het te kaap’ren varen en terrorisme beide met geweld hebben te maken, al was ik me dat van dat te kaap’ren varen ten tijde, dat ik dat zong dus niet zo bewust en had ik van terrorisme in die tijd al helemaal niet gehoord. Maar de echte reden van die associatie, heb ik ontdekt, zit hem in de baarden. Ja en dan lijkt er zelfs een verband te zijn met de wild om zich heen slaande coronabaardenrage.Â
Voor ik verder ga even een klein uitstapje naar mijn persoonlijk baarden trauma. Ik heb vroeger, toen ik student was op de NPA en laatstelijk ten tijde van de eerste coronafase een poging gedaan een baard te laten groeien. Het bleek beide keren een wanhopige poging met een schamel resultaat. Mocht ik al een belachelijk voorkomen hebben: met baard helemaal. Het enige wat ik wel leuk vond was het gevoel van de wind die door de (weinige) baardhaartjes heen blies en het feit dat, als ik meende te moeten peinzen, het kriebelen door de kinharen wel een aangename ondersteuning was. Maar uiteindelijk is het een totale mislukking gebleken en ik ga er niet meer aan beginnen.
Maar, om weer terug te komen bij Jan Piet Joris en Kornee, het feit, dat ik niet in staat ben een baard te kweken betekent wel, dat ik niet kan radicaliseren, want het is een algemeen bekend gegeven dat het laten staan van een baard doorgaans het begin is van een radicaliseringproces. Althans, dat is een tip voor professionals om radicalisering te herkennen. En al is het niet goed om iedereen over één kam te scheren (los van een enkele Oostenrijkse) zijn vrouwen in deze theorie sowieso buiten beschouwing gelaten, ik schrok wél toen ik zag, dat onze eigen Koning zich een baard had aangemeten,. Hij ook al, dacht ik. Ja echt waar, de schrik sloeg mij om het hart en toen ik van verschillende kanten geluiden hoorde, dat die baard hem wel stond, toen sprongen bij mij alle lichten op rood. Een wolf in schaapskleren. Hoe gevaarlijk kan dat zijn.
Kijk, dat we moeten wennen aan het rondlopen van wolven in onze achtertuin, dat is tot daar aan toe, maar wolven in schaapskleren, die de scepter zwaaien, dat gaat te ver natuurlijk. Gelukkig is dankzij een grondige screening vast komen te staan, dat onze Koning niet is geradicaliseerd.Â
En dat is een pak van mijn hart.