De VVD door Hans Bogers
Zo af en toe, in een moment van een herinnerend mijmeren denk ik wel eens aan de rode draden, die door mijn leven liepen, lopen en zullen blijven lopen. Wat mij daarbij opvalt is, dat dat er heel veel zijn en niet alleen veel, maar ook van een grote uiteenlopende verscheidenheid. Tip: Moet u ook eens doen. Gaan zitten en alleen maar zo’n draadje oppakken en daar heel lang over gaan zitten nadenken. Best leuk om te doen. Laatst had ik, om een of andere reden de VVD bij de kop. Waar kwam de VVD in mijn leven en wat hebben die club en met name zijn aanhangers in het verdere verloop van mijn ondermaanse bestaan betekend. Om maar bij het begin te beginnen. Het begon in mijn puberteit toen ik thuis, in de hervormde pastorie een raambiljet van de VVD ophing met de mededeling, dat het begrip ‘vrijheid’ mij zeer aansprak. Een uiting van verzet tegen de door mij ervaren ouderlijke dwang.Â
In die tijd hoorde ik de wat dikkige Jos Vonhof in MFC Nabij over christelijke partijen zeggen, dat die het in detail wel met elkaar eens waren maar op de grote lijnen altijd van mening verschilden.
En dan Hans Wiegel, die als minister van Binnenlandse Zaken getuige was van een cabaretoptreden en over mijn muzikale bijdrage zei, dat ik beter naar de kunstacademie had kunnen gaan dan naar de politieacademie. Diezelfde Hans Wiegel, die mij als korpschef van Heerenveen installeerde en die blij was dat ik niet tot de geitenharen sokken lichting behoorde. Of VVD coryfee Harm van Riel, die na een lezing werd gevraagd hoe één en ander financieel afgeregeld moest worden en die beledigd over zo’n banale vraag, fijntjes verwees naar zijn op afstand aanwezige chauffeur. Of die imposante man, onder andere Minister van Binnenlandse zaken, met die prachtige voornaam: Molly GeertsemaÂ
En wat te denken van Rita Verdonk, die mij in haar hoedanigheid van minister voor de voeten liep in de tijd, dat ik nog weleens meedeed aan een politiedemonstratie in Den Haag. Een wat lacherige opmerking was mijn deel. Een oorzakelijk verband met haar politieke ontluistering is in deze overigens nooit aangetoond.
Of Haya van Sommeren Downer, die net als later haar partijgenote Erica Terpstra het gebruik van iets teveel alcohol niet goed wist te verbergen. Of Josias van Aartsen, voormalig Minister van Binnenlandse Zaken, die een bezoek wilde brengen aan een VVD vergadering in Bolsward of all places, maar door boze boeren ( toen al) de toegang tot de vergadering werd belet. Ja zelfs een heldhaftige poging mijnerzijds (waar ik de moed vandaan haalde) om hem met mijn arm om zijn schouders door een regen van bierblikjes heen te loodsen, mislukte.Â
Maar de meest tot mijn verbeelding sprekende VVD politicus, is toch een oud wett’nholder van Steenwijk. De man, die ook wel de hoeder van Steenwijks vlag wordt genoemd, die er niet voor schroomt dat vaandel regelmatig te laten wapperen en aan wie ik zelfs twee liederen heb gewijd;’Ik ben Wirt Groen en ik mag de leuke dingen doen’ en de veel commotie veroorzakende topper ‘Wij willen Wirt graag houden’.
Dat de voorzitter van de STP ooit vanaf het balkon van Wirts woning een bevlogen toespraak hield, zegt eigenlijk alles over het belang van deze VVD coryfee.