Zachte heelmeesters of De poppenkast door Hans Bogers
et valt te prijzen in onze minister president Mark Rutte, formeel de eerste onder zijns gelijken, maar toch met kop en schouders boven hen uitstekend, dat hij ons voorbeeldig gedrag aanmeet, ons onze vrijheid gunt en bijna tot het bittere eind blijft geloven in onze daarbij passende, onlosmakelijk verbonden eigen verantwoordelijkheid. Dat siert hem, ja, maar zijn vlag dekt de lading toch niet helemaal. Ondanks het feit, dat alle lichten op rood staan, zijn we niet in staat om, wat ook wel neo liberalisme genoemd wordt, in zijn juiste context te zien, dat ligt natuurlijk ook wel een beetje aan dat neo liberalisme zelf, omdat dat uitgaat van zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid. En dat is iets dat heel veel mensen ten ene male ontbreekt. Een beetje de kip of het ei. Een oprecht gemeend vasthouden aan het vermogen van zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid is een goede zaak, maar een blind daaraan vasthouden getuigt van naïviteit. Het ligt in de aard van de meeste mensen, dat ze hun eigen vrijheid en pleziertjes belangrijker vinden dan het oplossen van problemen van anderen. De après nous le deluge mentaliteit; de ieder voor zich en God voor allen mentaliteit is kennelijk toch sterker dan een mentaliteit, die vrijheid onlosmakelijk verbindt met het daarmee verantwoordelijk omgaan. Ik ben daar wel somber over moet ik zeggen. De manier waarop we onder die verantwoordelijkheid proberen uit te komen is zo voorspelbaar. Het naar anderen kijken: waarom zij wel en ik niet; het zoeken naar grenzen; het veranderen van definities. Niet meer bezig zijn met waar het om gaat: de bestrijding van een nog steeds dodelijk virus waar we nog steeds geen antwoord op hebben. Het telkens weer terugkerende jammergedrag. Niet gewoon eens doen wat er gevraagd of gezegd wordt, op elke beslissing, elk besluit, elk voorstel reageren met de opmerking: Ja, Maar! In verzet komen tegen alles wat tot doel heeft een levensgevaarlijke ziekte uit te bannen en zelfs geweld niet meer te schuwen. Â
Een Jort Kelder, die het bestaat te blijven herhalen, dat het slechts om een kleine groep gaat, die beschermd moet worden en dat kan blijven beweren zonder dat iemand er ook maar iets tegen inbrengt. Hoezo kleine groep?
En wat te denken van de belachelijke vertoning in Den Haag, waar de Tweede Kamer zetelt. De kritiek op het gevoerde beleid is hevig, zwelt aan. En het maakt niet uit of Kamerleden zich baseren op echte feiten of niet. Gewoon maar wat roepen. Kent skelen je. En ik moet eerlijk bekennen, dat ik blij ben, dat mijn lot niet in de handen ligt van die schreeuwers. Die stuurlui aan de wal, die in diepst van hun hart niet anders dan blij kunnen zijn, dat zij geen beslissingen hoeven te nemen.