Omgekomen Amerikaanse vliegers uit WO II krijgen oorlogsmonument bij Steenwijkerwold
Het is augustus 1944. Er vliegt een formatie Amerikaanse oorlogsvliegtuigen over de Kop van Overijssel, op de terugweg van een succesvolle missie in Duitsland. Geheel onverwacht vallen Duitse jachtvliegtuigen aan. Meerdere toestellen storten neer, zoals de B-24H ‘Ramblin’ Wreck’ bij Steenwijkerwold. Van de tien Amerikaanse bemanningsleden vinden er drie de dood. Deze vliegers worden nu, 78 jaar later, herdacht met een oorlogsmonument op de plek van de crash.
Verslag: Janine Renes
”M’n moeder heeft de neergestorte vliegtuigen zelf van dichtbij gezien, met de verbrande lichamen er nog in”, begint Bennie Froklage. De geboren en getogen inwoner van Steenwijkerwold nam tweeëneenhalf jaar geleden het initiatief voor een monument, want: ”Deze geschiedenis mag niet vergeten worden.”
Hij ging op onderzoek uit. ”Ik vond een filmpje op internet van de piloot van de ‘Ramblin’ Wreck’. Hij had de vliegtuigcrash overleefd en ging in de jaren ’80 weer terug naar Steenwijkerwold. Ook was er een bijzondere ontmoeting met de Duitse piloot die zijn toestel waarschijnlijk had neergehaald. Ik liet dit zien aan Sjef en hij werd meteen enthousiast.”
Bekijk hier een verslag van de onthulling van het monument, met verhalen van ooggetuigen:
‘Moeten we iets mee doen’
Sjef Damhuis is geschiedenisleraar in Steenwijk en verdiept zich hobbymatig in de geschiedenis van ‘zijn’ Steenwijkerwold. Zo was hij eerder al betrokken bij een wandelroute over voormalig kloostercomplex ‘De Voorzienigheid’. ”Ik zag het filmpje en dacht: daar moeten we iets mee doen. Dit is wel heel bijzonder.”
De leraar dook de archieven in: wat is er die dag precies gebeurd? Wie deed wat? ”Heel veel staat op Amerikaanse websites van defensie en in oude krantenberichten. Er was een enorme luchtslag. Een formatie van honderden bommenwerpers, daar was geen enkele bescherming voor. De Duitsers kwamen als verrassing en konden gewoon raakschieten. Een flinke blunder en het heeft geleid tot het neerstorten van vier bommenwerpers en twee Lightnings (gevechtsvliegtuigen, red.).”
Vliegende doodskist
Voor het monument lag de focus op het verhaal van de B-24H ‘Ramblin’ Wreck’ (Ronddolend Wrak) welke crashte achter Thij, onder Gelderingen vlakbij het kanaal Steenwijk-Ossenzijl. De B-24 Liberator was één van de belangrijkste vliegtuigen die werd ingezet in het bommenwerperoffensief van de geallieerden tegen Duitsland. Tot het einde van de oorlog werden er meer dan 18.000 gebouwd: het meest geproduceerde Amerikaanse vliegtuig in de Tweede Wereldoorlog.
Echter, heel robuust bleek de B-24 niet. Damhuis legt uit: ”Eenmaal beschadigd door vijandelijk vuur, was het voor piloten vrijwel onmogelijk om het toestel lang in de lucht te houden. Het was niet ongewoon een exemplaar neer te zien storten met zijn vleugels omhoog gevouwen, als een vlinder.”
Het toestel genoot logischerwijze weinig populariteit onder vliegtuigbemanningen. Het was dan ook voornamelijk bedoeld om tot aan 3600 kilo aan bommen te kunnen vervoeren en bood weinig comfort. ‘‘In de cockpit zat men als sardines in blik. Het gangpad van de cockpit naar de enige uitgang bij de staart, was erg smal. Het lukte lang niet alle inzittenden om met een parachute op de rug te ontsnappen.’’ Niet voor niets werd de bommenwerper de ‘Flying Coffin’ oftewel ‘Vliegende Doodskist’ genoemd.
Krijgsgevangenen
Van de tien Amerikaanse bemanningsleden van de ‘Ramblin’ Wreck’ komen er drie om: Chester A. Zyb, Tice L. Jones en William Martin Julian Jr. ”Ik heb het graf van William Martin Jr. bezocht in Margraten”, vertelt de geschiedenisleraar. ”De andere twee hebben ook eerst daar gelegen en zijn later overgebracht naar Amerika.”
De overige zeven bereikten met een parachute levend de grond. ”Drie wisten onder te duiken met behulp van het lokale verzet, vier konden niet ontsnappen aan de Duitsers en werden overgebracht naar een Duits krijgsgevangenenkamp met alleen maar vliegers.” De zeven overleefden allen de oorlog.
Er zijn miljoenen mensen omgekomen, maar dat is abstract. Deze drie jongens worden nu hier herdacht – Sjef Damhuis, leraar geschiedenis
Damhuis wist contact te leggen met een nichtje van William Martin Julian Jr. ”Zij vond het een goed initiatief en wilde graag op de hoogte gehouden worden. En waarschijnlijk hebben we meer nabestaanden gevonden.”
‘Heeft diepe indruk gemaakt’
Met het idee voor het monument gingen de initiatiefnemers naar naar Dorpsbelang Steenwijkerwold. Zij financierden het monument. ”De gemeente vond dat er een pleintje omheen moest en agrariër Pieter Winter, van wie het land is, wilde er een bankje bij.” De namen van de respectievelijk 22-jarige staartschutter, de 20-jarige boordwerktuigkundige en de 28-jarige boordschutter staan op het stalen monument dat is ontworpen door Joke Dedden uit Steenwijkerwold. Er kan een QR-code worden gescand voor meer informatie.
Dat vliegtuigwrak zie ik nog elke dag voor me… – Wiecher Hogenberg, ooggetuige
Afgelopen maandagmiddag en -avond verzamelden belangstellenden zich bij het monument. Te gast waren onder andere burgemeester Rob Bats, veteranen én leden van Keep Them Rolling. Dat is een Nederlandse vereniging die zich ten doel stelt militaire vaar-, voer- en vliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog te restaureren en te onderhouden. Zij hadden meerdere voertuigen meegenomen.
Wat helemaal speciaal was, was de aanwezigheid van verschillende ooggetuigen. Wiecher Hogenberg (94) en Jan Struik (92) zagen in 1944 het vliegtuig met eigen ogen ter aarde storten. Wanneer de heren daaraan terugdenken, komen er best wat emoties vrij. ”Het heeft diepe indruk gemaakt.”
Dit verhaal kwam tot stand in samenwerking met RTV Oost, de regionale omroep van Overijssel.