‘Kleine school, beschermde omgeving, gezeglijke kinderen’
Hans de Lange was 38 jaar leraar op de Christelijke Mavo en Eekeringe:
Door George Huisman
Niet minder dan 38 jaar was Hans de Lange uit Oldemarkt als leraar verbonden aan de Christelijke Mavo en Eekeringe aan de Oostwijkstraat in Steenwijk. ‘Ik ben er in 1977 gekomen (en nam in 2015 afscheid, gh) en het was meteen raak, leuke collega’s. Werkman was directeur, Piet Timmerman zat er, die kende ik al, Roel Eising werkte er. Terugkijkend was de school een heel beschermde omgeving, je had een vrij constante groep zeer gezeglijke leerlingen. Het was een gezellige school, maar er werd wel gepresteerd. We hadden altijd het hoogste slagingspercentage, de docenten waren er ook op gebrand, Piet Timmerman was daar hartstikke fanatiek op’.
‘Het was maar een kleine school, heel overzichtelijk dus, dat vond ik erg prettig, 240, 250 leerlingen. De eerste twintig jaar vond ik echt de mooiste, de leukste tijd daar. Ik gaf biologie en natuurkunde, en ik heb wat scheikunde gegeven. Op een gegeven moment fuseerden wij met Steenwijkerwold, we waren allebei te klein. Het was niet noodzakelijk maar wel gewenst, ik denk dat dat de beste omschrijving is. Het werd anders, had ook met identiteit te maken. Steenwijkerwold had een katholieke achtergrond, wij christelijk. Een stukje van Steenwijkerwold ging naar het Lindecollege in Wolvega, wij het VMBO-gedeelte en kregen daarmee ook een ander type leerling binnen. Wij waren de mavoleerlingen gewend, daar kwam de basis- en de kader-leerling bij. Daar moet je anders mee omgaan, dat vraagt ook een ander type docent’.
Het zorgde ervoor dat het leerlingental verdubbelde, dat paste niet meer aan de Oostwijkstraat ‘en daar hebben we een erg mooie school voor terug gekregen, met dank aan ‘bouwminister’ Roel Koolma’.
Wat wil je worden?
Hoe komt een ‘druk ventje, niet dom, twee rechterhandjes, dus LTS’ op de Christelijke Mavo in Steenwijk terecht? ‘Ik zou technisch tekenaar worden; toen ik een jaar of vijftien was deed ik vrijwilligerswerk met kinderen. Ik was gelijk verkocht. Ik naar mijn vader: pa, ik wil onderwiezer worden. Op Steenwijkerwold kon ik in de vierde van de mavo aansluiten. Mijn vader zei: als je zakt, direct aan het werk, geen tweede kans. Ik slaagde netjes met een 8 gemiddeld. Ging naar de havo en dat lukte ook prima, daarna lerarenopleiding in Bolsward, versneld gedaan. Vanaf de havo was ik in twee jaar leraar. Dan kom je als snotaap van 21 jaar voor de klas te staan. De oudste leerling was 16-17 jaar…’
‘Steenwijk’ was lekker dichtbij, vertelt De Lange. ‘Ik ging bijna altijd op het fietsje, dus ik heb zo’n 164.000 kilometer op en neer naar Steenwijk gefietst vanuit Oldemarkt. Dat is vier keer de aarde rond. Hoefde ik ook geen tweede auto. Heb natuurlijk ook wel eens gedacht: wat een prachtig weer, ik fiets door. Nooit gedaan, veel te plichtsgetrouw. Ik ben echt van het platteland, ben een natuurman en ik ben schaatsenrijder, vier keer de Elfstedentocht gereden. Ik hoef hier niet weg’.
Roken en dialect
Met een brede glimlach verhaalt Hans de Lange over de voorbije tijdsgeest. ‘Toen werd er nog gerookt op de gang (en ook voor de klas) , als leraar dan, hé. Je maakte tussen de lessen door een praatje met je collega’s, stonden we soms vijf, soms tien minuten. Moet je nou doen. Piet Timmerman proatte plat, ik ook, en nog een paar collega’s. Tegen de jongens spraken we keurig Nederlands, maar onder mekaar plat. Dan zag je de kinderen kijken: platpraten, dat hadden ze niet verwacht. Dialect is mijn moederstaal, als ik soms kwaad word, dan gaat het in het plat. Je emotie zit in het dialect, dialect praten doe je op de automatische piloot’.