Beduusd door Hans Bogers
Gisterenmiddag, vrijdag 20 juni 2014 was voor mij een zeer bijzonder moment. Het moment, waarop ik formeel afscheid nam van de politie en in het bijzonder van de Friese politie. We werden voor deze gelegenheid opgehaald door twee heuse motorrijders, die ons zouden begeleiden naar restaurant Tjaarda in Oranjewoud. Ik me had eigenlijk van dit naderende afscheid niet al te veel voorgesteld en me er ook niet zo druk over gemaakt, maar toen die motorrijders, waarvan er één in zijn vorige loopbaan als sergeant nog op de Van den Kornput kazerne gelegerd was geweest, voor de deur stonden, toen begon er toch een apart gevoel bij mij op te komen. Het is natuurlijk al indrukwekkend twee van die grote mannen voor de deur, die je dan ook nog moeiteloos door het verkeer heen weten te leiden, maar ook de gedachte: “Het definitieve politie einde komt nu wel heel dicht bij” mistte zijn uitwerking niet en de wetenschap, dat het de laatste keer zou zijn, dat ik mijn uniform aan had, verdiepte dat toch wel weemoedige gevoel. Ik heb in de weken voorafgaand overigens wel een Spartaans regiem moeten ondergaan, om dat uniform weer aan te kunnen, maar dat lukte me op het laatste nippertje en ook de pet, die wel enigszins gekrompen leek, had ik na enig gefrommel weer in het gareel gekregen. De kleine Maarten, die met zijn ouders achter ons aanreed vond het overigens gaaf en cool en dat was mooi meegenomen. En toen de receptie. De ontvangst met bloemen. De prachtige ambiance van Tjaarda en het nog even wachten op de dingen (de mensen) die zouden komen. En ze kwamen. Handen schudden, cadeaus, veel woorden, niet formeel, omdat het nou eenmaal zo hoorde, maar gemeende soms emotionele woorden. Dit zou me niet echt raken had ik gedacht. Maar toen ik daar stond en praatte met al die bekenden, die zich allemaal van onze relaties bijzonderheden wisten te herinneren, die ik allang vergeten was, greep me dat toch steeds meer aan. Zelfs nu, nu ik dit zit te tikken, springen de tranen nog in mijn ogen. De onvermijdelijke toespraak namens de korpsleiding bleek niet een obligate opsomming van mijn persoonsdossier, maar werd een aangrijpend verhaal. Ontroerd was ik, maar ook verbaasd, dat ik toch anders ben overgekomen dan ik zelf ooit dacht. Na twee uur vertrokken de gasten, die zelfs uit Den Haag, Goirle en Apeldoorn naar Oranjewoud waren gekomen om mij dienstlich uit te zwaaien, mij achterlatend met boeken, flessen wijn, mooie kunstvoorwerpen en met een gevoel van droevige blijheid. Dat het zo goed verlopen was, maar ook dat dit het laatste was. Het laatste? Dat had je gedacht. Ik heb nog heel veel tijd nodig om de cadeautjes eens rustig te bekijken, de verhalen in het receptieboek, de boeken en de vele kaarten, die ik heb gekregen te lezen. Vrijdag 20 juni 2014 zal een dag zijn om nooit meer te vergeten.