D66. door Hans Bogers
Ooit, heel erg lang geleden was ik lid van D66. Het was de tijd van onder andere André de Boer, Ed Wind, Martha Ras, Alfred Peterson en Grieko van Dijk en ook de tijd, waarin D66 ongegeneerd aanschurkte tegen het Groenlinks van Folkert Jellesma.
Mijn lidmaatschap, beperkte zich niet tot het enkel betalen van contributie op maat,maar manifesteerde zich ook in een aantal bijzondere activiteiten, zoals het aanplakken van verkiezingsposters, (eentje, waarop zelfs een partijondersteunende hondenpootafdruk stond afgebeeld), het secretarisschap en tenslotte zelfs het voorzitterschap. Ook was ik een blauwe maandag commissielid en ik zal bijvoorbeeld nooit mijn politieke buurman Ad Klarenberg van het CDA vergeten.
Medio 2006 ontstond er een splitsing in de Steenwijkerlandiger afdeling van D66. Een deel van de partij besloot de doornroosje-, dan wel de sneeuwwitje positie in te nemen. Een ander deel, met mij in de gelederen, besloot lokaal samen met Groenlinks verder te gaan in het progressief Alternatief Steenwijkerland. Beter bekend als PAS. Op een PASposter stond zelfs een foto van mij afgebeeld, tussen een groot aantal Steenwijkerlandiger beroemdheden. Wat later, na allerlei landelijk D66 gedoe, nam ik afscheid van die partij. Als lid bedankte ik voor een voortzetting van mijn lidmaatschap.
Een merkwaardige zinsnede overigens: ‘bedanken als lid’ terwijl je bedoelt ‘bedanken voor het lidmaatschap’. Dat laatste kán alleen maar als je lid bent. Dus: wat mij betreft wordt het ‘als lid bedanken’ vanaf nu, als onjuist, niet meer gebruikt.
Maar hoe het ook zij:ik ben nu al ruim 9 jaar geen lid meer van die partij, en je zou zeggen, dat mijn D66periode zo langzamerhand uit het politieke geheugen van Steenwijkerland is gewist. Dat had je gedacht. Nog steeds zijn er Steenwijkers, die mij het voorzitterschap van D66, afdeling Steenwijkerland, nadragen en zo af en toe moet ik zélfs uitleggen hoe dat ook alweer zit. Maar er is ook het wantrouwen, dat ik D66 een kwaad hart zou toedragen. Een wantrouwen, dat bevestigd leek toen ik in een interview in het slosprogramma Kopwijzer geheel ten onrechte D66 niet noemde als landelijke partij. Een omissie, die mij gelukkig door een prominent D66 lid werd vergeven. Ik hoop, dat de Slosluisteraars en de lezers van het Olde Wief mij ook zullen vergeven: ik ben per slot van rekening ook al bijna 66.