Oom Willem door Hans Bogers
Een familieportret.
Willem Wijmans was een oom van mijn moeder, mijn oudoom dus. De Wijmansen kwamen uit een bijzondere familie. Een familie waarover heel wat verhalen te vertellen zijn. Één van hun kwaliteiten was hun artisticiteit. Zo kon tante Emmy met haar conservatoriumachtergrond prachtig piano spelen en mijn oma, die we beppe noemden kon mooi tekenen en ze maakte de mooiste kleren. Oom Louis en oom Willem waren vaardige kunstschilders.  Ik weet niet of ze veel van hun werken hebben verkocht, maar een aantal van hun schilderijen is voor de familie bewaard gebleven. Zo heb ik er een paar van oom Willem weten veilig te stellen en die sieren tot de dag vandaag de wanden van onze kamers. De mooiste daarvan stelt de skyline van Wijk bij Duurstede voor, geschilderd in 1941 vanaf de overkant van de rivier, daar waar de Rijn Lek wordt: de schitterende molen, met het daarbij horende herenhuis en twee boten, weerspiegeld in het water. Ik kijk graag naar dat schilderij. Ik vind het mooi, vooral ook omdat er nòg een schilderij is van een prachtig dijkhuis gelegen in Ravenswaay aan de Lek, op een steenworp afstand van Wijk bij Duurstede waarop op de dijk een figuur met een grote grijze baard: mijn overgrootvader Hannes Visch. Niet van oom Willems hand en helaas niet in mijn bezit, maar van vroeger datum, toen het Amsterdam Rijnkanaal de Lek nog niet doorsneed. Bij de pastorie en het kerkje in Ravenswaay ben ik al een paar keer geweest, maar in Wijk bij Duurstede was ik nog nooit. Tót afgelopen maandag, toen ik een wandeling ging maken langs de Kromme Rijn van Wijk bij Duurstede tot aan Utrecht in het kader van mijn Rijnwandelproject. Nog voor ik echt gestart was, liep ik de huidige bewoner van het grote huis bij de molen tegen het lijf en die vertelde mij in het kort de geschiedenis van de molen met zijn toepasselijke naam: Rijn en Lek. Een mooi verhaal, waarna ik mijn weg vervolgde en nog even op de stadsmuur stilstond, om te kijken of ik oom Willem misschien nog kon zien zitten achter zijn schildersezel met de verfkwast en het palet in zijn hand en wellicht een artistiek hoedje op zijn hoofd. En ik hèb hem gezien. Hij mij trouwens ook, want toen ik na een schitterende wandeling langs de kromme Rijn via Cothen, Werkhoven, Odijk, Bunnik en Utrecht weer terugkwam in de Olde Veste, zag ik op het schilderij boven mijn bureau een nietige figuur  bij de korenmolen afgebeeld staan en ik meende daarin mijzelf te herkennen. Wat een eer en wat een wonder, dat mijn oom Willem mij daar toen vereeuwigd heeft.