Een eerste kerstboodschap door Hans Bogers
Nog  een dikke week en dan is het alweer kerstfeest. Voor de tweeduizendzeventiende keer als ik het goed heb. Tijd voor kerstbomen, kaarsjes en kerstliedjes, maar vooral ook tijd voor kerstboodschappen. En ik heb me voorgenomen daar eens dapper aan mee te doen. Aan die kerstboodschappen. Niet bij mijn favoriete grutter natuurlijk, maar als gesproken woord. Nou kom ik uit een predikantengeslacht en dat heeft geloof ik wel de nodige sporen in mij achtergelaten en daarom acht ik mij naast het dóen van kerstboodschappen, meestal vastgelegd in boodschappen verlanglijstjes, ook wel enigszins capabel in het bedenken en uitspreken van kerstboodschappen. Na ampele overwegingen heb ik zelfs besloten dit jaar maar liefst twee boodschappen  over het voetlicht van RTV Slos te brengen, te beginnen vandaag.
Kerstpakketten
Het is een zeer oude gewoonte, dat werkgevers zo tegen het aanbreken van de adventsperiode hun personeel iets extra’s  geven. De verschijningsvorm van dat extraatje is in de loop der jaren behoorlijk geëvolueerd, zeg maar met z’n tijd mee gegaan, maar de gedachte erachter is toch wel hetzelfde gebleven: Een uiting van waardering.  De reactie op de kerstpakketten is net als die goedbedoelde achterliggende gedachte  ook hetzelfde gebleven: Ontevreden gemopper.
Ooit leerden we, dat we een gegeven paard niet in de bek mochten kijken; tevreden ja zelfs blij moesten zijn met wat we kregen, maar deze wijsheid gaat zeker niet op voor kerstpakketten. Die zijn per definitie een verplichte bron van kritiek, gemopper, ontevredenheid en ga zo maar door. En die negatieve ondankbare houding lijkt alleen nog maar groter te worden. Nooit is het goed. Bij elk aardigheidje is wel een negatieve opmerking te maken en dat hoort bij deze tijd:dankbaarheid is uit, ontevredenheid is in. En al hebben we het nog zo goed en valt er weinig te klagen, we ervaren het tegenovergestelde. Daar waar uiterst links en uiterst rechts elkaar de hand van harte kunnen schudden: stem tegen, zeg nee. Waartegen  dat maakt nu even niet uit.
Daarom adviseer ik, geheel vrijblijvend, men kan er mee doen wat men wil: geef de volgende keer een kerstpakket zonder inhoud. Een lege doos. Zodat we tegen niets, nee kunnen zeggen. Tégen niéts kunnen stemmen. Ontevreden met de ledigheid en blij met een dode mus.
Niet alleen een wijze raad denk ik zo, maar ook een prachtige kerstgedachte. Met z’n allen rond een uitgeklede kerstboom zonder slingers, kerstkransjes en ballen.