Miskoop door Hans Bogers
Ik heb in dit ondermaanse gedurende de periode, dat ik me op deze locatie mocht bevinden heel wat miskopen op mijn kerfstok gehad. Van onbenullige tot benullige en er zijn van die momenten van morositeit, dat ik die vele miskopen weer voor mijn geestesoog zie verschijnen. Meestal vervullen zij mij met verbazing: “Hoe heb ik zo dom kunnen zijn?”; somtijds met schaamte;”Hoe heb ik zo naïef kunnen zijn?” en enkele met ergernis. Over de laatste miskoop zal ik aan het einde van deze column uitgebreid verhalen, want dat is de trigger van dit verhaal.
Ik kan me niet al mijn miskopen voor de geest halen natuurlijk: sommige heb ik verdrongen en andere heb ik vergeten, maar wat er overblijft aan herinneringen is de moeite waard om herinnerd te worden al zal ik ze niet allemáál opsommen. Zo heb ik regelmatig LP’s gekocht, waar ik na een eerste draaisessie direct al spijt van had. Meestal omdat er maar één goed nummer op stond. Maar het is één keer voorgekomen, dat ik een LP, van ELO, wegens waardeloos, wegdeed, die ik een week later opnieuw aanschafte, omdat er toch meer mooie nummers op stonden dan ik dacht. Ooit kocht ik een veel te dure bromfiets van mijn broer ( veel te duur wat betreft de prijs- kwaliteitsverhouding). Een koop, die gelukkig niet doorging dankzij het ingrijpen van mijn moeder. Twee auto’s kruisten mijn weg van miskopen. Beide bleken zo wrak als een mandje te zijn. De eerste koop kon dankzij mijn snackbarbaas teniet gedaan worden. De tweede kon ik aan een kennis van mijn vader doorverkopen, omdat het kenteken zelf alleen al van waarde was. Het gebruik van benzine was in die tijd wegens de oliecrisis op de bon (per kenteken een gelimiteerd aantal liters). En tussen deze wat grotere miskopen door, waren het boeken en kleren, die in de categorie ‘zonde van het geld’ vielen. Dat mooie jasje bijvoorbeeld, dat ik iets te klein kocht en dat altijd te klein is gebleven, of dat Sergeant Pepper’s Lonely Haertsclub Band jasje, dat ik op eigen risico rood liet verven en dat ik in flarden terugkreeg. Maar de allergrootste miskoop is toch de aanschaf van twee matrassen. Een kennelijk noodzakelijke aanschaf, want ter voorkoming van rugklachten en zo. Vooral voor als je wat ouder wordt. Nou die rugklachten zullen zich versneld, vooral bij mijn echtgenote ontwikkelen, want elke keer, als zij het bed moet opmaken is dat een regelrechte aanslag op haar ruggengraat. Vooral het aanbrengen van het hoesonderlaken vergt een dusdanige inspanning, verricht in een verkeerde houding, dat die rug naar mijn verwachting over niet al te lange tijd in de kreukels zal liggen.
En dat alles terwijl elders op de matrassenmarkt volgens de bond van feministische huisvrouwen een uitstekende matras te koop is, die goed is voor je rug en voor je portemonnee.
Het voordeel van de huwelijkse staat in gemeenschap van goederen in dit verband is de gedachte, dat je de schuld van zo’n miskoop slechts voor 50% op je schouders hoeft te nemen, maar soms is die helft al bijna ondraaglijk. Al vindt mijn vrouw, dat ik niet moet zeuren. ’t Is per slot van rekening haar rug.