Wat zeggie door Hans Bogers
Tijdens zittingen van de gemeenteraad en op politieke markten van de gemeente Steenwijkerland, en als je het mij vraagt ook in alle andere Nederlandse gemeenten, Rijk en Provincie even buiten beschouwing gelaten klinkt regelmatig de indringende roep om eenvoudig taalgebruik, Jip en Janneke taal zogezegd.
Een met grote regelmaat herhaalde alarmkreet, die me doet denken aan de uitspraak van de Romeinse senator Cato: Ceterum censeo Carthaginem esse delendam, in redelijk Nederlands vertaald: “Voorts ben ik van mening dat Carthago verwoest dient te worden.” Een uitspraak waarmee deze Romeinse politicus al zijn bijdrages aan politieke discussies afsloot, om maar aan te geven hoe belangrijk hij die verwoesting vond. A’j dat moar good weet’n mien jongen! Sommigen verwarren het gebruik van moeilijke woorden met wollig taalgebruik, waar anderen weer denken, dat er sprake is van de verplaatsing van al dan niet gebakken lucht. Ook wel ‘Veel geblaat maar weinig wol’, hoewel deze laatste zinsnede waarschijnlijk niet meer door iedereen begrepen zal worden. Een begrijpelijke verwarring, maar de problematiek van moeilijke woorden is toch van een andere orde.
De vraag overigens hoeveel Nederlanders een beeld hebben bij Jip en Janneke, laat ik maar even niet gesteld, maar duidelijk is, dat heel veel raadsleden vinden, dat er te veel en te vaak onnodig moeilijke woorden worden gebruikt.
Nog even een blik in de historie: Bij het voorlezen van een verhaal kon je de opa van mijn zoon regelmatig horen zeggen : “Moeilijk woord. Overslaan.” Overigens heeft dat mijn zoon er niet van weerhouden tegenwoordig regelmatig gebruik te maken van moeilijke woorden en verder is hij ook goed terecht gekomen.
Toen ik bij het beluisteren van de afgelopen politieke markt raadslid Makken hoorde mekkeren over het gebruik van moeilijke woorden en zelfs het gebruik van een Frans gezegde, bedacht ik me, dat het toch wel heel makkelijk scoren is. Ambtelijke taal, moeilijke woorden, vreemde talen, dat alles: ‘Esse delendam!’ Leve de vervlakking, de oppervlakkigheid!
Het is het dilemma van op je hurken gaan zitten, versus op je tenen gaan staan. Moet je alle ’moeilijke’ woorden overslaan, of moet je zo af en toe eens de moeite nemen een woord op te zoeken. En wie denkt, dat op je hurken gaan zitten het zelfde is als door de knibbels (Friezisme) gaan, of dat op je tenen lopen hetzelfde is als op anderen neerkijken met je neus in de lucht, die heeft het mis. Het is van beide wat. Het is net als met die zo beroemde , helaas soms doorgeslagen, eigen verantwoordelijkheid: we helpen onszelf en als dat niet lukt, om wat voor reden dan ook , dan helpen we elkaar.
En de vraag wat nu eigenlijk ‘moeilijke’ woorden zijn die vraag zou als bespreekstuk tijdens de komende politieke markt geenszins misstaan.