Afsluitende zeilweek was hét hoogtepunt van schooltijd
Gymdocent Ton Danko maakte als opa diepe indruk met radslag arabier over de kast
Door George Huisman
Veel oud-leerlingen van de christelijk mavo in Steenwijk noemen de traditionele afsluitende zeilweek hét hoogtepunt van hun schooltijd. Voormalig gymleraar en bedenker van deze week Ton Danko (80) uit Giethoorn begrijpt dat wel. ‘Ik was 33 jaar toen wij daarmee startten. Mijn vrouw en ik waren fervente zeilliefhebbers. Toen bedacht ik dat het mooi zou zijn als de leerlingen ook kennis zouden maken met de schoonheid van de Waddenzee’.
‘Het begon simpel met één botter voor een examenklas die afscheid nam. Die eerste keer huurden we van een reder een ouwe botter waar we het IJsselmeer mee opgingen. Er zat niet eens een wc in, heel primitief. Er waren kinderen die vol verbazing keken: die hadden nog nooit een botter gezien en vroegen: wat is de voorkant en wat is de achterkant? Ze mochten ook sturen; die schippers zien er alternatief uit maar ze zijn zeer kundig. Het werd door velen gezien als hét hoogtepunt van het schooljaar. De school werd groter en groter, op den duur moesten we wel vijf schepen huren. Ik heb het zeilen 28 jaar samen met enkele enthousiaste collega’s mogen organiseren. En nog steeds wordt deze reis elk jaar in juni georganiseerd en hebben ongeveer 5.000 leerlingen ‘wad-gevaren’.
Volledige baan
‘Mijn eerste baan was als vakdocent in Steenwijk in gemeentedienst, voor alle hoogste klassen van de lagere scholen. Heb ik twee jaar gedaan, toen bood directeur Werkman van de Christelijke Mavo mij een baan op zijn school aan. Ik was 23 en heb 38 jaar lang, tot mijn 61e, lesgegeven. Het was toen een oud bestaand gebouw’, weet Danko, ‘met voornamelijk heren in dienst, en: iedereen had een volledige baan. De directeur en de adjunct stonden destijds ook nog gewoon voor de klas les te geven. In de loop der tijd kwamen steeds meer dames in het onderwijs, die kozen voor een deeltijdbaan. Ik gaf eerst gescheiden gymles aan jongens en meisjes, later ging dat samen, dat was een soort revolutie. De school had al een eigen gymzaal, gelijk bij de ingang. Later werd er een nieuwe achter gebouwd’.
Groepsbeweging
‘Gymnastiek vroeger was meer een groepsbeweging: allemaal tegelijk dezelfde bewegingen maken, ledematen bewegen. Dat is meer spel geworden, individueel en in kleine groepjes, zodat je niet zo lang in de rij hoeft te wachten tot je een keer aan de beurt was bij het brugzwaaien en het ringzwaaien. Ook kwamen er sporten bij als basketbal, badminton en honkbal. Plezier in sporten, veel bewegen en samenspel bij de teamsporten vond ik belangrijk, de stemming onderling moest goed zijn. In een periode had ik mijn eigen kinderen in de klas, was ook best wel bijzonder. Buiten sporten op de velden van Olde Veste vond ik heerlijk. Toen ik de vijftig naderde maakte ik me wat ongerust, dacht: dan lusten ze me niet meer. Dat viel mee. De laatste jaren dat ik lesgaf had ik al drie kleinkinderen. Met hulp van een minitrampoline maakte ik eens een radslag arabier over de kast, hoorde ik de kinderen zeggen: ‘Dat moest mijn opa maar niet proberen’, vond ik wel leuk.
Bekende Steenwijkers
‘Ik vind het altijd leuk om oud-leerlingen tegen te komen, sommigen inmiddels bekende Steenwijkers zoals Jan Derk Brandsma, Jorrit Muurling, Bert Eleveld en Jacques Wagteveld (toen, echt waar, een goede volleyballer en basketballer en verdienstelijk voetballer, haha; NB zie elders op deze pagina). Mijn meest beroemde leerling, winnaar van de Gouden Schoen en toen topscorer van Europa was Kees Kist. Hij was 12, zat op de VGLO (later RSG) en schoot de bal -op gympies- vanaf de middencirkel keihard in het doel. Ik stond versteld van dat joch. Hij kon eigenlijk alle sporten goed’.