5 dingen die je wil weten over winterbanden
Voor de winter stappen veel autorijders over op winterbanden. Maar waarom eigenlijk? En wanneer is het goede moment om te wisselen? Vijf dingen die je wil weten over winterbanden.
1. Winterbanden zijn veiliger
Met winterbanden heb je in de winter meer grip en een kortere remweg. Als je bij 100 km/u een noodstop moet maken, dan sta je met winterbanden 4 meter eerder stil dan met zomerbanden. Op sneeuw is het verschil nog groter. Met winterbanden sta je dan bij 50 km/u maar liefst 28 meter eerder stil. Daarom is het advies om voor winterbanden te kiezen. Zo ben je altijd goed voorbereid op winterweer. Je kan ook kiezen voor allseasonbanden. Dan hoef je niet te wisselen. Maar bij lage temperaturen, vorst en sneeuw presteren winterbanden duidelijk beter.
2. Sneeuwvloksymbool in veel landen verplicht
Ga je wintersporten of met de auto op vakantie? Controleer dan of banden met het sneeuwvloksymbool verplicht zijn in het land waar je naartoe gaat en voor de landen waar je doorheen rijdt. In Europa moet dit bijvoorbeeld in Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Zweden, Noorwegen en Finland. In sommige gebieden kunnen ook sneeuwkettingen verplicht zijn. Check de regels altijd voordat je op vakantie gaat. De meeste allseasonbanden hebben ook het sneeuwvloksymbool.
3. Je kan snel checken of je goede winterbanden koopt
Koop je nieuwe winterbanden? Controleer dan op het bandenlabel of ze aan de eisen voor winterbanden voldoen. Hou rekening met de regels van het land waar je heen wil. Zo moet er bijvoorbeeld in Duitsland op nieuwe banden (vanaf 2018) het sneeuwvloksymbool staan. Dit symbool zie je sinds mei 2021 ook terug op het nieuwe bandenlabel. Ook als je nieuwe zomer- of allseasonbanden koopt, is het goed om het bandenlabel te checken. Met het bandenlabel vergelijk je de prestaties van nieuwe banden op brandstofverbruik, grip bij nat, glad wegdek en afrolgeluid. Meer weten? Kijk dan op Kiesdebesteband.nl/bandenlabel.
4. 7 graden is dé wisseltemperatuur
Als de gemiddelde temperatuur onder de 7 graden daalt, is het veiliger om op winterbanden te rijden. Weer omwisselen naar zomerbanden kan je het beste doen zodra de gemiddelde temperatuur weer boven de 7 graden ligt. De bandenwissel is ook een mooi moment om gelijk te controleren of je banden nog goed zijn. Kijk of je beschadigingen, barsten of scheuren in de banden ziet. Het is ook belangrijk dat je banden genoeg profiel hebben. Dat zijn de groeven op de band. Voor een winterband kan je snel controleren of het profiel nog voldoende is. Zet een 2-euromunt tussen het profiel van de banden. Zie je een zilveren rand? Dan heeft je winterband onvoldoende profiel om nog goed te presteren.
5: Bandenspanning voor winterbanden
De aanbevolen bandenspanning vind je in de deur, het tankklepje of het instructieboekje van je auto. Omdat deze spanning geldt bij zo’n 20 graden en je met winterbanden bij (veel) koudere temperaturen rijdt waardoor de spanning minder wordt, is het advies om 0,2 bar bij de adviesspanning op te tellen. Op welke banden je ook rijdt: check regelmatig je banden en bandenspanning. Zo weet je zeker dat je banden nog goed zijn en de juiste spanning hebben. Zo rij je veiliger, zuiniger en stoot je minder CO2 uit.
Tip: Maak op tijd een afspraak met je garage of bandenspecialist voor de bandenwissel. Want ook al zijn de temperaturen nu nog mild, wanneer het weer omslaat zullen meer mensen hun banden willen wisselen.
Meer informatie? Kijk op Kiesdebesteband.nl.