Lezingen over de verwoesting van Steenwijk in 1523
Steenwijk besteedt deze zomer veel aandacht aan de verwoesting van de stad in 1523 door Gelderse troepen. Op 15 juli wordt een grote 16e -eeuwse markt georganiseerd en die dag programmeert de Grote Kerk muziek uit die tijd. Tijdens Kopje Cultuur (8, 9 en 10 september) wordt een theaterstuk over de verwoesting opgevoerd en Stichting Steenwijks Ontzet verzorgt 2 lezingen om die geschiedenis voor iedereen te verduidelijken. Beide lezingen zijn vrij toegankelijk.
Lezing 1 door Luc Greven: Maandag 10 juli 20.00 uur in de bovenzaal van De Heren van de Rechter aan de Markt te Steenwijk
De verwoesting van Steenwijk in 1523
Deze lezing neemt u mee naar Steenwijk in 1523. Naar 20 september 1523 om precies te zijn. Het is in de geschiedenis een rimpeling, maar voor onze stad voltrekt zich die dag een regelrechte ramp. Dat mag niet onbelicht blijven, nu, 500 jaar na dato.
Stel u alle branden in Steenwijk voor uit de afgelopen decennia, tegelijkertijd, en vermenigvuldig ze dan met 100. Met een ‘brandweer’ die bestond uit goedwillende burgers, die in een rij met leren emmertjes het water om te blussen uit de sloot schepten. 1 voor 1, te midden van een vuurzee. Daar gaat deze lezing over: hoe dat zo kwam, over de hoofdrolspelers (Keizer Karel de V, hertog Karel van Gelre, Maarten van Rossem) en hoe de Steenwijkers toen de veerkracht vonden om deze verwoesting te boven te komen.
Luc Greven: “In Steenwijk organiseren we deze zomer een hele serie activiteiten om de verwoesting van Steenwijk te memoreren. Het leek mij goed om vooraf aan die activiteiten het hele verhaal van 1523 te vertellen. Het gaat over de slag om de stad en de allesvernietigende brand die het teweegbracht, maar vooral over de veerkracht van de Steenwijkers.”
Lezing 2 door Sander Wassing: Maandag 16 oktober 20.00 uur in de bovenzaal van De Heren van de Rechter aan de Markt te Steenwijk
Steenwijk onder het Gelderse juk anno 1523
De Gelderse krijgsheer Maarten van Rossem
“Blaken en branden is het sieraad van de oorlog”. Deze lijfspreuk van de Gelderse krijgsheer Maarten van Rossem (ca. 1497-1555) werd door hem en zijn soldaten omgezet in meedogenloze daden. Landsheer Karel V (1500-1558) koesterde de ambitie om alle Nederlandse gewesten aan zijn gezag te onderwerpen. Dat betekende dat hij ook het hertogdom Gelre en het Oversticht bij zijn gebieden wilde voegen. Een ambitie waar de Gelderse hertogen zich uiteraard fel tegen verzetten. De gewone man overal in het land betaalde daarvoor de prijs: over hun ruggen werden de Gelderse oorlogen uitgevochten.
De inwoners van zestiende-eeuws Steenwijk dachten zich tegen de hertog en Van Rossem te kunnen verdedigen, maar kwamen letterlijk van een koude kermis thuis. In de nazomer van 1523 overrompelden de Geldersen met zeventig ruiters en tweehonderd man voetvolk de Steenwijkse verdedigers op de wallen. Wie was Maarten van Rossem en wat dreef hem? Wat overkwam de inwoners van Steenwijk anno 1523 en hoe zag Steenwijk er toentertijd ongeveer uit? Deze en andere vragen worden tijdens de lezing aan de orde gesteld.