ik weet niet precies hoe het zit, maar als men het k woord gebruikt wil men het volledige woord, dat met de k begint kennelijk niet zeggen. net zoals er religies zijn, die de naam van hun god niet mogen noemen. ik zelf zat daar tot voor kort niet zo mee en noemde het beestje het liefst bij zijn naam. kanker is kanker, dementie is dementie en god is god, wat kan er nou toch tegen zijn de woorden te gebruiken, die onze voorouders bedacht hebben. tot voor kort dus, want sinds de amerikaanse presidentsverkiezingen en de uitslag daarvan ben ik toch gaan twijfelen. opeens was daar het t woord, dat ik maar met moeite, of eigenlijk helemaal niet door mijn strot kon krijgen. en toen ik die t ook nog zijn hand zag leggen op een boek, dat ik toch wel serieus neem, en hem daarbij in vlekkeloos engels hoorde zeggen: zo waarlijk helpe mij god almachtig, toen kon ik een gevoel van onpasselijkheid nog maar nauwelijks onder drukken. en de aanblik van het t hóófd maakte mijn gezondheidstoestand er bepaald niet beter op. nee ik had het er echt moeilijk mee en ik wist me eigenlijk niet goed raad meer. ik belandde in een maalstroom van alleen maar nare t’s en ik dreigde daarin te verdrinken, het t-woord werd me net als het b-woord en het g-woord, teveel, maar ik schoot er niets mee op. deze dronkenschap zou me alleen maar een ongelofelijke kater opleveren, waar alleen ik last van zou hebben. maar gelukkig net op tijd wist ik mezelf te herpakken met de vraag: zijn er misschien t woorden, die het volledig uitspreken wel waard zijn en die niet als initialen van criminelen te boek hoeven te staan? en die vraag liet zich gemakkelijk met een ja beantwoorden. een volmondig ja zelfs. de naam van steenwijks eminente cultuurpaus begint met een t, de t van toor. jan toor dus. pas 90 jaar geworden. winnaar van de anne beeltje cultuurprijs, al een eeuwigheid echtgenoot van wil met wie hij 55 jaar lief en leed heeft gedeeld. die jan toor, die de beminnelijkheid, het positieve optimisme zelf is de verpersoonlijking van wat je hoop zou kunnen noemen. toen ik laatst weer eens een recensie mocht schrijven vroeg marijke, of ik het een beetje in de stijl van jan toor wou doen, “want die schrijft altijd zulke aardige stukjes.”. en met deze wat absurde hersenkronkel tussen twee t’s was mijn probleem over het t woord meteen uit de wereld.: het heeft geen zin je wanhopig en onmachtig kwaad te maken als blijmakende vriendelijke goedheid binnen handbereik is. ria van hien
Open contextspeler
Sluit de contextspeler
ik weet niet precies hoe het zit, maar als men het k woord gebruikt wil men het volledige woord, dat met de k begint kennelijk niet zeggen. net zoals er religies zijn, die de naam van hun god niet mogen noemen. ik zelf zat daar tot voor kort niet zo mee en noemde het beestje het liefst bij zijn naam. kanker is kanker, dementie is dementie en god is god, wat kan er nou toch tegen zijn de woorden te gebruiken, die onze voorouders bedacht hebben. tot voor kort dus, want sinds de amerikaanse presidentsverkiezingen en de uitslag daarvan ben ik toch gaan twijfelen. opeens was daar het t woord, dat ik maar met moeite, of eigenlijk helemaal niet door mijn strot kon krijgen. en toen ik die t ook nog zijn hand zag leggen op een boek, dat ik toch wel serieus neem, en hem daarbij in vlekkeloos engels hoorde zeggen: zo waarlijk helpe mij god almachtig, toen kon ik een gevoel van onpasselijkheid nog maar nauwelijks onder drukken. en de aanblik van het t hóófd maakte mijn gezondheidstoestand er bepaald niet beter op. nee ik had het er echt moeilijk mee en ik wist me eigenlijk niet goed raad meer. ik belandde in een maalstroom van alleen maar nare t’s en ik dreigde daarin te verdrinken, het t-woord werd me net als het b-woord en het g-woord, teveel, maar ik schoot er niets mee op. deze dronkenschap zou me alleen maar een ongelofelijke kater opleveren, waar alleen ik last van zou hebben. maar gelukkig net op tijd wist ik mezelf te herpakken met de vraag: zijn er misschien t woorden, die het volledig uitspreken wel waard zijn en die niet als initialen van criminelen te boek hoeven te staan? en die vraag liet zich gemakkelijk met een ja beantwoorden. een volmondig ja zelfs. de naam van steenwijks eminente cultuurpaus begint met een t, de t van toor. jan toor dus. pas 90 jaar geworden. winnaar van de anne beeltje cultuurprijs, al een eeuwigheid echtgenoot van wil met wie hij 55 jaar lief en leed heeft gedeeld. die jan toor, die de beminnelijkheid, het positieve optimisme zelf is de verpersoonlijking van wat je hoop zou kunnen noemen. toen ik laatst weer eens een recensie mocht schrijven vroeg marijke, of ik het een beetje in de stijl van jan toor wou doen, “want die schrijft altijd zulke aardige stukjes.”. en met deze wat absurde hersenkronkel tussen twee t’s was mijn probleem over het t woord meteen uit de wereld.: het heeft geen zin je wanhopig en onmachtig kwaad te maken als blijmakende vriendelijke goedheid binnen handbereik is. ria van hien
Ik weet niet precies hoe het zit, maar als men het K woord gebruikt wil men het volledige woord, dat met de K begint kennelijk niet zeggen. Net zoals er religies zijn, die de naam van hun God niet mogen noemen. Ik zelf zat daar tot voor kort niet zo mee en noemde het beestje het liefst bij zijn naam. Kanker is kanker, dementie is dementie en God is God, wat kan er nou toch tegen zijn de woorden te gebruiken, die onze voorouders bedacht hebben.
Tot voor kort dus, want sinds de Amerikaanse presidentsverkiezingen en de uitslag daarvan ben ik toch gaan twijfelen. Opeens was daar het T woord, dat ik maar met moeite, of eigenlijk helemaal niet door mijn strot kon krijgen. En toen ik die T ook nog zijn hand zag leggen op een boek, dat ik toch wel serieus neem, en hem daarbij in vlekkeloos Engels hoorde zeggen: zo waarlijk helpe mij God almachtig, toen kon ik een gevoel van onpasselijkheid nog maar nauwelijks onder drukken. En de aanblik van het T hóófd maakte mijn gezondheidstoestand er bepaald niet beter op. Nee ik had het er echt moeilijk mee en ik wist me eigenlijk niet goed raad meer. Ik belandde in een maalstroom van alleen maar nare T’s en ik dreigde daarin te verdrinken, het T-woord werd me net als het B-woord en het G-woord, teveel, maar ik schoot er niets mee op. Deze dronkenschap zou me alleen maar een ongelofelijke kater opleveren, waar alleen ik last van zou hebben. Maar gelukkig net op tijd wist ik mezelf te herpakken met de vraag: Zijn er misschien T woorden, die het volledig uitspreken wel waard zijn en die niet als initialen van criminelen te boek hoeven te staan? En die vraag liet zich gemakkelijk met een ja beantwoorden. Een volmondig ja zelfs. De naam van Steenwijks eminente cultuurpaus begint met een T, de T van Toor. Jan Toor dus. Pas 90 jaar geworden. Winnaar van de Anne Beeltje Cultuurprijs, al een eeuwigheid echtgenoot van Wil met wie hij 55 jaar lief en leed heeft gedeeld. Die Jan Toor, die de beminnelijkheid, het positieve optimisme zelf is de verpersoonlijking van wat je hoop zou kunnen noemen. Toen ik laatst weer eens een recensie mocht schrijven vroeg Marijke, of ik het een beetje in de stijl van Jan Toor wou doen, “want die schrijft altijd zulke aardige stukjes.”
En met deze wat absurde hersenkronkel tussen twee T’s was mijn probleem over het T woord meteen uit de wereld.: Het heeft geen zin je wanhopig en onmachtig kwaad te maken als blijmakende vriendelijke goedheid binnen handbereik is.
Om de beste ervaringen te bieden, gebruiken wij technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen wij gegevens zoals surfgedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als je geen toestemming geeft of uw toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door je Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een site of over verschillende sites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.
ik weet niet precies hoe het zit, maar als men het k woord gebruikt wil men het volledige woord, dat met de k begint kennelijk niet zeggen. net zoals er religies zijn, die de naam van hun god niet mogen noemen. ik zelf zat daar tot voor kort niet zo mee en noemde het beestje het liefst bij zijn naam. kanker is kanker, dementie is dementie en god is god, wat kan er nou toch tegen zijn de woorden te gebruiken, die onze voorouders bedacht hebben. tot voor kort dus, want sinds de amerikaanse presidentsverkiezingen en de uitslag daarvan ben ik toch gaan twijfelen. opeens was daar het t woord, dat ik maar met moeite, of eigenlijk helemaal niet door mijn strot kon krijgen. en toen ik die t ook nog zijn hand zag leggen op een boek, dat ik toch wel serieus neem, en hem daarbij in vlekkeloos engels hoorde zeggen: zo waarlijk helpe mij god almachtig, toen kon ik een gevoel van onpasselijkheid nog maar nauwelijks onder drukken. en de aanblik van het t hóófd maakte mijn gezondheidstoestand er bepaald niet beter op. nee ik had het er echt moeilijk mee en ik wist me eigenlijk niet goed raad meer. ik belandde in een maalstroom van alleen maar nare t’s en ik dreigde daarin te verdrinken, het t-woord werd me net als het b-woord en het g-woord, teveel, maar ik schoot er niets mee op. deze dronkenschap zou me alleen maar een ongelofelijke kater opleveren, waar alleen ik last van zou hebben. maar gelukkig net op tijd wist ik mezelf te herpakken met de vraag: zijn er misschien t woorden, die het volledig uitspreken wel waard zijn en die niet als initialen van criminelen te boek hoeven te staan? en die vraag liet zich gemakkelijk met een ja beantwoorden. een volmondig ja zelfs. de naam van steenwijks eminente cultuurpaus begint met een t, de t van toor. jan toor dus. pas 90 jaar geworden. winnaar van de anne beeltje cultuurprijs, al een eeuwigheid echtgenoot van wil met wie hij 55 jaar lief en leed heeft gedeeld. die jan toor, die de beminnelijkheid, het positieve optimisme zelf is de verpersoonlijking van wat je hoop zou kunnen noemen. toen ik laatst weer eens een recensie mocht schrijven vroeg marijke, of ik het een beetje in de stijl van jan toor wou doen, “want die schrijft altijd zulke aardige stukjes.”. en met deze wat absurde hersenkronkel tussen twee t’s was mijn probleem over het t woord meteen uit de wereld.: het heeft geen zin je wanhopig en onmachtig kwaad te maken als blijmakende vriendelijke goedheid binnen handbereik is. ria van hien
ik weet niet precies hoe het zit, maar als men het k woord gebruikt wil men het volledige woord, dat met de k begint kennelijk niet zeggen. net zoals er religies zijn, die de naam van hun god niet mogen noemen. ik zelf zat daar tot voor kort niet zo mee en noemde het beestje het liefst bij zijn naam. kanker is kanker, dementie is dementie en god is god, wat kan er nou toch tegen zijn de woorden te gebruiken, die onze voorouders bedacht hebben. tot voor kort dus, want sinds de amerikaanse presidentsverkiezingen en de uitslag daarvan ben ik toch gaan twijfelen. opeens was daar het t woord, dat ik maar met moeite, of eigenlijk helemaal niet door mijn strot kon krijgen. en toen ik die t ook nog zijn hand zag leggen op een boek, dat ik toch wel serieus neem, en hem daarbij in vlekkeloos engels hoorde zeggen: zo waarlijk helpe mij god almachtig, toen kon ik een gevoel van onpasselijkheid nog maar nauwelijks onder drukken. en de aanblik van het t hóófd maakte mijn gezondheidstoestand er bepaald niet beter op. nee ik had het er echt moeilijk mee en ik wist me eigenlijk niet goed raad meer. ik belandde in een maalstroom van alleen maar nare t’s en ik dreigde daarin te verdrinken, het t-woord werd me net als het b-woord en het g-woord, teveel, maar ik schoot er niets mee op. deze dronkenschap zou me alleen maar een ongelofelijke kater opleveren, waar alleen ik last van zou hebben. maar gelukkig net op tijd wist ik mezelf te herpakken met de vraag: zijn er misschien t woorden, die het volledig uitspreken wel waard zijn en die niet als initialen van criminelen te boek hoeven te staan? en die vraag liet zich gemakkelijk met een ja beantwoorden. een volmondig ja zelfs. de naam van steenwijks eminente cultuurpaus begint met een t, de t van toor. jan toor dus. pas 90 jaar geworden. winnaar van de anne beeltje cultuurprijs, al een eeuwigheid echtgenoot van wil met wie hij 55 jaar lief en leed heeft gedeeld. die jan toor, die de beminnelijkheid, het positieve optimisme zelf is de verpersoonlijking van wat je hoop zou kunnen noemen. toen ik laatst weer eens een recensie mocht schrijven vroeg marijke, of ik het een beetje in de stijl van jan toor wou doen, “want die schrijft altijd zulke aardige stukjes.”. en met deze wat absurde hersenkronkel tussen twee t’s was mijn probleem over het t woord meteen uit de wereld.: het heeft geen zin je wanhopig en onmachtig kwaad te maken als blijmakende vriendelijke goedheid binnen handbereik is. ria van hien